Zijn aandacht was volledig gericht op de tape die hij snellas toen hij opnieuw werd gestoord. Een nauwelijks hoorbaar gemompel van stemmen vulde de leeskamer met een vormeloos, aanzwellend gefluister. Met een zucht draaide Luke zich om.
Iemand kwam naar hem toe gelopen met een doelbewuste tred die geen van de Struldbrugs hem had kunnen nadoen. De man had het lange, smalle lichaam van iemand die een paar jaar op een rekbank heeft doorgebracht. Zijn armen en de huid onder zijn keel waren even zwart als bij een neger, maar zijn handen en zijn diep doorgroefde gezicht waren zo zwart als een sterloze nacht, waarlijk ruimtezwart. Zijn haar had de vorm van een kaketoekuif, een tweeëneenhalve centimeter brede, sneeuwwitte strook van het midden van zijn hoofd tot in zijn nek.
Een man uit de Gordel was de Struldbrug Club binnengedrongen. Geen wonder dat ze fluisterden!
Hij bleef voor Lukes stoel staan. ‘Lucas Garner?’ Zijn stem en gedrag waren ernstig en formeel.
‘Inderdaad.’
De man begon wat zachter te spreken. ‘Ik ben Nicholas Sohl, Eerste Voorzitter van de Politieke Afdeling van de Gordel. Kunnen we ergens praten?’
‘Volgt u mij maar,’ zei Luke. Hij drukte op wat knoppen in de armleuning van zijn stoel, en de stoel schoof op een luchtkussen omhoog en gleed naar de andere kant van het vertrek.
Hij zocht een plaatsje uit in een alkoof, naast de hoofdzaal. ‘U hebt daar wel voor opschudding gezorgd,’ begon hij.
‘O? Waarom? De Eerste Voorzitter liet zich languit in een massagestoel vallen, liet de kleine motortjes zijn slappe lichaam kneden en de vermoeidheid eruit wegwerken. In zijn stem klonk nog steeds het radde, wat bruuske accent van de Gordel door.
Luke wist niet of hij nu een grap maakte of niet. ‘Waarom? Om te beginnen haalt u op geen stukken na de toelatingsleeftijd.’
‘De bewaker zei niets. Hij staarde gewoon een beetje.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen.’
‘Weet u wat me naar de Aarde heeft gevoerd?’
‘Ik heb het gehoord. Er is een buitenaards wezen in ons zonnestelsel.’
‘Het moest geheim blijven.’
‘Ik was vroeger een ARM, een lid van de Politiemacht van de Verenigde Naties. Ze hebben me pas twee jaar geleden gepensioneerd. Ik heb er nog steeds contacten.’
‘Dat heeft Lit Shaeffer me ook verteld.’ Nick deed zijn ogen open. ‘Neemt u me niet kwalijk als ik wat onbeleefd ben. Languit in de bank van een schip kan ik wel tegen die gekke zwaartekracht van jullie, maar ik vind het maar niets om er doorheen te lopen.’
‘Ontspan je dan.’
‘Dank je. Garner, niemand bij de VN schijnt te beseffen hoe urgent dit is. Er zit een buitenaards wezen in de ruimte. In onze buurt. Hij heeft een vijandige daad op zijn geweten: het kidnappen van een mijnwerker uit de Gordel. Hij heeft zijn interstellaire motor in de steek gelaten, en we kunnen allebei een redelijke gok doen naar wat dat betekent.’
‘Dat hij van plan is te blijven. Vertel me eens wat meer.’
‘De zaak is eenvoudig genoeg. Je weet dat het schip van de Buitenstaander bestond uit drie gemakkelijk vast en los te koppelen delen.’
‘Daar ben ik achter gekomen.’
‘Het laatste deel moet een capsule zijn geweest om een dampkring binnen te vliegen en ergens te landen. We hadden kunnen raden dat er een zou zijn. Tweeëneenhalf uur nadat Brennan en de Buitenstaander langszij waren gekomen, verdween dat stuk.’
‘Teleportatie?’
‘Nee, Finagle zij dank. We hebben een filmpaneel waarop een vage streep is te zien. De versnelling was enorm.’
‘Ik begrijp ‘t. Waarom kom je nu naar ons?’
‘Huh? Garner, de hele mensheid heeft hiermee te maken!’
