Выбрать главу

Acoliet keek, maar zei niets. Het was iets zeldzaams — een Kzin die zich zo bedeesd gedroeg!

‘Maar het is toch zonneklaar,’ zei Bram op geduldige toon. ‘Dit is de oerversie van de soort die later het Nachtvolk werd.’

‘Saturnus?’ vroeg Louis.

‘De vadergod van de Romeinen?’

Louis was verbaasd en liet het blijken. ‘Je hebt gestudeerd!’ Verrek, daar had hij die muziek natuurlijk vandaan!

‘Nogal bemoeiziek, die Poppenspelers, vind je ook niet?’ zei Bram. Verst-in-de-achterhoede beschikt over honderd generaties menselijke literatuur, mondelinge overlevering van de Kzinti, kdatlynische aanrakingssculpturen en zelfs enkele trinocse wraakgeschiedenissen. Uit jullie negentiende en twintigste eeuw ken ik verhalen en films over Bram Stokers Dracula, inclusief het werk van Fred Saberhagen en Anne Rice. Maar waarom heb je de naam Saturnus niet voor iemand anders gereserveerd? Dit individu kan niet de eerste zijn geweest, Louis. Zal ik eens een hypothese ontvouwen? Tachtigduizend jaar geleden was er een dode Pak-beschermheer. Hij was misschien al honderden of duizenden falans oud. Misschien had hij zelfs meegewerkt aan de bouw van de Boog. Laten we die eens Saturnus noemen. Toen kwamen er oer-nacht-mensen en die hebben zijn vlees opgegeten. Het vlees van de beschermheer zorgde ervoor dat ze veranderden, of anders hebben ze de gele wortelen gegeten die de beschermheer bij zich had. Ze werden beschermheren. In het begin waren er misschien verschillende, uiteindelijk nog maar één.’

Louis tikte op een sleutelbeen van de dode beschermheer. Er vloog een stofwolkje op. ‘Bram, dit is de oudste beschermheer waarvan we iets met enige zekerheid weten. Misschien waren er goden vóór Saturnus, maar daar wisten de Romeinen dan niets van.’

Bram knikte. ‘Zoals je wilt. Saturnus.’

‘Akkoord. De soort waartoe Saturnus had behoord heeft wellicht duizenden jaren aas gegeten na zoiets als de Vuist-van-God-inslag.’

‘Moet je alle evidenties hardop uitspreken? Ach, je hebt een student, natuurlik. Acoliet, begrijp je wat Louis bedoelt?’

Ik meen van wel,’ zei Acoliet. ‘Hun aantallen zijn namelijk belachelijk groot, tenzij iemand de Demonen lange tijd over grote, zeer grote afstanden heeft voort geleid. Zo ontstond dat ene rijk. Demonen moeten over de hele driehonderd miljoen kilometer hetzelfde zijn. En misschien wel op de hele Boog.’

‘Ja! En dat was het werk van Saturnus, die zijn soort gehoed heeft als een herder. Bram? Is het niet zo dat een beschermheer zijn eigen genetisch patroon wil conserveren?’

De Kzin kwam ertussen. ‘Ja! Hoe kon Saturnus zijn eigen nakomelingen gidsen? Zelfs een verandering ten goede ruikt verkeerd. Wacht eens — stel dat hij andere, vergelijkbare aaseters heeft gekozen? Nee, die zouden dan zijn eigen soort gaan overheersen.’

Acoliet leerde puzzels op te lossen.

‘Hij was een Demon,’ zei Bram. ‘Het reukvermogen van een aaseter kan onder de invloed van een evolutie veranderen. Wat hij kan benaderen, wat hij in zijn mond kan stoppen — dat soort dingen zijn bewuste keuzes, die bijgestuurd kunnen worden. Een Demon kan hierbij misschien vrijer te werk gaan dan andere beschermheren. Hij kan zijn soortgenoten begeleiden naar een hoedanigheid die hij als de volmaakte beschouwt.’

Ze keken naar het oeroude skelet. Hij moest komen, had Bram gezegd. Bijna zevenduizend falans geleden, had hij gezegd. Zeventienhonderd jaar? Als de verdenking die bij Louis begon op te komen enigszins reëel was, kon hij er maar beter niet rechtstreeks naar vragen.

Probeer het eens met iets indirects. ‘Je paargenoot, Bram, is ze hier nog ergens?’

‘Anne zou best dood kunnen zijn. Toen we merkten dat de Boog niet meer stabiel in zijn vlak hing en dat de randmuur stabilisatiestuwers had bezeten, is Anne vertrokken om dat te regelen. Ik heb een poos kunnen volgen wat ze deed. De andere beschermheren die nu bij de randmuur aan het werk zijn hebben haar misschien gedood.’

