De muziek was rauw, met noten die pijn deden aan Jens’ oren. De akkoorden botsten terwijl Valentina’s handen over de toetsen vlogen, heen en weer schoten en neervielen als kapotte vleugels. Het geluid vulde elke hoek van de muziekkamer, bracht de lucht in beweging met luide crescendo’s en tedere, smachtende passages die zijn hart braken.
Hij zat daar urenlang en zag elke trilling van haar lichaam en luisterde naar de kreten die ze niet slaakte. Ze speelde alsof een vloedgolf van muziek elke uithoek van haar binnenste kon bereiken, om haar aderen, haar botten, haar geest te overstromen zodat er geen ruimte bleef voor verdriet of pijn, geen lucht om in te ademen. En toen hij van zijn stoel opstond, naar de piano liep en zijn armen van achter af om haar heen sloeg, drukte hij haar tegen zich aan zodat haar handen niet konden spelen. Ze fladderden in wanhopige, lege bewegingen. Haar hele lichaam beefde, tot er iets in haar binnenste knapte. Ze draaide zich binnen zijn omhelzing om en klampte zich aan hem vast.
37
Er volgde een periode van betrekkelijke rust. Arkin kon de stilte voelen, alsof Petersburg de adem inhield, en hij was extra op zijn hoede, wisselde steeds van verblijfplaats, bleef nooit ergens lang, altijd zonder wortels, zonder schaduw. Toch kon hij zich er niet toe brengen bij de Ivanovs vandaan te blijven. Ze trokken hem zoals de zomer zwaluwen trekt.
Hij sloeg hen gade, met hun komen en gaan, de moeder lang en recht in zware rouwkleding, haar dochter naast haar in het zwart, maar op de een of andere manier niet in de rouw. Er was een alertheid in de tred van de jonge Ivanova, en een snelheid in haar bewegingen, een woede in de klap waarmee ze het portier van het rijtuig dichtsloeg. Hij bleef uit het zicht maar zijn ogen volgden haar en hij hoorde opnieuw haar woorden in zijn hoofd: Heb je dan geen geweten? Begreep ze het dan niet? De revolutionair verbreekt alle banden met de sociale orde en de bijbehorende ethische codes, omdat alleen het buitensluiten van zulke waarden een radicale omwenteling teweeg kan brengen. De oude orde móést worden vernietigd. Zij maakte deel uit van de oude sociale orde, hand in hand met haar moeder.
Dus waarom kon hij hen dan niet vernietigen?
Bij het huis kwamen en gingen rijtuigen en automobielen, vrienden die kwamen condoleren, en jonge vrouwen van wie hij veronderstelde dat ze uit haar schooldagen waren. De begrafenis zelf vond hij weerzinwekkend. Een lange rij rijtuigen die met zwarte rouwfloersen waren behangen, paarden met zwarte pluimen, rouwjurken die de stad moesten hebben beroofd van alle zwarte zijde, en sieraden met gitten. Als minister Ivanov niet in staat was het losgeld voor zijn dochters te betalen, waar had hij dan het goud gevonden voor dit opzichtige vertoon? Nog meer krediet bij de banken? Terwijl arbeidersmannen en -vrouwen in krotten moesten leven, kregen de rijken paleizen om in te sterven. Hij spuugde op de grond buiten de kerk. De dood aan hen allen.
Toch wilden zijn voeten niet weglopen. Ze bezaten een geduld waaraan het zijn hoofd ontbrak, en toen hij in de schaduw van de Kazankathedraal tegen een muur leunde, verwenste hij het feit dat hij de Ivanovs ooit had ontmoet. De vader kwam als eerste door de enorme deuren naar buiten, maar Arkin schonk hem slechts oppervlakkige aandacht. Hij was het soort man dat riep dat revolutionairen aan straatlantaarns moesten worden opgehangen, als waarschuwing voor anderen. Zijn dag des oordeels zou komen.
Naast hem stond zijn vrouw, met gebogen hoofd, en met een zware sluier die haar aan het zicht onttrok. Hij had die sluier het liefst weggerukt om in haar ogen te kunnen kijken, te zien wat er in haar geest lag. Ze liep langzaam, alsof het veel inspanning kostte, maar de dochter, die achter hen liep, liet haar hoofd niet hangen en sloeg haar blik niet neer. Zodra ze naar buiten kwamen in het herfstige zonlicht strekte ze die lange hals van haar en keek aandachtig naar de menigte die zich rond de kathedraal had verzameld om te kijken. Haar ogen gleden heen en weer, kennelijk op zoek naar iemand die ze verwachtte te zien, en Arkin trok zich nog verder terug in de schaduwen.
