‘Zou zij de naald herkennen?’
‘Een Algemene Productenromp Type 3? Vast en zeker.’ ‘Wat voor invloed kon de naald hebben op haar plannen?’ vroeg Bram.
‘Wat heb ik je nou verteld over het raden van de gedachten van een beschermheer, Bram?’
‘Maar je moet het proberen.’
Louis wilde het niet proberen. Ik weet alleen wat Teela mij gezegd heeft. Ze kon zichzelf er niet toe brengen een biljoen mensen te doden, ook al zou ze daardoor dertig biljoen andere wezens redden. Beschermheren-intelligentie enerzijds, inlevingsvermogen van de persoon Teela Brown anderzijds. Ze wist dat het moest gebeuren, ze wist dat wij zouden ontdekken hoe het moest — ik en Chmee en Verst-in-de-achterhoede — maar tegelijkertijd kon ze ons niet toestaan het ook echt te doen. Ze nodigde ons als het ware uit om haar te doden, Bram.’
Ik zag haar vechten. Zelfs dood kan ik het beter!’
‘Ja. Het was het gevecht van mijn leven, maar niemand kan winnen van een beschermheer.’
‘Als ze wist dat ze niet in staat was een plasmastraal af te vuren op de randmuur, waarom keerde ze dan terug naar het Reparatiecentrum?’ Domme vraag. Bram wachtte het antwoord niet af. ‘Wat wilde ze echt?’
Louis schudde zijn hoofd. ‘Wat willen beschermheren? Dat is een van de dingen die we over jullie hebben geleerd. Jullie motieven zitten als het ware in jullie hardware: jullie beschermen jullie nakomelingen. Als het geslacht uitsterft, houden jullie op met eten en gaan zelf ook dood. Teela had geen kinderen op Ringwereld, maar er waren humanoïden. Verwanten — als je een oogje dichtknijpt. Ze moest hen redden. Maar waarom wachtte ze? Ringwereld raakte steeds verder uit balans —’
Bram onderbrak hem met een gebaar. ‘Ze wachtte op de Hete naald van Onderzoek, op de geavanceerde computerprogramma’s van de Poppenspelers. Ik heb gezien hoe jullie daar gebruik van hebben gemaakt en ik was blij dat ik niet tussenbeide was gekomen.’
O. ‘Maar waarom zei je dat dan niet gewoon? Verrek, waarom dan dat verdomde gevecht?’ Wacht even… ‘Bram, is Anne vertrokken kort nadat jullie Saturnus hadden gedood?’
‘Ze heeft een aantal dagen gebruikt om zich voor te bereiden.’
‘En het was iets minder dan zevenduizend falans geleden?’
‘Ja.’
‘Dus rond het jaar 1200 na Christus, in onze tijdrekening. Heeft ze wortelen meegenomen? En moet ze terugkomen om de voorraad aan te vullen?’
‘Anne heeft wortelen meegenomen, maar ook een bloeiende plant en een beetje thalliumoxide. Ze heeft levensboom geplant, maar de oogst mislukte na verloop van tijd, dus ongeveer vijfduizend falans geleden is ze even teruggekomen. Ze bleef niet lang bij me. Daarna heb ik haar niet meer gezien. Ofwel ze heeft een beter gewas weten te kweken, ofwel ze is dood.’
‘Ja. En Teela had hetzelfde idee? Wortelen, een plant, thalliumoxide. Als er een geschikte plek voor de kweek bestaat, dan moet het tuintje van Anne daar gezocht worden. En dan zou Teela het gevonden hebben.’
‘Anne zou het grondig verstopt hebben.’
‘Je kunt planten niet verstoppen voor zonlicht. Ze kon de levensboom niet kweken op een plek waar humanoïden de geur zouden kunnen opsnuiven. Maar anderzijds moest ze het spul binnen haar bereik hebben, bijvoorbeeld hoog op een druipberg, op een plek waar zelfs heteluchtballonnen niet konden komen. Misschien in een kloof, of ergens in een diep dal. En nu moeten we maar raden of Teela dat tuintje gevonden heeft.’
‘En als dat zo was?’
Louis zuchtte. ‘Bram, wat weet je over levende beschermheren?’ ‘Verst-in-de-achterhoede, laat het hem zien. Ik ga nu eerst een bad nemen.’
25. De standaardoptie
Honderdvijftig kilometer boven de toppen van de druipbergen versnelde de sonde. Ringwereld raasde op haar af en onder haar door als een bevroren rivier die groter was dan hele planeten, maar nu niet meer met een snelheid van meer dan twaalfhonderd kilometer per seconde: de sonde was aan een inhaalrace begonnen.
