Verst-in-de-achterhoede maakte geluiden die het midden hielden tussen zingen, fluiten en snarenspel. Het patroon lichtte op en kwam naderbij.
Bijna recht van boven bezien deed het bebouwingspatroon van dit druipbergdorp denken aan een groot, vlekkerig kruis. De huizen waren wit, maar van een andere kleur wit dan de sneeuw. Ze bezaten schuine daken die door sneeuw bedekt waren en ze stonden op min of meer vlakke bergrichels die werden afgewisseld door stukken kaal rotsgesteente en sneeuwvlakten, waarin zwarte paden afgetekend stonden. Het geheel van de spaarzame bebouwing strekte zich over een lengte van wel dertig kilometer uit.
Dwars op die strook, in het midden, bevond zich aan weerszijden een tweede strook, veel dichter bebouwd, met fabrieken, schuren en loodsen, die schuin naar boven liep van ongeveer achttienhonderd tot drieduizend meter hoogte. Aan de top en de voet van het dorp waren hoekige oranje herkenningspunten te zien, en ook kleinere stippen van andere kleuren.
Bram wist zijn kwade humeur nauwelijks te bedwingen. ‘Ik had je nodig. Ik was bang dat de sonde gepasseerd zou zijn voordat jullie terugkwamen. Zie je waarom dat een probleem had kunnen worden?’
‘Nee… ja.’
Toen zag Louis het ook: drie zilverige vierkanten, drie van die bovenmaatse vrachtplaten. Een ervan was leeg, een was beladen met een vracht waarvan de aard moeilijk vast te stellen was, maar de derde was een bruin vierkant met een zilveren rand eromheen: deze plaat droeg nog steeds de kruiser van de Machine-mensen met zich mee! De plaat was met kruiser en al geparkeerd op de bovenste kade, vlak naast een naakte rotspiek die oranje geschilderd was, en niet ver van twee min of meer ronde vlekken van geel en oranje en kobaltblauw: leeggelopen ballonnen.
‘Dat was een razendsnel tochtje,’ zei Louis.
Het daglicht sloeg toe met een snelheid van ruim twaalfhonderd kilometer per seconde. Het scherm flitste op in een orgie van wit licht, maar hernam al snel een natuurlijker kleurenpatroon.
‘Ze hebben hun eigen netwerkoog,’ bracht Acoliet iedereen in herinnering.
Verst-in-de-achterhoede het een scherm verschijnen naast dat van de sonde (nummer vier al) en ze kregen een uitzicht vanaf de boegkant van de kruiser.
Daar zagen ze twee Rode Herders, dik ingepakt in mooie, grijs-en-wit gestreepte bontjassen. Louis zag alleen reepjes rode polshuid die uitstaken boven lange handschoenen, maar wie zouden het anders kunnen zijn? De onbevreesde vampierdoders.
Een paar grotere, eveneens in bontmantels gehulde gestalten moesten toebehoren aan druipberg-mensen. Ze hadden brede handen, met dikke, knobbelige vingers. De glimpjes die hij opving van hun gezichten, die onder hoofdkappen schuilgingen, waren zilverig grijs, net als hun handen. Ze waren allemaal aan het werk en bliezen grijze adem-wolkjes uit. Rode en bruine handen grepen de rafelige randen van het venster beet en het beeld begon te schokken.
‘De sonde zal een heel eind zijn doorgeschoten voordat we voldoende vaart hebben kunnen minderen,’ zei Verst-in-de-achterhoede. ‘Moet ik haar terugsturen om nog eens te kijken?’
‘Waarom?’ vroeg Bram. ‘We hebben genoeg gezien. Verst-in-de-achterhoede, onze sonde nadert nu het begin van de transportrail, van hieruit gezien, en daar kunnen zich waarnemers bevinden. Dus breng de sonde zo snel mogelijk naar de achterkant van de randmuur.’
‘Akkoord. Twaalf minuten.’
De sonde bewoog zich nu in het volle licht van de zon en had het dorp ver achter zich gelaten. Het gesloopte netwerkoog bewoog zich nog steeds schokkerig; kennelijk werd het via een moeizaam traject — voetsteunen en handgrepen in het rotsgesteente — ergens naar toe gesleept. Het leek alsof er steeds andere vensters voor het venster werden geschoven.
‘Waar zijn jullie geweest?’ vroeg Bram.
Louis was degene die antwoord gaf. ‘Het moment om ruimtepakken te controleren —’ ‘Ja. Rapporteer.’
