Geen doodskist, herinnerde hij zich, maar het adrenalinegehalte in zijn bloed was zodanig dat hij maar beter nog even in beweging kon blijven. Wat was er allemaal gebeurd terwijl hij in de kist lag?
Zijn enkel deed pijn. Ergens tegenaan gestoten. Negeer het.
Het merkwaardigste aan zijn ontwaken was hoe hij zich voelde.
Toen hij vooraan in de twintig was, had Louis met een tiental vrienden een cursus oosterse vechtsporten gevolgd. Enkelen hadden afgehaakt toen de computer hun opdroeg anderen in het gezicht te slaan. Louis was doorgegaan — tien maanden vol schijngevechten.
Toen waren de herinneringen daaraan geleidelijk weggezakt, en er gingen tweehonderd jaar voorbij, en… Het voelde niet aan als wakker worden uit een slaap of na een operatie. Het leek meer op de gemoedsgesteldheid van een yogatsu-vechter die halverwege een match opeens weet dat hij kan winnen. Totaal opgefokt, vol adrenaline en energie!
Mooi zo! Kom maar op!
Beweging! Hij draaide zich om zijn as. Zijn handen voelden naakt aan.
Achter het voorste scherm schoot aan weerszijden een rotsachtig, golvend landschap voorbij — te snel om details te herkennen. De naald moest als een subsonisch pendelschip vlak boven de grond scheren. En vanuit de kapiteinscabine was het…
Een scherm, verder niets. Geen van die rotsen zou hem tot moes verpletteren. De zwarte basaltwanden links en rechts en het landers-ruim achter hem waren volkomen roerloos.
Het voorwerp waaraan hij zijn enkel gestoten had bleek een brok steen in de voorwaarts-stuurboordhoek van het bemanningsverblijf te zijn. Dat had hij hier nog niet eerder gezien. Het zag er volmaakt doods en onschuldig uit: een ruwweg kubusvormig blok graniet dat tot zijn knie reikte.
Hij was alleen.
Louis begreep waarom Bram Acoliet in een gedwongen coma had achtergelaten totdat hij zich om hem kon bekommeren. Een Kzin die in zijn eentje wakker werd zou vallen kunnen zetten of toegangen vergrendelen, of de menu’s voor voedsel of kleding kunnen uitproberen om wapentuig te leveren. Hij begreep niet waarom Bram toestond dat Louis Wu moederziel alleen wakker werd.
Hoe snel kon een beschermheer eigenlijk iets leren? Bram had Louis Wu nu… wel, een dag of drie kunnen observeren — als hij had meegekeken door het netwerkoog in Weversdorp.
Kan Bram mij al goed genoeg kennen om me zonder meer te vertrouwen? Hoogst onwaarschijnlijk! Dit was niet het werk van Bram. Verst-in-de-achterhoede moest het apparaat zo hebben geprogrammeerd: ‘Ga meteen open zodra de behandeling van Louis klaar is.’
Goed, wat probeerde Verst-in-de-achterhoede hem daarmee duidelijk te maken? Wist de beschermheer eigenlijk wel wat Verst-in-de-achterhoede hier allemaal kon uitspoken?
De hologramprojectie van het langsschietende rotslandschap duurde nog steeds voorts. Nu zag hij een uitgestrekt woud — zo te zien van een soort grove dennen. De bergen en wolkenpatronen recht vooruit, in de verte, leken geen meter dichterbij te komen.
Verst-in-de-achterhoede kon alles verbergen in zijn kapiteinscabine, want hij kon zijn bemanning voortdurend trakteren op dit soort projecties op de tussenwand. Misschien was dat het punt waar het om draaide.
De schokkerige rand daar beneden maakte deel uit van de voorkant van een op alcohol rijdende stoomkruiser van de Machine-mensen. Iets lager was een stukje licht gebogen rand van glimmend metaal of plastic te zien. Het netwerkoog dat de Demonen in een container op een kruiser hadden geladen bevond zich nu kennelijk op iets dat vloog.
Soms werden uitlopers van het bos afgewisseld door hoog oprijzende rotspieken. Het toestel vloog niet hoger dan een meter of zestig. Hoe snel? Subsonisch, maar niet veel.
