Phssthpok zat met koppige vasthoudendheid een serie antwoorden achterna, maar achter elk antwoord zaten weer meer vragen. Zijn gevangene rook verkeerd: vreemd, als een dier. Hij behoorde niet bij hen naar wie Phssthpok op zoek was gegaan. Waar waren die dan?
Ze waren niet hier gekomen. De inheemse bevolking van G0 Doelwit I-3 zou maar weinig tegenstand hebben geboden aan kolonisten, als dit ene exemplaar representatief was voor de rest. Maar Beschermheren zouden ze toch maar hebben geëlimineerd, als voorzorgsmaatregel. Een andere ster dus. Waar?
Misschien had de inheemse bevolking genoeg kennis van astronomie om het hem te kunnen vertellen. Met schepen als dit hier hadden ze misschien zelfs naburige sterren bereikt.
Phssthpok, op jacht naar antwoorden, dook in elkaar en sprong naar het vreemde ruimtevoertuig. Het was een sprong van een uur, maar Phssthpok had geen haast. Met zijn superieure reflexen had hij niet eens zijn reactiepistool nodig.
Zijn gevangene zat veilig opgeborgen. Te zijner tijd zou Phssthpok zijn taal moeten leren om hem te ondervragen. Ondertussen zou hij geen kwaad kunnen aanrichten. Hij was te bang, en te zwak. Voortplanters waren kleiner, maar sterker.
Het schip van zijn gevangene was klein. Phssthpok vond weinig meer dan een miniem leefgedeelte, een lange aandrijvingsbuis, en een ringvormige tank voor vloeibare waterstof, met een koelmotor. De langwerpige, spits toelopende brandstoftank kon worden losgekoppeld, en tegen de lange, smalle buis van de aandrijving konden er nog een aantal worden bevestigd. Langs de rand van het cilindervormige leefgedeelte zaten bevestigingspunten voor lading, stalen latten, opgevouwen netten met heel fijn gaas, en intrekbare haken.
Een paar van die haken hielden nu een lichtmetalen cilinder vast die tekenen van erosie vertoonde. Phssthpok bekeek het ding, wijdde toen zijn aandacht aan andere zaken zonder te hebben ontdekt waarvoor de cilinder diende. Het was wel duidelijk dat het niet nodig was voor een goed functioneren van het schip. Phssthpok vond geen wapens.
Hij vond wel inspectiepanelen in de buis van de aandrijving. Als hij de goede materialen had gehad, had hij binnen een uur zijn eigen kristal-zink fusie-buis gemaakt. Hij was onder de indruk. De inheemse bevolking was misschien intelligenter dan hij had gedacht, of misschien hadden ze meer geluk. Hij zweefde naar het woongedeelte, de ovalen deur door.
In de ruimte voor de piloot bevonden zich een versnellingsbank, kasten met bedieningsapparatuur in een hoefijzer er omheen, een lege ruimte achter de bank, die zo groot was dat je er redelijk uit de voeten kon, een automatische keuken, die deel uitmaakte van het hoefijzer, en verbindingen naar mechanische zintuigen, van het soort dat vaak werd gebruikt bij de oorlogen tussen de Paks. Maar dit was geen oorlogsschip. De zintuigen van dit ras waren minder scherp dan die van de Paks. Achter het leefgedeelte bevonden zich machines en tanks met vloeistoffen, die Phssthpok met veel belangstelling bekeek.
Als deze machines goed ontworpen waren, dan was G0 Doelwit I-3 bewoonbaar. Zeer bewoonbaar. Een beetje aan de zware kant qua lucht en zwaartekracht. Maar — voor een groep die al vijfhonderdduizend jaar onderweg was, zou het onweerstaanbaar geweest zijn.
Als ze tot hier waren gekomen, dan zouden ze hier hun reis hebben beëindigd.
Dat betekende dat het gebied dat Phssthpok zou moeten doorzoeken werd gehalveerd. Zijn doelwit moest zich in de richting bevinden van waaruit hij gekomen was, meer naar het hart van de Melkweg. Ze waren gewoonweg niet zover gekomen.
Het leefgedeelte bracht hem in verwarring. Hij trof dingen aan die hij niet begreep, die hij ook nooit zou begrijpen.
