Выбрать главу

‘Gegevens?’

Verst-in-de-achterhoede floot. Er verschenen regenboogkleurige regels met vergelijkingen in de lucht. Bram bestudeerde ze. Het was de eerste keer dat Louis hem zo zag verstijven, maar de vergelijkingen waren zeer complex en gingen Louis Wu ver boven de pet. ‘Goed,’ zei Bram na een poosje. ‘Begin nu met de deceleratie.’

Verst-in-de-achterhoede bracht ingewikkelde fluittonen voort. Achter hem opende zich een scherm waarop de voorbijrazende randmuur te zien was.

‘Akkoord?’

‘Ja, akkoord, zolang je maar zichtbaar blijft.’

De randmuur was een wazig vlak, waarvan de bovenrand ver in de hoogte te zien was en de onregelmatig gekartelde reeks druipbergen in de diepte. De sonde moest op ongeveer vijfhonderd kilometer hoogte hangen.

Verst-in-de-achterhoede begon weer schril te fluiten. Louis keek of hij resultaten kon zien, maar zag niets… nee, wacht even, daar weerkaatste de donkere, nachtelijke randmuur de blauwe lichtflits die kenmerkend was voor een kleine fusiemotor. De zwevende vergelijkingen vertelden hetzelfde verhaal, maar duidelijker: verschillende getallen begonnen kleiner te worden.

De drie spoken dansten nog steeds met Verst-in-de-achterhoede. Louis wist wie het waren. Hoewel de kapsels verschilden, waren ze alle drie Nessus.

Acoliet knaagde op iets dat droop van het bloed. Het was geen eetlust opwekkend gezicht, maar toch voelde Louis zich opeens uitgehongerd. Hij toetste een keuze in op de keukenwand, maar bleef met één oog naar de hologrammen kijken.

‘Verst-in-de-achterhoede,’ vroeg Bram, ‘wat weet jij van Teela Brown?’

Verst-in-de-achterhoede maakte een geluid als van een bronzen klok en achter hem opende zich een derde holografisch scherm: een inhoudsopgave, meende Louis te zien. Het wemelde in de cabine nu van de hologrammen.

Bram ontstak dan ook in woede. ‘Kom hier! Meteen!’

Verst-in-de-achterhoede aarzelde niet. Hij deed een stap en stond naast hen. Ik had geen kwaad in de zin.’

Ik heb je liever hier. Louis, Verst-in-de-achterhoede, Acoliet: ik probeer in mijn geest een helder beeld te vormen van wat een beschermheer is. Ik heb een vage indruk van Saturnus, en Anne heb ik intiem gekend, maar Teela Brown is een beschermheer van buiten-Ringwereldse herkomst. Binnenkort krijgen we te maken met andere beschermheren van vreemde oorsprong. Verst-in-de-achterhoede, wat wilde je me laten zien?’

‘Dit zijn gegevens over het Geluksproject. Mijn regering had de indruk dat menselijke bondgenoten ons tot voordeel konden zijn. Mensen hebben vaak geluk. Wij wilden hun effectiviteit vergroten door hun mazzel als het ware te versterken. We zijn een lokaal experiment begonnen op één planeet, de Aarde. We hebben een loterij toegevoegd aan de formele kwalificaties die nodig waren om voortplantingsrecht te verwerven. We hielden de baby’s die wegens de uitkomsten van deze loterij ter wereld mochten komen zorgvuldig in het oog. We financierden een sociaal netwerk dat deze kinderen in staat stelde elkaar te ontmoeten en zich onderling voort te planten.’

‘Was zij zo’n gelukstype?’

Louis luisterde niet mee, waarachtig niet! Nadat hij zich de vorige keer had bevrijd van Ringwereld, was Teela uit eigen vrije wil achtergebleven. Louis had sindsdien achtendertig jaar vermeden om aan haar te denken.

‘Een zesdegeneratie loterij winnares! Maar Teela bracht de Poppenspelers geen geluk, noch haar menselijke partners. Naar mijn overtuiging bracht ze ook zichzelf geen geluk. Elk levend wezen is op zoek naar stabiliteit. Teela verloor haar geliefde, vervolgens de identiteit en de lichaamsvorm van haar sekse, en ten slotte haar leven. Maar wat is geluk? Dat is soms moeilijk te zeggen.’

Acoliet nam het woord. ‘Misschien zocht ze gewoon iets dat het waard was om ervoor te sterven?’

Louis was verbijsterd.

‘Of misschien wilde ze alleen intelligenter worden,’ vervolgde Acoliet. ‘Zoals mijn vader. Zoals ik. Door haar mazzel is haar dat gelukt.’

