Выбрать главу

Gondolin had hier geen weerwoord op. ‘Ga je je toekomst vergooien aan een tovenaar en aan een…’ Gondolin nam Tiron, die achter Cyane stond neerbuigend op, ‘stalknecht?’

Dit was te veel voor haar. Zolang als ze hem kende, had ze bewondering gekoesterd voor Tiron. Gondolins veelbetekenende blik naar de man die zoveel voor haar betekende riep een grote woede bij haar op. Fel keek ze Gondolin aan en al haar grieven kwamen naar boven. ‘Inderdaad,’ zei ze fier. ‘Ik ga met hen mee, want alles is beter dan die vreselijke graaf Thorvald. Je zegt dat je van me houdt en toch lever je me uit aan die man. Hoe heb je dat ooit kunnen rijmen? Geld is niet alles en een groot kasteel al helemaal niet. Zoek maar een ander slachtoffer uit dat je kunt opvoeden voor een goed huwelijk. Ik ga weg.’ Cyane drukte haar hielen in Horizons flanken en het dier zette het meteen op een lopen.

Sindra ging haar achterna, de poort van het kasteel uit. De rest bleef enigszins verbaasd staan.

‘Juist,’ zei Meroboth ten slotte. ‘Dat is duidelijk. Ga je mee, Tiron?’

Tiron knikte, maar voordat hij zijn dier kon aansporen kwam Gondolin voor hem staan. ‘Ik heb dat kind opgevoed en ik laat haar haar leven niet vergooien aan jullie. Ik ga mee om haar te beschermen.’

De mond van de magiër viel open. ‘Mee om Cyane te beschermen?’ herhaalde hij.

Gondolin knikte vastberaden.

‘Maar haar leven zal vol gevaar zijn en u ziet er nu niet bepaald uit alsof… nou ja… tja…’ Meroboths betoog doofde als een nachtkaarsje en dat terwijl Tiron nooit iemand had ontmoet die welbespraakter was.

‘Ik wil niet dat ze haar manieren verliest,’ zei Gondolin.

‘Haar maméren?’ riep Meroboth uit.

‘Als ze straks tot bezinning komt, moet ze nog een goed huwelijk kunnen sluiten,’ legde Gondolin boos uit.

‘Ze kan altijd nog met mij trouwen,’ stelde Meroboth voor.

Gondolin keek hem vol afschuw aan.

De magiër grijnsde waarna hij zijn paard de sporen gaf en de poort uit stormde.

Gondolin keek naar Tiron en toen naar het bruine paard dat hij vasthield. ‘Hoe kom ik daarop ?’ vroeg ze een stuk milder.

Het kostte Tiron heel wat moeite haar op het paard te krijgen. Gondolin had een natuurlijke afkeer voor alles wat op Vier poten liep en helaas moest Tiron na verloop van tijd tot de conclusie komen dat het andersom ook het geval was. Alles wat op vier poten liep had een afkeer van Gondolin.

Uiteindelijk zat ze op het tegenstribbelende paard. Niet zo elegant als ze dat zelf wel zou willen, want ze moest zich stevig vasthouden. Tiron hield de teugels vast en zo stapten ze samen de poort van het kasteel uit, de duisternis in. Een onzekere toekomst tegemoet.

Vijf

Met een bonzend hart reed Cyane op Horizon en met Sindra naast zich over de donkere landerijen. Nu kon ze niet meer terug. Ze was overgeleverd aan Tiron en aan een magiër die ze nauwelijks kende. Plotseling begon ze te twijfelen. Had ze hier wel goed aan gedaan? Wat stond haar te wachten? Ze liet haar veilige, vertrouwde leven achter voor iets onbekends.

Even kreeg ze de neiging om te draaien en alles ongedaan te maken. Toen vermande ze zich. Als ze terugging wachtte daar graaf Thorvald. Ze wilde hem nooit meer zien. Ze moest doorzetten.

Ze liet Horizon halt houden en keerde zich om om te zien of Tiron en Meroboth haar achterna waren gekomen. Algauw zag ze hun silhouetten opdoemen in de duisternis.

Verrast tuurde Cyane het duister in. Er was nog iemand bij. Haar ogen werden groot van verbazing toen ze Gondolin op het derde paard herkende. Gondolin hield zich krampachtig vast aan het rijdier en ze had een vastberaden trek om haar mond die ze maar al te goed kende. De drie hielden voor haar stil.

‘Er is een kleine wijziging in de plannen opgetreden,’ zei Meroboth.

Cyane wendde haar blik vragend naar Gondolin.

‘Ik ga mee,’ zei die verbeten. ‘En geen tovenaar houdt me tegen.’

‘Ik zou niet durven,’ zei Meroboth.

