Выбрать главу

Wat betekende het? Voor Jens? Voor haar dochter? Voor haar ouders? Hun wereld was verdwenen. De grond onder haar voeten begon te verschuiven en haar hand greep het smeedijzeren hek van haar huis stevig vast, alsof dat dunne materiaal kon voorkomen dat het heelal op haar neerstortte.

Jens, ben je hier in de stad? Heb je het scheepskanon gehoord?

Ze was ervan overtuigd dat Jens nog leefde, dat hij nog steeds dezelfde nachtlucht inademde als zij. Ze had geen idee waarom Arkin geen kogel zou jagen door het hoofd van de man die hem kreupel had gemaakt, maar niets zou haar ervan kunnen overtuigen dat hij dood was. Niets. Ze greep het ijzige metaal van het hek nog steviger vast. Het kwam door de manier waarop zijn gedachten haar hoofd binnendrongen. Ze kon de kasja voor het ontbijt in een pan staan roeren, en opeens kon ze hem horen zuchten; ze wist dan dat hij zich voorstelde hoe ze haar haar achter haar oor schoof en het puntje van haar tong tussen haar tanden klemde als ze zich concentreerde. Ze draaide zich dan met een ruk om van het fornuis, maar hij was er nooit. Of wanneer ze kwaad was op de schoffies van beneden die een bal door het raam hadden geschopt terwijl nergens glas te krijgen was, hoorde ze Jens op exact datzelfde moment denken dat de meeste kinderen van dit land niet konden lezen en dat het eerste wat deze revolutie tot stand moest brengen gratis en verplicht onderwijs voor iedereen was.

Ze klampte zich aan deze gedachten vast. Elke gedachte die haar hoofd binnenglipte werd door haar zorgvuldig in watten verpakt en bewaard, zoals een entomoloog vlinders zou verzamelen. Ze haalde ze tevoorschijn om er steeds weer naar te luisteren als ze ’s nachts in bed lag, met zijn kussen in haar armen. Ze zag nu hoe de brand de duisternis van de stad verjoeg, maar haar eigen duisternis bleef, zwaar en volledig.

‘Je zult hem echt niet in die vlammen vinden.’ De stem kwam uit de nacht tot haar.

‘Liev?’

De zware gestalte van Liev Popkov kwam vanuit de schaduwen in een plas lantaarnlicht zodat ze hem kon zien. Groter dan ooit. Zijn lege oogkas werd bedekt door een zwarte lap, en er vielen zwarte kroeskrulletjes over het litteken op zijn voorhoofd. Ze was blij hem te zien. Dat verbaasde haar.

‘Geen paarden meer?’ Hij gebaarde naar de stallen waar hij vroeger met Jens had zitten kaarten, en Valentina besefte voor het eerst dat hij zijn vriend moest missen.

‘Nee, ik heb ze verkocht.’

Zonder het zelfs maar te vragen waren hele gezinnen in haar stallen getrokken zodra ze leeg waren, en ze sliepen in de boxen, onder een berg stro, en ze aten haver uit de bakken. Ze protesteerde niet. Het kon haar niets schelen. Ze wilde iets voor deze mensen voelen, maar ze kon het niet. Mensen als zij waren de reden dat ze haar man had verloren, haar zusje had verloren – dit waren degenen voor wie Arkin streed. Zien jullie niet wat jullie doen? wilde ze tegen hen roepen. Zien jullie niet dat jullie alles verwoesten wat goed is in Rusland, naast alles wat er slecht is?

Snel trok ze Popkov uit het licht. ‘Heb je nieuws?’

‘Ja.’

‘Over Jens?’

‘Nee.’

Ze liet het hem niet horen. Ze maakte geen geluid, zelfs niet de zachtste gesmoorde kreet, hoewel de teleurstelling haar botten dreigde te breken. ‘Over wie dan wel?’

Hij grinnikte even, en ze had hem het liefst hard aan zijn baard getrokken. ‘Over wie?’ vroeg ze weer.

‘Over een zekere Erikov. Ik heb gehoord dat hij een medewerker van kameraad Lenin is.’

‘Wat heb ik daarmee te maken?’

‘Hij heet Viktor Erikov.’

Haar hart stond stil. ‘Viktor Erikov?’

‘Arkin heeft zijn naam veranderd. Daarom konden we die gore klootzak niet vinden.’

‘Waarom zou hij dat hebben gedaan?’

De grote schaduw bewoog even. ‘Vanwege jouw familie. Omdat de naam Arkin te dicht bij minister Ivanov was. Hij wil daar afstand tussen brengen.’

Ze knikte. ‘Weet je waar hij is?’

‘Nog niet. Maar ik kom er wel achter.’

‘Zul je het me vertellen?’

Da. Het zal waarschijnlijk je dood worden, maar ik zal het je vertellen. Blijf tot zolang binnen.’

‘Waar zijn de opstandelingen?’