Welke humanoïden konden zo’n vaart verdragen? Zelfs in Disney-haven waren de ritjes lang niet zo snel. De meeste humanoïden van Ringwereld zouden al omkomen als ze enkel maar hun ecologische omgeving verlieten. Van dit soort snelheden zouden ze een acute hartverlamming krijgen!
Wat werd Louis verondersteld te doen met deze informatie? Hoeveel tijd had hij om het een en ander uit te proberen?
Opgesloten als hij was in een bungalow-grote kist onder kilometers afgekoeld lava kon je hem toch echt niet iemand met bewegingsvrijheid noemen. De stapschijf kon hem naar buiten brengen, maar alleen naar een plaats waar zijn meesters hem opwachtten.
Louis besefte dat hij nu reageerde in plaats van ageerde — zoals een trouwe hond die de wil van zijn baasje probeert te raden. Hij zinderde van verse, jeugdige krachten, maar kon niets doen.
Ga zitten, zei hij tegen zichzelf. Ontspan je. Zoek wat afleiding. Iets eten misschien?
Het keukenmenu stond op Kzinti-gerechten. Aan de tekens en een schetsmatige afbeelding te zien was de laatste keuze iets visachtigs geweest. Buitenaardse sashim! Nou, liever niet.
Louis toetste het menu voor het menselijke metabolisme, en daarvan de variant Sol/Aarde/Franse keuken: pain perdu, café au lait. Een ontbijtje. En terwijl hij wachtte, wel…
Door de stapschijf te gebruiken zou hij zijn opties verspelen, maar hij kon haar natuurlijk bestuderen… Hij wrikte het randje omhoog, zoals hij Bram had zien doen.
Het voortrazende landschap vervaagde en maakte plaats voor iets abstracts: het schema van het netwerk van stapschijven.
Er bleken aanvullende verbindingen te zijn gelegd en verschillende kleinere netwerken waren nu aan elkaar gekoppeld. De exclusieve schijf die de verbinding tussen het bemanningsverblijf en de kapiteinscabine vormde was echter nog even geïsoleerd als voorheen, zoals ook enkele andere paren. Niettemin bleek Verst-in-de-achterhoede een deel van zijn veiligheid geofferd te hebben voor een groter gebruiksgemak. Daartoe moest Bram hem hebben overgehaald.
Het schema gaf de afstanden weer volgens een logaritmische schaal. In de naald en vlak eromheen was deze schaal discriminerend genoeg om de afstand tussen de bemanningscabine en het landersruim herkenbaar te representeren. Overal in het Reparatiecentrum bevonden zich flitspunten. Ook kon Louis Weversdorp vinden — honderdduizenden kilometers ver weg. Een ander lichtje, aan stuurboordkant vanuit de naald bezien, bevond zich vlak bij de randmuur; dat moest een afstand van achthonderdduizend kilometer of meer zijn. Het verste punt lag honderdtwintig graden verderop op de Boog: honderden miljoenen kilometers ver weg.
Oplichtende verbindingslijntjes gaven aan welke schakelingen open waren. Als hij het goed begreep stond dus nu de verbinding open tussen het bemanningscentrum van de naald en het landersruim en voorts naar dat verre punt bij de Grote Oceaan. Bram was zeker op onderzoek.
Had hij Verst-in-de-achterhoede meegenomen? Of was de Poppenspeler teruggekeerd in zijn cabine?
Als hij dat wist kon Louis precies bepalen tot op welke hoogte Bram Verst-in-de-achterhoede vertrouwde. In zijn eigen cabine zou de Poppenspeler namelijk praktisch onkwetsbaar zijn, met rompmateriaal van Algemene Producten tussen hemzelf en welke vijand dan ook. Afgescheiden van zijn zwoegende helpers zou hij weer bazig en onaangenaam worden…
Ting. Een paar tellen later verschenen twee sneetjes geroosterd brood met marmelade, koffie en dampende melk. Louis at snel.
Daarna probeerde hij de vork uit op de verzonken pinnetjes van de stapschijfbediening. De tanden waren echter te bot; ze bogen mee en braken af.
Neuriënd koos hij Aarde, Japan, gevarieerde sashimi.
De stokjes voelden aan als hout. Ze hadden zelfs iets wat op schuine nerven leek. Hij brak er een langs de nerf om een scherpe punt te krijgen. Daarmee begon hij te drukken op alles in het controlepaneeltje wat zich maar het indrukken.