Tiron had een geërgerde trek om zijn mond. Hij keek even naar Cyane en voelde zijn ergernis verdwijnen. Haar gezicht was een mengeling van vreugde en opluchting en plotseling bekeek hij de situatie eens van haar kant. Gondolin was de vrouw die haar opgevoed had, iemand die vertrouwd was zodat ze er niet helemaal alleen voor stond. Tiron besloot zijn ergernis om Gondolins aanwezigheid te onderdrukken ter wille van Cyane. Dat was wel het minste wat ze verdiende.

Cyane wendde haar paard zodat ze naast dat van Gondolin kwam. Ze had tranen in haar ogen. ‘Ik ben zo blij dat je met me meegaat.’

Gondolin keek allesbehalve blij. ‘Dit verandert niets aan het feit dat ik heel erg kwaad op je ben,’ zei ze.

Hulpeloos haalde Cyane haar schouders op. Ze had Gondolin niet willen kwetsen, daarvoor hield ze te veel van haar, maar ze wist niet precies hoe ze haar handelen uit moest leggen. ‘Dit is iets wat ik moest doen,’ probeerde ze.

‘Nee,’ zei Gondolin koud. ‘Trouwen met graaf Thorvald, dat had je moeten doen.’

‘Wat denkt u nu, edele dame, dat ik haar voor mijn plezier meeneem? Omdat ik niets beters te doen heb?’ vroeg Meroboth.

‘Jij bent nog altijd maar een tovenaar,’ hielp Gondolin hem herinneren.

‘Ja, inderdaad, een tovenaar. Behangen met goud en rood fluweel, terwijl ik mijn tijd vul met het staren in een glazen bol,’ vulde Meroboth aan. Zijn groene ogen twinkelden spottend.

‘Precies,’ zei Gondolin.

Meroboth glimlachte mysterieus en spoorde zijn paard aan.

Cyane had het akkefietje met belangstelling gevolgd en vlug liet ze Horizon de magiër inhalen.

Meroboth loodste zijn paard doelbewust door het donker naar het dichtstbijzijnde bos. Hij keek op toen Cyane langszij kwam. Ze nam hem intens op en hij begon zich ongemakkelijk te voelen. Meroboth was geen vrouwelijk gezelschap gewend. Hij had liever honderd woeste trollen om zich heen dan één vrouw.

Net toen hij begon te overwegen zijn paard de sporen te geven, vroeg Cyane: ‘Dat zwaard had iets te betekenen, hè?’

Meroboth wist instinctief dat het geen enkele zin had om te doen alsof hij niet wist waar ze het over had. Toen Tiron hem met Gondolin had ingehaald, had hij verteld dat Cyane zonder ook maar een vraag te stellen met hem mee was gegaan. Die kleine meid had pit en ze had na alles wat ze de afgelopen uren had doorgemaakt wel recht op de waarheid.

‘Dat klopt,’ zei hij.

‘Waarom had ik het vast?’ vroeg ze door.

‘Omdat het jouw zwaard was… is… eh… wordt, Cyane,’ zei Meroboth.

Ze leek verward door dat antwoord. ‘Maar ik heb helemaal geen zwaard.’

‘Daar wordt aan gewerkt,’ beloofde hij. Hij keek naar de jonkvrouw, die nerveus met haar teugels speelde.

‘Eh…’ begon ze.

‘Ja?’ vroeg Meroboth afwachtend.

‘Nou kijk, ik heb eigenlijk nog nooit een zwaard gehad en ik weet niet hoe ik ermee om moet gaan.’

‘O, dat leren we je wel,’ stelde hij haar gerust.

‘Gaat u me lesgeven?’

Hij lachte vrolijk. ‘Ik? Welnee kind, ik zou mezelf er nog mee doormidden klieven.’

‘Tiron dan?’

Meroboth was nogal beledigd om het feit dat haar stem tamelijk opgelucht klonk. ‘Nee, Tiron ook niet,’ zei hij.

‘Wie dan?’ vroeg ze.

‘Een vriend van me,’ zei Meroboth luchtig. Hij tuurde in het duister en ontwaarde de eerste bomen van het bos dat hij in gedachten had. ‘Daar gaan we heen,’ wees hij.

Cyane keek nauwelijks in de richting die de magiër wees. ‘Er waren drie diamanten in dat zwaard,’ zei ze.

‘O ja?’ vroeg hij afwezig. Hij vroeg zich af wat hij het beste kon doen. Als hij niets vertelde zou ze hem waarschijnlijk dag en nacht bestoken met allerlei lastige vragen. Tiron had ooit eens gezegd dat Cyane nieuwsgierig en intelligent was. Meroboth had dat altijd vervelende eigenschappen voor vrouwen gevonden vooral omdat ze vaak ook zo vasthoudend waren.

‘Groen, blauw en rood,’ ging ze verder.

‘Frappant,’ zei Meroboth.

‘Dat heeft volgens mij iets te betekenen,’ zei Cyane. ‘U draagt een groene diamant.’ Ze wees naar de opvallende ketting.