‘Overal. Die verdomde bolsjewieken hebben de stations bezet en de telefoondienst overgenomen. Ze hebben zelfs de staatsbank bestormd. Het is ze menens, dus blijf binnen.’

‘Dank je, Liev.’

Een schouderophalen en hij draaide zich om.

‘Liev.’ Ze greep zijn arm. Die voelde aan als een rotsblok. ‘Ik vind het heel verdrietig, van je oog. Pas goed op jezelf.’

Hij gromde iets onverstaanbaars, een diep grommen in zijn granieten borst, en hij liep met grote stappen weg, de nacht in.

‘Blijf binnen, Lydia. Hou de deur op slot. Doe voor niemand open.’

‘Maar als ik naar de wc wil, mama?’

‘Dan gebruik je de emmer.’

Het keurige neusje rimpelde van afkeer.

‘Ik meen het, Lydia.’

‘Waar ga je naartoe?’

‘Ik ga papa zoeken.’

Het hartvormige gezichtje keek haar stralend aan. ‘Mag ik mee?’

‘Nee. Je moet gehoorzaam zijn. Papa zal alleen terugkomen als jij gehoorzaam bent.’

‘Ik zal gehoorzaam zijn, mama.’

Haar dochter trok haar meest engelachtige gezichtje maar Valentina liet zich niet misleiden. ‘Ik meen het. Doe de deur niet open. Beloof het.’

‘Ik beloof het.’

Ze kuste haar dochters wilde haar en dwong zich haar te geloven.

‘Valentina!’

Ze stond in de portiek bij doktor Fedorin, maar ze keek achterdochtig over haar schouder. De stad was nu rustig, als een wolf die slaapt na een goede jacht. Maar dat betekende niet dat hij niet weer op jacht zou gaan.

Fedorin trok haar zijn huis in en deed de deur snel dicht. ‘Je had vandaag echt niet de straat op moeten gaan, Valentina. Het is te gevaarlijk.’

‘Ik ben alleen maar gekomen om te horen of u iets weet.’ ‘Mijn lieve kind, de stad is in ons gezicht ontploft. De bolsjewistische revolutie scheurt Petrograd uit elkaar en hun Rode Garde arresteert iedereen die niet van hun eigen soort is. Fabrieksbazen, bankiers en allerlei politici zijn…’ Hij zweeg toen hij haar lippen bleek zag worden.

‘Mijn vader is een van die politici.’

Hij schudde vol wanhoop zijn hoofd. ‘Ga niet naar hem toe, liefje.’

‘Ik moet wel. En hoe zit het met u?’

‘Maak je geen zorgen, ik ben veilig. Ik ben een dokter. Ze zullen me nodig hebben. Ik zie dat jij je verpleegstersuniform aanhebt, dus dat zou je moeten beschermen.’

Ze deed haastig de deur weer open. ‘Daar reken ik ook op.’

Het was allemaal goed verlopen, beter dan Arkin had durven dromen. De regering van Kerenski was omgevallen als een dood schaap, zodat de Roden de macht hadden kunnen grijpen. Maar – hij glimlachte in zichzelf toen hij aan Kerenski’s stommiteit dacht – vanavond zouden ze een grote schok krijgen want dan zouden ze allemaal in het Winterpaleis worden gearresteerd. Kerenski’s kabinet zou voor het einde van deze dag in cellen van de Petrus-en-Paulusvesting worden opgesloten. Hij liep rondjes in zijn kantoor om de pijn in zijn been te verlichten, terwijl hij wachtte tot de volgende gevangenen zouden worden binnengebracht.

Zijn gedachten gingen naar Friis. Elke dag moest hij aan die ingenieur denken. En aan dat meisje Ivanova. Ze waren doorns in zijn vlees die hij niet weg kon snijden, hoe scherp zijn mes ook was. Hij trok aan zijn sigaret, zoog zijn longen vol rook maar was niet in staat het beeld van hen uit zijn gedachten te verdrijven, de herinnering aan hoe ze samen door de regen holden, arm in arm, de lichamen gebogen tot één enkele vorm, zonder de ogen van elkaar af te kunnen houden.

Ze had gelijk gehad. Valentina Ivanova wist precies wat ze deed. Hij moest elke dag aan haar denken, net zoals ze had gezegd, maar de ironie was dat als hij geen verminkte knie had ge had, hij waarschijnlijk inmiddels dood was geweest. Valentina had zijn leven gered. Hij zou anders lang geleden een uniform hebben moeten aantrekken om in een zinloze oorlog tegen Duitsland naar het front te worden gestuurd. Hij was dan kanonnenvoer geworden, was ergens op een slagveld neergemaaid, en dan was Valentina van hem verlost geweest. Behalve wat het kind betrof, zíjn kind – dat deel van hem zou ze altijd nog hebben. Als het van hem was. Daar zou hij nooit zeker van kunnen zijn, of wel soms?