‘Bram, dan had ze die nieuwe beschermheren toch eerst moeten maken.’

‘Anne had geen plannen in die richting, toen ze van mij wegging. Ze wilde in haar eentje werken. Deze laatbloeiers — de nieuwe beschermheren — kunnen ook het werk zijn van een recenter exemplaar, de Bolmens-beschermheer.’

‘Teela.’

‘Teela Brown. Jouw paargenoot,’ zei Bram. ‘Ook van haar heeft Verst-in-de-achterhoede opnamen.’ ‘Was jij hier toen Teela kwam?’

‘Ja. Het was moeilijker me voor haar verborgen te houden dan voor Verst-in-de-achterhoede. Ik heb toegekeken terwijl zij leerde omgaan met de meteorenafweer. Ik was er zeker van dat zij beoogde wat een beschermheer behoort te doen: ervoor zorgen dat de Boog niet tegen de zon zou botsen. Wat was haar ware bedoeling, Louis?’

‘Teela was een beschermheer geworden. Ik kan de gedachten van een beschermheer niet raden.’

‘De hare niet?’ vroeg Bram. ‘Welke dan wel?’

‘Je kent de geschiedenis. Teela was een rare.’

‘Er drongen er twee het Reparatiecentrum binnen,’ zei Bram. ‘Ze aten van de levensboomwortelen. Een van hen stierf. De ander geraakte in de coma die tot de beschermherenvorm leidt. Ik had tijd genoeg om mijn aanwezigheid te verbergen en manieren te bedenken om haar na het ontwaken te observeren. Jouw Teela heeft overal in het Reparatiecentrum rondgekeken. Het was een genoegen haar gade te slaan. Ze ontdekte dingen die mij waren ontgaan, en ten slotte kwam ze in dit gedeelte. Ze speelde met de meteorenafweer en met het telescoopscherm. Toen ging ze weg. Ik kon haar volgen, zij het met moeite, tot bij de randmuur. Daar gebruikte ze het magnetische transportsysteem van de muur zelf, dat veel sneller is dan het systeem dat wij gebruikten — maar zij beschikte over een geavanceerd ruimtepak.’

‘Wanneer was dat precies?’

Tets van buiten het stelsel is tweeëntwintig falans geleden op onze zon gebotst. Er ontstonden stormen van subatomische deeltjes die de Boog uit balans brachten. Louis, Teela had haast!’

Tweeëntwintig falans geleden. Ringwereld was dus vijf jaar voor de terugkeer van de Hete naald van Onderzoek begonnen uit balans te raken. ‘Ze was opgeleid op de Aarde,’ zei Louis. ‘Met haar kennis van de natuurkunde en haar beschermherenbrein moet ze snel in de gaten hebben gehad wat er aan de hand was. Ze was van plan het systeem van de stabilisatiestuwers te herstellen. En wie zou ze daar aantreffen? Anne?’

‘Anne zou zich verborgen houden,’ zei Bram. ‘Ze zou Teela observeren. En bij het eerste teken van incompetentie zou ze Teela doden.’

‘Hmm.’

‘Je hebt haar gekend.’

‘Als vrouw. Bram, niemand kende Teela echt. Ze was een statistische aberratie, een vrouw die altijd geluk had als het nodig was geluk te hebben — tot het moment waarop Nessus haar inlijfde. Voor een dergelijke vrouw is een normaal leven iets onbereikbaars.’

‘Mijn vader praat soms over Teela,’ zei Acoliet. ‘Hij kon nooit hoogte van haar krijgen. Voor de Poppenspelers was ze onderdeel van een fokprogramma — het fokken van mazzel. Chmee geloofde dat ze daarin geslaagd waren.’

‘Nee,’ zei Bram.

‘Ze is dood, Bram,’ zei Louis. ‘Ze is geen bedreiging voor jou.’

‘Maar wat zou een beschermheer kunnen achterlaten om bij te dragen aan de door haar gewenste toekomst? Wij plannen ver vooruit, Louis. Heb je hier gezien wat je moest zien?’

‘Ja.’

‘Verst-in-de-achterhoede, wakker worden!’ riep Bram meteen nadat hij het bemanningsverblijf was binnengeflitst.

Maar Verst-in-de-achterhoede was al wakker en hij stond te dansen in zijn cabine… te dansen met drie spoken, drie Poppenspelers die te doorzichtig waren om hem aan het gezicht te onttrekken. ‘Bram, ik heb iets slims bedacht. Ik heb een uur geleden een korte ontbranding gebruikt om de sonde een eindje te laten zakken aan de binnenzijde van de randmuur, uit het gezicht van de binnenvallende ruimteschepen.’