Выбрать главу

Het begon te roken.

Phssthpok keek toe.

Iets in de atmosfeer van de hut zorgde ervoor dat het wezen rook uitsloeg. Dat zag er veelbelovend uit. De speer wees niet op een hoge graad van beschaving. Ze hadden waarschijnlijk niets dat door fluïdokrimp kon komen. Hij hield er niet erg van om het te riskeren — maar het alternatief was om zijn eigen lucht te laten ontsnappen, het stof om het ruim in,-om het te vergiftigen. Hij deed zijn helm een ogenblik open en snoof voorzichtig. Deed hem toen snel weer dicht. Maar hij had chemische stoffen geroken die hij kende.

Hij haalde een handje water en liet het op een been van de dode druppelen. Een vuurbal was het resultaat. Phssthpok sprong weg. Van een plek aan de andere kant van de hut keek hij hoe het wezen verbrandde.

Dat leek nogal duidelijk.

Hij ging aan het werk, koppelde een slang aan de watervoorraad van de hut naar het ruim. De laatste manoeuvres deed hij heel haastig: de romp met de verzachter open, de slang erdoor, de ver-zachter weg, zodat de huid weer hard werd, en toen zette hij het water aan. Koortsachtig gebonk tegen alle delen van de romp was het resultaat. Het hield vrij abrupt op.

Hij liet het grootste deel van zijn waterreserve in het stof lopen. Hij wachtte een paar uur, tot het gejank van de luchtververser weer normaal werd. Toen deed hij zijn drukpak uit en voegde zich weer bij Brennan. De gevangene had niets gemerkt.

Het water zou de inboorlingen een poosje op een afstand moeten houden. Maar Phssthpoks reserves slonken op bijna lachwekkende wijze. Zijn schip verlaten, de aandrijfmotor die hij nog had niet te gebruiken, om de cocon waarin hij zich nu bevond een bolle laag stof. Nu was ook zijn waterreserve verdwenen. Het verhaal van zijn leven liep bijna zichtbaar ten einde.

Even later droomde hij weer.

De Blauwe Os was om de zon heengeschoten en bevond zich nu aan de andere kant van het zonnestelsel, op weg naar de interstellaire ruimte. Tussen de Os en de U Thant was een communicatievertraging van dertig minuten. Sohl en Garner wachtten in het besef dat alles wat ze te horen zouden krijgen een half uur onderweg zou zijn geweest.

Mars was driekwart vol, en indrukwekkend groot in hun achterwaarts gerichte camera.

Ze hadden alle vragen gesteld, gegist naar de antwoorden, hadden zoekpatronen uitgezet op hun kaart van de omgeving van Lacis Solis. Luke verveelde zich. Hij miste de gemakken die in zijn reisstoel waren ingebouwd. Hij dacht dat Nick zich ook verveelde, maar daarin had hij het mis. Nick was in de ruimte altijd zwijgzaam.

Het scherm flitste aan: het gezicht van een vrouw. De radio schraapte zijn keel en begon te spreken.

U Thant, dit is Tina Jordan aan boord van de Blauwe Os.’ Luke voelde de nauwelijks onderdrukte paniek van de vrouw. Tina’s stem stokte even, toen kwam het er in een keer uit: ‘We hebben moeilijkheden. We waren net bezig die wortel te analyseren in het lab, toen Einar er een hap van nam! Het vervloekte ding was net asbest na die reis door de ruimte naar de Os toe, maar hij knaagde een stuk los en slikte het in voor we hem konden tegenhouden. Ik kan niet begrijpen waarom hij dat deed. Het stonk verschrikkelijk!

Einar is ziek geworden, heel ziek. Hij probeerde me te vermoorden toen ik de wortel van hem afpakte. Nu ligt hij in coma. We hebben hem aan de scheepsdok gekoppeld, en die zegt “Onvoldoende Gegevens”.’ Ze hoorden haar hijgend ademhalen. Luke dacht dat hij op haar keel opkomende blauwe plekken kon zien. ‘We willen graag toestemming hebben om met hem naar een menselijke dokter te gaan.’

Nick vloekte en zette de knop Zenden om. ‘Nick Sohl hier. Zoek een route uit en zorg dat je erop komt. Maak dan de analyse van die wortel af. Herinnerde de geur je ergens aan? Sohl uit.’ Hij zette de zender af. ‘Hoe kon hij verdomme zo iets doen?’

