‘Zo gemakkelijk komen ze niet van me af,’ zei Bram. Hij draaide zich om. ‘Verst-in-de-achterhoede, waarom heb je al een hele tijd geleden een verbinding aangebracht tussen Weversdorp en de controlekamer van de meteorenafweer?’
‘Vraag het Louis Wu,’ zei de Poppenspeler.
‘Louis?’
Men berispt een Piersons-poppenspeler niet wanneer deze zich laf opstelt. Louis wierp slechts een vluchtige blik op Verst-in-de-achterhoede. ‘Het heeft te maken met de morele clausule in het contract, Bram. Ik heb jou ongeschikt bevonden om over Ringwereld te heersen.’
Brams hand sloot zich als een bankschroef om Louis’ linkerschouder en tilde hem op. Louis zag dat de Kzin zich schrap zette en zich koortsachtig afvroeg of hij tussenbeide moest komen. De beschermheer zei: ‘Waar haalt een onnozele voortplanter de bespottelijke arrogantie vandaan… Het komt door Teela, waar of niet?’
‘Wat?’
‘Zij heeft je gedwongen haar te doden. Zij heeft je gedwongen honderden miljoenen druipbergbewoners te doden om de Boog weer op zijn plaats te brengen. Natuurlijk moest ze sterven om de gegijzelden te redden die ze aan mij had gegeven. En natuurlijk zou de Boog met de zon in botsing zijn gekomen als er geen plasma was gekomen om de stabilisatiestuwers te voeden. Maar waarom heeft ze die taken uitgerekend aan jou opgedragen?’
‘Zeg het maar. Waarom?’
Bram had Louis weer op zijn voeten laten zakken, maar zijn houdgreep was nog even onwrikbaar. Ik heb je dossier in de scheepscomputer bestudeerd. Jij creëert problemen en laat ze vervolgens voor wat ze zijn.’
Louis geloofde dat hij bereid was te sterven, maar dit begon langzamerhand een beetje al te zot te worden. ‘Wat voor problemen, Bram?’
‘Jij hebt een gevaarlijke buitenaardse soort ontdekt in de ruimte. Je bent onderhandelingen begonnen, je hebt die lieden de weg naar jouw thuiswereld gewezen, en daarna heb je het aan beroepsdiplomaten overgelaten met hen tot overeenstemming te komen. Teela Brown is door jou naar Ringwereld gebracht en vervolgens door jou onder de hoede van iemand anders gelaten.’
‘Verrek, Bram, dat was haar eigen verdomde keus!’
‘Halrloprillalar is door jou naar de Aarde gebracht, jij hebt toegestaan dat ze werd ingepikt door de arm. Ze is gestorven.’
Louis bleef stil.
‘Ondanks Teela heb jij je verantwoordelijkheid drieënveertig falans lang genegeerd. Alleen angst voor de dood was in staat je hierheen terug te brengen. Maar je hebt haar boodschap goed begrepen, Louis, waar of niet?’
‘Nu praat je pure —’
‘Jij moest de veiligheid van Ringwereld beoordelen. Zij vertrouwde jouw wijsheid, Louis, niet die van haarzelf. Ze was slim, maar onzeker.’
Verst-in-de-achterhoede liet zich horen vanachter de veiligheid van de keukenwand. ‘Teela was niet wijs. Beschermheren zijn niet wijs. Hun motieven komen niet voort uit de voorste hersenhelft, Louis. Maar misschien was ze net wijs genoeg.’
‘Verst-in-de-achterhoede, je praat onzin,’ zei Louis. ‘Bram, ik ben gewoon van nature arrogant. Jij zoekt achterliggende motieven die er niet zijn. Intelligente mensen hebben daar een handje van.’
‘Wat zal ik doen met de beschermheren die mijn partner hebben gedood?’
‘We zullen de mensen van Hoogtepunt nog eens vriendelijk vragen of we met een van hun beschermheren kunnen praten. We zullen hun duidelijk maken dat zij de randmuur onder hun hoede hebben. Bram, beschermheren die banden hebben met de bewoners van de druipbergen hebben er alle belang bij Ringwereld te beschermen tegen elk denkbaar gevaar. Wat er ook gebeurt, steeds is de randmuur als eerste de klos, en wie zou dat beter weten dan zijzelf?’
Bram knipperde met zijn ogen. ‘Ja,’ zei hij toen. ‘Het volgende. Ik heb meer dan zevenduizend falans geheerst vanuit het Reparatiecentrum. Hoe beoordeel jij mijn —’
Ik weet wat je gedaan hebt. De data, Bram, de data! Je hebt niet eens geprobeerd ze verborgen te houden!’
