‘Dit is tegenwoordige tijd,’ zei Verst-in-de-achterhoede. ‘Ik heb deze locatie in het oog gehouden vanaf het moment dat we de omloopbaan van Ringwereld hersteld hadden.’
‘Vampiers,’ zei Kawaresksenjajok. ‘Flup, Harkee, heb jij er ooit zoveel bij elkaar gezien?’
‘Nou?’ vroeg Louis. ‘Voordat ik onze sonde terugbracht naar de Grote Oceaan heb ik haar gebruikt om een reeks netwerkogen te plaatsen. Je ziet nu het gebied dat we als eerste verkend hebben vanaf het hoogste punt dat ik kon vinden, om mij het beste uitzicht te geven. Helaas wordt het zicht voortdurend vertroebeld door wolken en regen. Maar je ziet, Louis, dat er leven is, daarginds.’ ‘Vampiers.’
‘Kawaresksenjajok, Harkabeeparolyn, dit is aan bakboordzijde van het gebied waar jullie woonden. Zien jullie dat het leven er welig tiert? Jullie zouden kunnen terugkeren.’ De vrouw wachtte af, stelde haar oordeel uit. De jongen was onderhevig aan tweestrijd. Hij mompelde een onvertaalbaar woord in zijn eigen taal.
‘Beloof geen dingen die je niet waar kunt maken,’ zei Louis Wu. ‘Louis, sinds onze redding van Ringwereld heb je mij voortdurend ontweken. Je praat steeds alsof we met een vlammenwerper honderdduizenden vierkante kilometers bewoond gebied hebben verzengd. Ik heb vraagtekens gezet bij jouw rekensommen. Jij luistert niet. Kijk dan zelf, ze leven nog!’ ‘Heerlijk,’ zei Louis. ‘De vampiers hebben het overleefd.’ ‘Niet alleen vampiers. Kijk.’ Verst-in-de-achterhoede floot een commando en het venster zoomde in op bergen in de verte. Daar staken een stuk of dertig humanoïden een pas tussen twee pieken over: eenentwintig vampiers; zes van die kleine, roodhuidige herders die ze tijdens hun laatste bezoek waren tegengekomen; vijf van een groter, donkerder type humanoden; twee van een soort met een klein hoofd, misschien niet sapiens. Alle prooiwezens waren naakt en geen ervan probeerde te ontsnappen. Ze waren vermoeid, maar vrolijk. Ze vormden paren, steeds een vampier met iemand van een van de andere soorten. Slechts enkele vampiers droegen kleding tegen de kilte en de regen. Die kleren waren kennelijk afgepakt van anderen en bijgeknipt om ze een beetje passend te maken.
Vampiers waren in het geheel niet sapiens, althans volgens de gegevens waarover Verst-in-de-achterhoede beschikte. Hij vroeg zich af of dieren eigenlijk wel slaven of vee konden houden… maar goed. ‘Louis, Chmeee, zien jullie dat? Er zijn ook nog andere soorten in leven gebleven. Ik heb zelfs een keer een Stedenbouwer gezien.’ ‘Ik zie geen kankers en ik zie geen mutaties,’ zei Louis Wu, ‘maar ze moeten er zijn! Verst-in-de-achterhoede, ik kreeg mijn informatie van Teela Brown. Teela was een beschermheer — slimmer dan jij en ik samen. Anderhalf biljoen doden, heeft ze gezegd.’ ‘Teela was intelligent,’ zei Verst-in-de-achterhoede, ‘maar ik zie haar als menselijk, Louis. Zelfs na haar verandering: nog steeds menselijk. Mensen willen gevaar niet open onder ogen zien. Jij noemt Poppenspelers lafaards, maar niet willen kijken, dat is laf.’
‘Hou op. Het is een jaar geleden. Kankers hebben vaak tien of twintig jaar nodig. Mutaties vereisen een hele generatie.’ ‘Beschermheren hebben hun grenzen! Teela had geen benul van het vermogen van mijn computers! Je hebt mij achtergelaten om de beste instellingen te zoeken, Louis –’ ‘Hou op, zei ik!’ ‘Ik zal blijven kijken,’ zei de Poppenspeler.
Verst-in-de-achterhoede danste. De marathon zou voortduren tot hij een vergissing maakte. Hij werkte zichzelf naar een staat van uitputting toe. Zijn lichaam zou daarvan genezen en vervolgens sterker zijn. Hij had niet de moeite genomen het maaltijdgesprek aan boord van de Verborgen Patriarch af te luisteren. Chmeee had het netwerkoog niet verbrijzeld, maar ze zouden hun geheimen voor zich houden. Niet dat het zin had. Een jaar geleden, toen zijn bont samengestelde bemanning nog druk bezig was de kwestie Teela Brown en de instabiliteit van Ringwereld te regelen, had de vliegende sonde van Verst-in-de-achterhoede overal in de Verborgen Patriarch netwerkogen geïnstalleerd.