‘Zijn we in het zicht van de komeet met die installatie die je niet hebt opgeblazen?’ vroeg Louis.
‘Ja, die bevindt zich hoog genoeg boven het Ringwereldvlak, maar tegen de tijd dat het licht de komeet bereikt is de sonde al geland.’
Acoliet leunde achterover — een kolossale, zwijgende vorm. Chmeee had hem gestuurd om dingen te leren en hij had de afgelopen twee falans ongetwijfeld veel van Bram geleerd. Hem wijsheid bijbrengen zou echter een mooie prestatie zijn, dacht Louis. Beschermheren waren intelligent tot in de puntjes van hun tenen, maar wijs? En voelde een Kzin het verschil aan?
‘En alle andere waarnemingsposten in de ruimte van waaruit we te zien waren heb je vernietigd?’
‘Akkoord. Laat ons de rand zien.’
Ik kan niet echt beschermheren laten zien, Louis, al is dat wat Bram heeft gevraagd. Zo sterk kan ik niet vergroten.’
Verst-in-de-achterhoede had maanden, hele falans de tijd gehad om de randmuur en de druipbergen te bestuderen. Overal waren opflitsende spiegelsignalen te zien, niet alleen vanaf de druipbergen. Een paar keer had de sonde ook zulke daglichtsignalen opgevangen vanaf het vlakke land, vermoedelijk afkomstig van een klantvolk van de Demonen.
Er schoot een dorp het beeld in en Verst-in-de-achterhoede zette de beweging meteen sticlass="underline" ongeveer duizend huizen, op een hoogte van ongeveer drie kilometer, aan een kant van een magnifieke waterval. Aan de overzijde van het water bevond zich een aanlegkade voor de heteluchtballonnen, gemarkeerd door een rotspiek die fel-oranje geverfd was. Onder die kade was de helling van ijs en rotsen bezaaid met groepjes fabrieksgebouwen en loodsen, en daar weer onder bevond zich een tweede kade, eveneens voorzien van een oranje rotspiek. Of ze nu van boven of van beneden kwamen: ballonreizigers konden er terecht.
Verst-in-de-achterhoede bracht abrupt een ander dorp in beeld, dat ergens tachtig miljoen kilometer verderop lag. Het lag verspreid over een zacht glooiende groene helling en bestond uit huizen met schuine, door graszoden bedekte daken, en opnieuw een verticale strook gebouwen voor nijverheid en handel, zowel boven als beneden afgegrensd door een oranje gemarkeerde aanlegkade.
‘Acoliet,’ zei Louis, ‘jij hebt dit soort dingen al veel vaker gezien dan ik. Wat zou ik over het hoofd kunnen zien?’
Ik heb geen idee wat u over het hoofd zou kunnen zien, Louis. Ze hebben even weinig problemen met hun vuilafvoer als een school vissen, en —’
Louis begon hard te lachen; zijn witte tanden kwamen bloot. Acoliet wachtte tot hij uitgelachen was. ‘Hun huizen verschillen, maar de manier waarop ze gegroepeerd zijn volgt vaste patronen. De ballonnen en fabriekjes zijn overal zowat hetzelfde. Bram en ik vermoeden dat de spiegels van het Nachtvolk in staat zijn ontwerpen, kaarten, weersvoorspellingen en misschien ook geschreven muziek door te seinen — een soort handel in ideeën.’
‘De handel russen sterren is ook zoiets.’
De randmuur bestond uit een ononderbroken, naadloze strook scrith, het materiaal waarvan ook de vloer van Ringwereld was gemaakt en dat zo sterk was als de kracht die een atoomkern bij elkaar houdt. Maar zelfs die kracht is niet zo sterk als die van een meteoriet die tegen de snelheid van Ringwereld aanbotst, en Louis zag ergens hoog in de muur een gaatje — een paar miljoen kilometer tegendraai-waarts van die andere Grote Oceaan vandaan.
Maar voor de rest stonden de grote, lege houders voor de stuwers een kleine vijf miljoen kilometer van elkaar bovenop een saaie wand die eindeloos doorging. Een derde deel van die wand was aan de bovenrand voorzien van wat van deze afstand bezien een parallel gespannen draad leek. Dit fenomeen hadden ze elf jaar geleden al gezien; het was een magneetrail die nooit was voltooid.
Drieëntwintig van de houders bezaten nu weer stuwers. Bij de sterkste vergroting waren de gepaarde torussen van de Bussard-duwstraal nog net te onderscheiden.