‘Ik hou niet zo van dat spelletje, Nick. De Buitenstaander was de seconde dat jullie ’m in de gaten kregen iets waarmee de hele mensheid te maken had. Jullie komen pas nu bij ons, nu hij die verdwijnstunt van ’m heeft uitgehaald. Waarom? Omdat jullie dachten dat de buitenaardse wezens een beter oordeel over de mensheid zouden vormen als ze eerst de mensen uit de Gordel ontmoetten?’
‘Geen commentaar.’
‘Waarom komen jullie het ons nu vertellen? Als de scopen van de Gordel hem niet kunnen vinden dan kan niemand het.’
Nick zette zijn massagestoel af en ging rechtop zitten om de oude man te bestuderen. Garners gezicht was het gezicht van de Tijd, een los masker, met oud kwaad eronder. Alleen de ogen en tanden leken jong, en de tanden waren nieuw, wit en scherp, en pasten niet bij de rest.
Maar hij praatte als een man uit de Gordel. Recht op de man af. Hij verspilde geen woorden en hij speelde geen spelletjes.
‘Lit zei dat je hersens had. Daar zit nou net de moeilijkheid, Garner. We hebben ’m wél gevonden.’
‘Ik zie nog steeds het probleem niet.’
‘Aan het eind van zijn vlucht sneed hij een smokkelaarsval. We lagen daar op de loer voor een kerel die de gewoonte heeft om met zijn aandrijving uit door bevolkt gebied te schieten. Een hittesen-sor vond de Buitenstaander en een camera nam een stuk van zijn koers mee, en hield hem lang genoeg vast om ons zijn snelheid, positie en versnelling te geven. Die was enorm, tientallen gees. Het is bijna zeker dat hij op weg is naar Mars.’
‘Mars?’
‘Mars, of een baan om Mars, of de manen. Als het een baan was, dan hadden we hem nu al wel gevonden. Voor de manen geldt hetzelfde, die zijn allebei voorzien van een observatiestation. Alleen horen ze bij de VN —’
Luke begon te lachen. Nick sloot zijn ogen, op zijn gezicht een gekwelde uitdrukking.
Mars was de vuilnishoop van het stelsel. Er waren, om heel eerlijk te zijn, maar weinig echt nuttige, bruikbare planeten in het zonnestelsel; de Aarde en Mercurius, en de atmosfeer van Jupiter, dan had je het wel gehad. De asteroïden, die waren belangrijk. Maar Mars was nog wel de bitterste teleurstelling geweest. Een bijna luchtloze woestijn, bezaaid met kraters en zeeën ultrafijn stof, de atmosfeer bijna te dun om nog giftig genoemd te kunnen worden. Ergens in Lacis Solis bevond zich een verlaten basis, het overblijfsel van de derde en laatste poging van de mens om de roestrode planeet te temmen. Niemand wilde Mars hebben.
Toen de Vrije Gordel Overeenkomst werd getekend, nadat de Gordel door middel van een handelsblokkade en propaganda had aangetoond dat de Aarde de Gordel harder nodig had dan de Gordel de Aarde, hadden de VN de Aarde, de Maan en Titan mogen houden, en verder rechten in de ringen van Saturnus, mijnen ontdekkingsrechten op Mercurius, Mars en de manen van Mars.
Mars was alleen maar symbolisch. Mars had tot op dit ogenblik niet meegeteld.
‘Je ziet het probleem,’ zei Nick. Hij had de massage-eenheid weer aangezet. Kleine spiertjes over zijn hele lichaam legden het af tegen een zwaartekracht waaraan ze in de Gordel niet waren gewend, en gaven met veel misbaar hun bestaan te kennen, voor het eerst in Nicks leven. De massage hielp.
Luke knikte. ‘Gezien de manier waarop de Gordel ons voortdurend gelast van haar eigendommen af te blijven, kun je het de VN niet kwalijk nemen als die nu proberen iets terug te doen. We moeten een paar honderd officiële klachten hebben geregistreerd.’
‘Je overdrijft. Sinds het sluiten van de Vrije Gordel Overeenkomst hebben we zo’n zestig overtredingen geregistreerd, en de meeste daarvan zijn door de VN erkend en betaald.’
‘Wat wil je dat de VN doen, dat ze nu niet doen?’
‘We willen inzage in de gegevens van de Aarde over Mars. Wetenschappelijke gegevens. Verdomme, Garner, misschien is er op films van de Phobos-camera’s al wel te zien waar de Buitenstaander is geland! We willen toestemming om Mars vanuit een krappe baan te bestuderen. We willen toestemming hebben om te landen.’
‘Wat heb je tot dusver bereikt?’