Want hij besefte dat hij die iemand was.
Arkin was in het geheime kamertje toen Valentina opnieuw naar de kerk van vader Morozov kwam. Het was een klein, benauwd hokje achter een paneel in de kamer in het souterrain en zodra hij haar boven aan de trap met de priester hoorde praten, verdween hij erin.
‘Zoals je ziet, liefje, is het precies zoals ik heb gezegd. Hij is hier niet.’ De stem van vader Morozov was vriendelijk.
Er viel een lange stilte en Arkin kon haar voetstappen door de kamer horen gaan. Af en toe bleef ze staan en hij stelde zich voor dat ze het minste geluid probeerde op te vangen, in de lucht snuffelde op zoek naar sporen van hem.
‘Het ruikt hier naar sigaretten,’ merkte ze op.
‘Er komen hier veel mannen om te roken, maar niet Viktor Arkin. Luister goed, mijn lieve kind, en geloof wat ik zeg. Hij was in Moskou en is een paar dagen geleden naar Petersburg teruggekomen, maar nu is hij weer weg. Ik weet niet zeker waarheen. Hij had het over Novgorod, dus misschien is hij daar. Ik heb hem jouw boodschap gegeven, dat je hem zoekt, dus ga nu in vrede, mijn kind, en vergeet onze vriend.’
‘Vader,’ zei Valentina, en Arkin glimlachte want hij had die toon eerder gehoord, ‘die man is niet mijn vriend. Zeg tegen hem dat er niet genoeg dagen in het jaar of genoeg plaatsen in dit land voor hem zijn om zich te verstoppen, zeg hem dat ik hem zal vinden, zeg hem…’ Haar woorden stokten en de plotselinge stilte leek tegen de muren te weergalmen. Toen de woorden weer begonnen was haar stem veranderd. ‘Zeg hem,’ zei ze, zo zacht dat hij het amper kon verstaan, ‘dat ik hulp nodig heb.’
De studeerkamer van minister Ivanov beviel Jens niets. De kamer was net als de man zelf: opschepperig en opzichtig, met vertoon van allerlei successen in trofeeën en zwaarden en schilderijen in vergulde lijsten, met afbeeldingen van grote Russische veldslagen – maar net als de man zelf begon alles aan de randen af te bladderen. Het indrukwekkende bureau vertoonde littekens van brandende sigaren, er zat een inktvlek op het tapijt en op één muur zat een lichte plek op het behang waar een schilderij was weggehaald. Ongetwijfeld opgeëist door een bank. Jens zat op de stoel, met zijn handen werkeloos in zijn schoot, ondanks hun behoefte om Ivanov bij de strot te grijpen, die aan de andere kant van het bureau verveeld aan een dikke sigaar zat te trekken.
‘U kunt Valentina niet dwingen tot een huwelijk dat ze niet wil,’ verklaarde Jens.
‘Het antwoord is nog steeds nee, Friis. Ze zal met geld moeten trouwen, dat weet ze.’
‘Ik ben niet armlastig.’
‘Het antwoord is nee.’
Jens bedwong zijn woede en zei koeltjes: ‘Ik werk nauw samen met minister Davidov. Ik geloof dat u hem kent.’
‘Ja. Maar wat heeft dat hier in hemelsnaam mee te maken?’
‘Hij heeft eerder dit jaar zijn vrouw verloren.’
‘Dat weet ik. Heel droevig. Maar wat zou dat?’
‘Dus heeft minister Davidov geen belangstelling meer voor zijn privéleven. Toch is hij nog steeds ambitieus, ondanks zijn leeftijd. Vorige maand heeft hij de uitgebreide bezittingen geërfd van zijn broer, die bij een motorongeluk is omgekomen.’
Ivanov kneep zijn ogen een eindje dicht. ‘Ga verder.’
‘Hij zoekt naar manieren om die erfenis te investeren in het bevorderen van zijn carrière, in het verbreden van zijn interesses. Ik heb geruchten vernomen dat hij belangstelling heeft voor het leiden van diverse comités die u onder uw hoede heeft, dus misschien zou ik bij hem een opmerking kunnen laten vallen als…’ Daar liet hij het bij.
Ivanov kon de hebzucht in zijn ogen niet verhullen. Jens klapte de mahoniehouten sigarenkist op het bureau open, haalde er een sigaar voor zichzelf uit en stak een hand uit naar de minister, die hem greep alsof het een reddingslijn was.