‘— is voordat je een vacuüm in gaat.’ ‘Jij gebruikte een controlelijstje. Ik gebruik mijn geest.’ ‘En je eerste vergissing zal gedenkwaardig zijn.’ ‘Rapporteer verder.’
Ik kan niets zeggen over het pak van een Poppenspeler. De onze zullen ons twee falans in leven kunnen houden. We hebben alles gevuld en opgeladen wat maar te vullen en op te laden was. Verst-in-de-achterhoede beschikt nog over zes ongebruikte stapschijven en we kunnen een paar andere die we nu gebruiken een nieuwe bestemming geven. We kunnen overal netwerkogen spuiten. Er zijn geen wapens in het landersruim. Die zul je wel ergens veilig opgeborgen hebben. Jij beslist wat je ons wilt laten meenemen. Verder hebben we niets kunnen bedenken wat gecontroleerd moest worden.’
Bram zei niets.
Het beeld vanuit het kraaiennest van de Verborgen Patriarch was nog steeds onveranderd en Verst-in-de-achterhoede sloot dat scherm met een hortend gefloten riedeltje. De brandstofsonde schoot nu langs een ringmuur die lichtelijk violet gekleurd was. Het venster ernaast het zien dat het netwerkoog nog wel schokte, maar nu werd vervoerd over een echt pad en naar beneden werd gedragen, waar zich een aantal rechthoekige vormen aftekenden in de sneeuw.
‘Je was stervende,’ zei Verst-in-de-achterhoede.
‘Heb je gezien… nee, laat maar,’ zei Louis. ‘Kun je me de medische analyse laten zien?’
De Poppenspeler maakte een rinkelend geluid. Louis Wu’s medische status blokkeerde een deel van het zicht op de twee schermen. ‘Hier. Het is in Interspraak.’
Chemisch… grondige herstructurering… diverticulitis… verrek!
‘Je kunt wennen aan de effecten die door ouderdom worden veroorzaakt, Verst-in-de-achterhoede. Oude mensen zeggen vaak: als je ’s morgens wakker wordt zonder ook maar ergens een pijntje te voelen, dan weet je zeker dat je die nacht gestorven bent.’
‘Niet grappig.’
‘Maar zelfs een idioot kan raden dat er iets mis is als hij een mengsel van gas en urine begint te pissen.’
Ik zou het ongepast vinden je op zulke momenten te observeren.’
‘Een hele opluchting. Maar toch, zou je het gemerkt hebben?’ Louis las verder. ‘Diverticulitis, dat is een soort ontsteking in een uitstulping van bijvoorbeeld een darm. Mijn darm! In dit geval mijn dikke darm. De ontsteking bleek ver genoeg door gewoekerd te zijn om mijn blaas aan te tasten. Daardoor ontstond er een gat in de wand, en vervolgens een soort verbindingsbuisje tussen de darm en de blaas, een fistel.’
‘Wat dacht je?’
Ik had mijn kleine autodok. Die gaf me antibiotica. Een paar dagen hoopte ik… Weet je, er bestaan bacteriën die in een menselijke blaas gas kunnen produceren. Maar dat probleempje zou door de antibiotica verholpen zijn. Dus ik begreep dat ik dringend een loodgieter nodig had.’
Acoliet staarde zelden iemand recht in de ogen, maar nu deed hij het. ‘U was stervende? En toch sloeg u het aanbod van Verst-in-de-achterhoede af?’
‘Ja. Verst-in-de-achterhoede, als je dat geweten had, zou je mijn contract dan nog geaccepteerd hebben?’
‘Geen serieuze vraag. Louis, ik wil uitdrukking geven aan mijn bewondering. Je bent een beul van een onderhandelaar!’
‘Dank je.’
‘Laat dan nu het uitzicht vanaf onze sonde maar weer zien,’ zei Bram. ‘Dank je. Over zes minuten zullen we naar de bovenkant van de randmuur stijgen en oversteken naar de buitenkant. Ik neem aan dat we daardoor de verbinding niet kwijtraken, Verst-in-de-achterhoede?’
‘Scrith houdt een percentage van de neutrino’s tegen, hetgeen betekent dat er zich in de vloer van Ringwereld bepaalde nucleaire processen afspelen. Het signaalverlies is echter voorspelbaar en ik kan het grotendeels compenseren.’
‘Mooi zo,’ zei Bram. ‘Is mijn pak in orde?’
‘Wat dacht je? Het is tenslotte mijn reservepak,’ zei Louis. ‘Kies zelf maar het pak dat het grootste vertrouwen bij je oproept, dan neem ik het andere wel.’
De relatieve snelheid van de sonde werd trager en trager.