‘Jij hebt gepraat met te veel soorten. Jij hebt te verre reizen gemaakt. Hoe had ik kunnen liegen? Je zou er misschien achtergekomen zijn.’
‘Persoonlijk,’ liet Acoliet weten, ‘snap ik hier geen bal van.’
Louis was de Kzin bijna vergeten. Hij zei: ‘Fluister en hij hebben… hoe lang, Bram? Honderden falans? Ze hebben in elk geval heel lang naar de mysterieuze meester-beschermheer gezocht. Maar het duurde te lang, zelfs al konden ze gebruik maken van de telescoopschermen in het Reparatiecentrum. Ringwereld is gewoon te groot! Maar als je weet waar een beschermheer zal opduiken, kun je zorgen dat je daar eerder bent dan hij. Een ramp lokt beschermheren aan. Zoals Bram. Je moet nog wel iets doen aan dat ARM-moederschip, vergeet je het niet?’
‘Nee,’ zei Bram.
‘Fluister en Bram ontdekten op een gegeven moment dat er een grote massa op Ringwereld dreigde te storten. Dat was alles wat ze nodig hadden, want daar zou Saturnus iets aan moeten doen. Hij zou dus naar het Reparatiecentrum komen. Fluister en Bram zouden hem opwachten. Akkoord, Bram?’
Stilte.
‘Misschien wist Saturnus hoe hij de inslag kon voorkomen. Bram en Fluister zouden dus even afwachten, snap je? Kijken of hij ertoe in staat was. Maar Bram wist dat er iets mis was…’
‘Louis, wij dachten dat het zijn gewoonte was. Zijn eerste stap was dat hij zijn eigen veiligheid begon te regelen. Wij, wij konden het niet. Wij konden het niet.’
Brams vingers boorden zich nu zo diep in de schouder van Louis dat er bloed verscheen.
‘Jullie hebben hem gedood voordat hij klaar was,’ zei Louis.
‘We waren bijna te laat! We hebben elkaar beslopen. Fluister en ik hadden die enorme ruimten goed verkend en overal vallen aangebracht — maar hij ook.’ Bram sprak nu tegen Acoliet, want hij wist dat deze verzot was op verhalen over duels. ‘Anne werd voor de rest van haar leven kreupel. Ik begrijp nog steeds niet hoe hij in het donker mijn heup en mijn been heeft kunnen verbrijzelen. We hebben hem gedood.’
‘En toen?’ vroeg Louis.
‘Hij wist het ook niet! Louis, we hebben al zijn spullen doorzocht, hij had niets van belang bij zich!’
‘Wat hij ook bij zich had, hij heeft niet de kans gekregen er gebruik van te maken. Maar Fluister en jij hadden helemaal geen idee!’
‘Acoliet —’ begon Bram.
‘Jullie hebben toegestaan dat Vuist-van-God een gat in Ringwereld sloeg!’
‘Acoliet! Er wacht me een vijand op in de controlekamer van de meteorenafweer. Hier is je dolk. Ga mijn vijand doden.’ ‘Ja,’ zei Acoliet.
Bram ontlokte zijn excentrieke fluit een paar schrille trillers. De Kzin stapte naar voren en flitste weg. Louis probeerde hem te volgen, maar Brams greep op zijn schouder gaf geen centimeter mee.
‘Jij bloedzuigend bastaardkind!’ zei Louis.
‘Jij weet waar ik moet zijn, maar de rest beslis ik zelf. Kom.’ Bram en Louis gingen op de stapschijf staan en flitsten weg.
31. De troon van Ringwereld
Ze kwamen de schemering in de controlekamer van de meteorenafweer binnengeflitst, maar Louis kreeg een flinke zet en vloog nog een eindje verder. Hij probeerde zijn val te breken door in elkaar te duiken. Hij ving een glimp op van Bram — die een krankzinnige riedel hoboachtige fluitmuziek stond weg te geven. Iets monsterlijks en donkers besprong Louis, en iets veel snellers schoot op Louis en zijn aanvaller af.
Louis landde op zijn rechterschouder — precies daar waar de vampier-beschermheer zijn smerige klauwen in de spieren en bloedvaten ter plekke had geboord. Louis slaakte een kreet en het zich over de vloer rollen, en de eerste aanvaller belandde grotendeels boven op hem. De tweede weerde een reflextrap van een oranje-behaard been af en stond toen op de stapschijf. Hij speelde een stukje fluit-hobo-muziek en was verdwenen.