Luke haalde zijn schouders op. ‘Honger misschien?’

‘Einar Nilsson, bij Finagle! Een jaar lang is ’t mijn baas geweest, voor hij de politiek vaarwel zei. Waarom zou hij zo’n zelfmoord-toer uithalen. Hij is niet gek.’ Nick trommelde met zijn vingers op de leuning van zijn stoel, ging toen met de komlaser op zoek naar Ceres.

In het uur dat voorbijging voor de Blauwe Os weer iets van zich liet horen, liet hij de dossiers van alle drie de bemanningsleden overseinen. ‘Tina Jordan is een vlaklander. Dat is de verklaring voor het feit dat ze op orders wachtten.’

‘Is daar dan een verklaring voor nodig?’

‘De meeste lui uit de Gordel zouden meteen zijn teruggegaan toen Einar ziek werd. Het schip van de Buitenstaander is toch leeg, en het is niet moeilijk om het te blijven volgen. Blijven heeft niet zoveel zin, dus. Maar Jordan is nog steeds een vlaklander, nog steeds gewend dat het haar wordt gezegd als ze mag ademhalen, en La Pan vertrouwde waarschijnlijk niet genoeg op zijn eigen oordeel om zelf de knoop door te hakken.’

‘Leeftijd,’ zei Luke. ‘Nilsson was de oudste van de drie.’

‘Wat heeft dat er nu mee te maken?’

‘Ik weet ’t niet. Hij was ook het grootst. Misschien wilde hij wel graag de kick beleven van het ontdekken van een nieuwe smaak… nee, verdomme, daar geloof ik ook niets van —’

Blauwe Os voor U Thant. We zijn op weg naar huis. Koers uitgezet op Vesta. De wortel levert een bijna normale analyse op. Hoog gehalte aan carbohydraten, waaronder een aantal suikers. De proteïnen zien er heel normaal uit. Niet één vitamine. We hebben twee verbindingen gevonden die volgens Nate splinternieuw zijn. Eén lijkt op een hormoon, testosteron, maar het is bepaald niet identiek.

De wortel heeft een voor mij ondefinieerbare geur. Heeft nog het meeste weg van de geur van zure melk of zure room. De lucht in het schip van de Buitenstaander was dun, met een normale deeldruk aan zuurstof, geen giftige verbindingen, minstens twee procent helium. We hebben een spectro-analyse gedaan van het materiaal waarvan de lens was gemaakt, en —’ Ze las een spectrum elementen op, met een hoog siliciumgehalte. ‘De dok zegt nog steeds “Onvoldoende Gegevens” over Einars ziekte, maar nu brandt er een rood waarschuwingslampje. Levensgevaar. Wat er ook met hem aan de hand is, hij staat er niet best voor. Nog vragen?’

‘Voorlopig niet,’ zei Nick. ‘Bel niet terug, want we krijgen het nu te druk met de landing.’ Hij verbrak de verbinding. Met lange, spits toelopende vingers trommelde hij op het instrumentenpaneel. ‘Helium. Daaruit zouden we iets moeten kunnen afleiden.’

‘Een kleine wereld, zonder maan,’ speculeerde Luke. ‘Grote manen hebben de neiging om de atmosfeer van een planeet weg te trekken. Zonder haar grote maan zou de Aarde er net zo uitzien als Venus. Het helium zou toch het eerst verdwijnen?’

‘Misschien. Het zou ook het eerste element zijn dat van een kleine planeet verdween. Bedenk hoe sterk de Buitenstaander was. Die kwam niet van een kleine planeet.’

‘Wat dan?’

‘Van een planeet ergens in een gaswolk met een hoop helium erin. Hij moet uit de richting van de kern van de Melkweg zijn gekomen. Daar heb je een hele hoop gaswolken en stofwolken.’

‘Maar dat is een ontzettend eind weg. Hou nou es op met dat getrommel.’

‘Het helpt me om na te denken. Net als jouw roken.’

‘Trommel dan maar.’

‘Hij kan van een onmetelijk verre planeet gekomen zijn. Hoe sneller een Bussard stuwschep gaat, des te meer brandstof pikt hij op.’

‘Er moet een grens zijn waarbij de snelheid waarmee het afgewerkte gas uit het schip komt even groot is als de snelheid waarmee het gas het stuwschepveld raakt.’