‘Louis?’ vroeg Bram.

‘Misschien. Interessante theorie.’ Achtendertig jaar, en geen moment had hij ingezien wat voor deze elfjarige blaag van een kat meteen duidelijk was geweest!

‘Verder nog iets?’

Louis sloot zijn ogen. Hij kon haar zien, voelen…

‘Een bizar ongeluk nam haar van ons weg. Mazzel. Toen we haar vonden, had zij Zoeker gevonden — zo’n groot, gespierd ontdekkertype. Een voortreffelijke gids, en ik neem aan dat zij ook op hem verliefd was…’

‘Was zij jouw paargenoot of de zijne?’

‘Seriële polyandrie… vergeet het.’

‘Heeft ze jou voor hem in de steek gelaten?’

‘Niet alleen voor Zoeker. Ze had inmiddels ook dit… dit kolossale stuk speelgoed gevonden. Het zou nooit bij Teela zijn opgekomen dat Ringwereld haar krachten te boven ging, dat het te groot was om ermee te spelen. Of dat wat dan ook te groot voor haar kon zijn.’

‘Wilde ze met de Boog spelen? Zonder hem te vernietigen, natuurlijk. En dat kon alleen als ze eerst een beschermheer werd. Klopt dat?’

Louis wreef zich in de ogen.

‘Dus je het haar achter op Ringwereld. En toen?’

‘Zoeker moet haar naar de Kaart van Mars hebben gebracht. Of anders heeft hij haar zoveel verteld, dat ze de rest wel kon raden. Ze wist bij het binnengaan dat ze een vreemde ruimte betrad, een ruimte vol geheimen. Ze… even denken… ze ontwaakte als een beschermheer. Zoeker is dood. Teela is een beschermheer in het Reparatiecentrum. Ze experimenteert wat. Ze ontdekt hoe ze de zon als superthermaal laserkanon kan gebruiken. Schiet een paar kometen in puin?’

‘Dat heeft ze inderdaad gedaan.’

‘Ze leert ook hoe ze op het telescoopscherm van de meteorenafweer beelden van de ruimte kan oproepen. Ze merkt dat Ringwereld een beetje wiebelt. Ze ontdekt stabilisatiestuwers aan de randmuur, hoewel blijkt dat de meeste daarvan verdwenen zijn. Elke beschermheer kan voorspellen wat dat voor gevolgen heeft. Ze gaat dus naar de randmuur. Bram, heeft ze wortelen meegenomen?’

‘Wortelen, plus een plant in bloei, plus thalhumoxide.’

‘Ze stelt vast dat Stedenbouwers de stabilisatiestuwers hebben gebruikt om er ruimteschepen omheen te bouwen. Anne had er al een paar weer op hun plaats teruggebracht… ja, dat was waar jouw Anne zich mee bezighield. Zij onderschepte elk Stedenbouwersschip dat terugkeerde van de sterren, sloopte er de Bussard-duwstralen uit en monteerde deze weer op de muur. Weer iets dat Halrloprillalar me nooit heeft verteld! Zij en haar bemanning moeten door een woedende beschermheer uit hun schip zijn gegooid en van de randmuur verjaagd!’

Bram wachtte.

‘Arme Prill. Zoiets kan een mens knakken!’ En wachtte.

‘Dus er zijn al een paar stabilisatiestuwers terug op hun plaats, maar Teela ziet dat anders: zij denkt het omgekeerde, namelijk dat nog niet alle stuwers door de Stedenbouwers zijn gestolen! Ze neemt de taak van Anne over, zonder iets van haar bestaan te merken. Het is dringend. Ze verandert een paar voortplanters in beschermheren. Dat heeft ze me verteld: een van de druipberg-mensen, een vampier, een Demon. Samen sloopten ze de motoren uit alle terugkerende ruimteschepen en monteerden ze op de randmuur. Ten slotte hadden ze er twintig teruggezet en er waren geen schepen meer in aantocht. De motoren hadden samen nog niet genoeg kracht. Teela Het de drie andere beschermheren achter om voor de stuwers te zorgen. Zelf keerde ze terug naar het Reparatiecentrum. Ze moet hebben geweten wat ze vervolgens zou gaan doen. Ze zag de Hete naald van Onderzoek pas aankomen toen ze het telescoopscherm van de controlekamer weer gebruikte.’

‘Ze zal op de randmuur toch ook wel een telescoop hebben gehad, Louis,’ zei Acoliet.

‘Zeker, en in ieder geval goed genoeg om de terugkerende ruimteschepen van de Stedenbouwers tijdig op te merken. Maar de naald is veel kleiner.’