Hij had zich liever op het dansen geconcentreerd. Hij had tijd genoeg om dat te doen. Chmeee zou spoedig vertrokken zijn. Louis zou weer vervallen in stilzwijgen. Over een jaartje zou ook hij het schip wel verlaten en buiten de invloed van Verst-in-de-achterhoede raken. Die Stedenbouwers, voormalige bibliotheekmedewerkers… moest hij daar misschien eens wat meer aan gaan doen?
In zekere zin was hij hen al kwijtgeraakt. Verst-in-de-achterhoede beheerste de medische faciliteiten van de naald. Wanneer ze meenden dat hij die macht probeerde te gebruiken om hen te chanteren, dan stelden ze niets anders dan de waarheid vast. Maar hij had het te bot aangepakt. Chmeee en Louis hadden beiden een medische behandeling geweigerd. Ze liepen nu met gehaaste tred door een schemerige gang, Louis Wu en Chmeee. De ontvangst was slecht wegens het gebrekkige licht, maar zij zouden er het netwerk niet kunnen zien. Verst-in-de-achterhoede ving maar een gedeelte van het gesprek op. Hij speelde het naderhand nog verschillende keren af. Louis:een machtsspel. Verst-in-de-achterhoede moet ons in zijn macht houden. We staan te dicht bij hem, we zouden hem daarom kwaad kunnen doen.’ Chmeee: ‘Ik heb geprobeerd een manier te bedenken.’ Louis: ‘Hoe hard heb je dat geprobeerd? Laat maar. Hij heeft ons een jaar alleen gelaten, en onderbrak toen zomaar opeens zijn dansoefeningen. Waarom deed hij dat? Er leek mij helemaal niets dringends aan zijn verhaal.’
Chmeee: ‘Ik weet hoe jij denkt. Hij heeft ons afgeluisterd, nietwaar? Als ik zou kunnen terugkeren naar het Patriarchaat heb ik Verst-in-de-achterhoede niet nodig om mijn eigendommen weer in bezit te krijgen. Ik heb jou. Jij doet het zonder mij af te persen.’
Louis: ‘Ja.’ Verst-in-de-achterhoede overwoog tussenbeide te komen. Maar wat moest hij dan zeggen? Chmeee: ‘Wegens mijn verloren landerijen had hij mij in zijn macht, maar hoe deed hij dat bij jou? Hij had je aan de draad, maar aan die verslaving heb je zelf een einde gemaakt. Nu heeft hij nog zijn medische faciliteiten. Maar als jij besluit gewoon oud te worden, dan heeft hij niets meer.’ Louis knikte.
Chmeee: ‘Maar zou Verst-in-de-achterhoede dat van jou geloven? Voor een Poppenspeler… Ik wil je niet beledigen, ik weet zeker dat je de waarheid spreekt, Louis. Maar voor een Poppenspeler is jezelf toestaan dat je oud wordt hetzelfde als zelfmoord.’ Louis knikte, zwijgend. ‘Is dit boetedoening voor een biljoen moorden?’ Op andere avonden zou Louis het gesprek op dit moment hebben afgebroken. ‘Boete voor ons beiden,’ zei hij nu. ‘ik sterf van ouderdom, Verst-in-de-achterhoede verliest zijn slaafjes… en daarmee de controle over zijn omgeving.’ ‘Maar als ze nog leefden?’ ‘Als ze nog leefden… tja. Verst-in-de-achterhoede heeft de feitelijke programmering gedaan. Ik kon in dat deel van het Reparatiecentrum niet naar binnen. Het was vergeven van levensboom. Ik heb hem in staat gesteld een plasmastraal van de zon op ongeveer vijf procent van Ringwereld af te vuren. Als hij dat niet heeft gedaan, dan kan ik… leven. Maar dan heeft Verst-in-de-achterhoede mij dus opnieuw in zijn macht. En ook — en dat is belangrijk — als ik de reden ben dat hij jou niet meer in zijn macht heeft.’ ‘Precies!’ ‘Dus laat Louis een oude opname zien en zeg tegen hem dat hij naar de tegenwoordige tijd kijkt…’ De wind nam toe, vlagen verwaaiden delen van het gesprek. Chmeee: ‘En als… de aantallen…’ ‘… dat Verst-in-de-achterhoede moest stoppen…’ ‘… hersens eerder oud dan de rest van je lichaam!’ De Kzin verloor zijn geduld, liet zich op zijn voorpoten zakken en beende naar het dek. Het gaf niet. Ze waren praktisch buiten bereik geraakt.