De keuken bijvoorbeeld. Gewicht was belangrijk in de ruimte. De inheemse bevolking zou toch zeker wel in staat zijn geweest om lichtgewicht-voedsel te maken, zo nodig synthetisch, waarmee de piloot voor onbepaalde tijd gezond kon worden gevoed. De besparing in moeite en brandstofverbruik zou enorm zijn geweest wanneer ze vermenigvuldigd was met het aantal schepen dat hij had gezien. In plaats daarvan namen ze liever een heel uiteenlopend pakket aan van tevoren bereide eetbare zaken mee, en ook een gecompliceerd apparaat om ze uit te kiezen en te bereiden. Ze hadden er de voorkeur aan gegeven dit voedsel te koelen, zodat het niet bedierf, in plaats van het te verpulveren. Waarom? Afbeeldingen bijvoorbeeld. Phssthpok begreep wat foto’s waren, en ook grafieken en kaarten. Maar de drie kunstwerken op de achterste wand vielen in geen van beide categorieën. Het waren schetsen in houtskool. Een ervan was van het hoofd van een inheems persoon, een persoon die veel leek op Phssthpoks gevangene, maar een langere haarkuif had, en ook eigenaardig gepigmenteerd was om de ogen en de mond; de andere twee moesten jongere uitvoeringen zijn van hetzelfde ras, dat onrustbarend veel weghad van de Paks. Alleen hoofd en schouders waren te zien. Wat was het doel van dit alles?
Onder andere omstandigheden had de versiering op Brennans ruimtepak een aanwijzing kunnen zijn.
Phssthpok had de versiering gezien, en er een deel van begrepen. Voor leden van een onderling samenwerkende, ruimteverkennende subgroep zou het handig zijn om de ruimtepakken te voorzien van een aantal felle kleuren. Anderen zouden dit code-patroon op grote afstand al kunnen herkennen. Het ontwerp van de inheemse scheen wat al te complex, maar niet zó complex dat Phssthpoks nieuwsgierigheid werd opgewekt.
Want Phssthpok zou nooit kunst of luxe begrijpen.
Luxe? Een Pak Voortplanter zou ervan kunnen genieten, maar was te stom om voor zichzelf luxe te scheppen. Een Beschermheer had er de motivatie niet voor. Het verlangen van een Beschermheer stond voor honderd procent in verband met de noodzaak om zijn bloedlijn te beschermen.
Kunst? Voor de geschiedenis van de Paks begon, waren er al kaarten en tekeningen bekend bij de Paks. Maar die waren bestemd voor de oorlogvoering. En je herkende je beminden toch niet op het gezicht. Ze hadden de juiste geur.
De geur van een beminde reproduceren?
Phssthpok had daar misschien wel aan gedacht als het schilderij op Brennans borst een ander schilderij was geweest. Dat zou nog eens een gedachte zijn geweest! Een methode om een Beschermheer in leven en in functie te houden, lang na de dood van zijn bloedlijn. Het zou een verandering kunnen hebben betekend in de geschiedenis van de Paks. Als Phssthpok tenminste duidelijk was gemaakt wat representatieve kunst betekende…
Maar wat kon hij wijs uit Brennans pak?
De borstpartij bevatte een kopie, in fluorescerende verf, van Salvador Dali’s Madonna van Port Lligat. Bergen dreven boven een zachte, blauwe zee, tegen alle wetten van de zwaartekracht in, de onderkant vlak en glad. Een vrouw en een kind waren te zien, bovennatuurlijk mooi, met ramen in hun lichaam. Niets voor Phssthpok.
Eén ding begreep hij meteen.
Hij was heel voorzichtig met het instrumentenpaneel. Hij wilde niets kapot maken voor hij had ontdekt hoe hij astronomische gegevens uit de computer kon halen. Toen hij de klep van het zonne-stormwaarschuwingscircuit opendeed om te kijken wat erachter zat, ontdekte hij dat het verrassend klein was. Nieuwsgierig keek hij wat beter. Het ding was gemaakt met magnetische monopolen. In één kangoeroesprong schoot Phssthpok door de interstellaire ruimte. Hij vuurde de helft van het gaspatroon in zijn reactiepis-tool af en kon toen verder alleen maar wachten tot het kwartier dat zijn vrije val zou duren voorbij was.
Hij was naar de vrachtcocon gesprongen. Het zou nodig zijn om de gevangene vast te gespen om hem te beschermen tegen de acceleratie. Een vluchtige inspectie van het vreemde schip had het gebied waar hij zijn doelwit moest zoeken al gehalveerd, en nu moest hij alles laten voor wat het was. De gevangene had misschien nog waardevoller inlichtingen. Toch betreurde Phssthpok het bitter dat hij hem zou moeten beschermen, want de tijd die hij daarvoor nodig had, zou hem zijn missie en zijn leven kunnen kosten.