‘Ik moest de aandrijving maar opwarmen,’ zei ze. ‘Zijn zwaartekrachtgenerator zou in die kunstmatige atmosfeer wel eens stormen kunnen veroorzaken.’
Hij vroeg niet: Hoe weet je dat? Ze gokte natuurlijk. Hij zei: ‘Wapens?’
Haar handen gleden aarzelend over de schakelaars. ‘Hij zou toch niet — ik weet het niet.’
Hij dacht erover na. En miste zo zijn kans.
Toen hij wakker werd, dacht hij dat hij op Aarde was. Helder zonlicht, kriebelend gras tegen zijn rug en benen, de aanraking, geur, het. geluid van een met stuifmeel beladen briesje dat koel langs hem streek… was hij dan weer achtergelaten in een nationaal park? Hij rolde zich op zijn zij en zag Brennan.
Brennan zat op het gras, zijn armen om zijn knobbelige knieën, en keek naar hem. Brennan was op een lang vest na naakt. Het vest bestond uit niets dan zakken; grote zakken, kleine zakken, lussen om gereedschap in te steken, zakken op zakken en in zakken, en het grootste deel van die zakken zat vol. Hij moest zijn eigen gewicht aan dingen meesjouwen.
Waar het vest hem niet bedekte, was Brennans huid een menigte losse bruine rimpels, als zacht leer. Hij zag eruit als de mummie van de Pak in het Smithsonian, maar hij was groter en nog lelijker. De vooruitstekende kin en de ronding van het voorhoofd verknoeiden de gladde lijnen van het Pak-hoofd. Zijn ogen waren bruin en nadenkend, en menselijk.
‘Hallo, Roy,’ zei hij.
In één krampachtige beweging ging Roy rechtop zitten. Daar was Alice, op haar rug, haar ogen gesloten. Ze had haar drukpak nog aan, maar de kap was open. Daar was het schip, met de buik naar beneden op… op…
Vertigo.
‘Ze is zo meteen weer helemaal in orde,’ zei Brennan. Zijn stem was droog, vaag niet-menselijk. ‘Jij ook. Ik wilde alleen dat je niet met vlammende wapens landde. Dit eco-systeem is niet zo gemakkelijk in stand te houden.’
Roy keek weer. Heuvelopwaarts, een zacht glooiende, groene helling op, tot waar een onmogelijke massa zweefde, die elk ogenblik bovenop hen kon vallen. Een met gras begroeide bol, waar aan een kant een reusachtige boom uit stak. Het schip lag naast de stam. Dat had ook op hen moeten vallen.
Alice Jordan ging rechtop zitten. Roy vroeg zich af of ze in paniek zou raken… maar ze bestudeerde het Brennan-monster een ogenblik, en zei toen: ‘Dus we hadden het bij het juiste eind.’
‘Jullie waren er dicht bij,’ zei Brennan. ‘Maar op Persephone had je niets gevonden.’
‘En nu zijn we gevangen,’ zei ze bitter.
‘Nee. Te gast.’
De uitdrukking op haar gezicht veranderde niet.
‘Je denkt dat ik me verlaat op eufemismen. Dat is niet zo. Als ik hier wegga, krijgen jullie dit van me. Mijn werk hier is bijna klaar. Ik moet jullie nog leren hoe je je niet om zeep helpt door op de verkeerde knoppen te drukken, en je krijgt eigendomspapieren van Kobold. Daar hebben we nog wel tijd voor.’
Krijgen? Roy bedacht hoe het zou zijn hier, in ballingschap, onbereikbaar ver van huis. Een plezierige gevangenis, dat wel. Dacht Brennan soms dat hij een nieuwe Hof van Eden kon beginnen? Maar Brennan praatte verder —
‘Ik heb mijn eigen schip, natuurlijk. Jullie houden jullie eigen schip. Jullie hebben heel verstandig brandstof gespaard. Roy, je zou hiervan erg rijk kunnen worden. En je partner ook.’
‘Alice Jordan,’ zei ze. Ze reageerde goed, maar ze scheen niet te weten wat ze met haar handen moest doen.
‘Zeg maar Jack tegen me, of Brennan, of Brennan-monster. Ik weet niet zeker of ik nog wel recht heb op de naam waarmee ik geboren ben.’
Roy zei één woord. ‘Waarom?’
Brennan begreep zijn bedoeling. ‘Omdat mijn werk hier voorbij is. Wat denk je dat ik hier de afgelopen tweehonderdtwintig jaar heb zitten doen?’
‘Kunstmatige zwaartekracht als kunstvorm gebruiken,’ zei Alice.
‘Dat ook. Het grootste deel van mijn tijd heb ik besteed aan het uitkijken naar hoog-energie lithium-radicalen in Sagittarius.’ Hij keek ze door het masker van zijn gezicht aan. ‘Ik doe niet cryptisch. Ik probeer het uit te leggen om ervoor te zorgen dat jullie niet zo nerveus blijven. In de laatste paar weken heb ik gevonden wat ik zocht. Nu ga ik weg. Ik had nooit verwacht dat het ze zo lang zou kosten.’
‘Wie?’
‘De Paks. Laat eens kijken, jullie moeten het incident met Phssthpok in detail hebben bestudeerd, anders zouden jullie hier nooit zijn gekomen. Hebben jullie je afgevraagd wat de kinderloze Beschermheren van Paks zouden gaan doen, na Phssthpoks vertrek?’
Het was duidelijk dat ze dat niet hadden gedaan.
‘Ik wel. Phssthpok heeft op Pak een ruimte-industrie op poten gezet. Hij heeft ontdekt hoe boom-des-levens op de werelden in de armen van de Melkweg tot het voortbrengen van de juiste wortel kon worden gebracht. Hij heeft een schip gebouwd, en voor zover de Paks dat konden nagaan, werkte dat naar behoren.
En toen?
Stel het je eens voor: al die kinderloze Beschermheren die een zaak zoeken die ze kunnen dienen. Een ruimte-industrie, berekend op het bouwen van schepen die waren ontworpen voor één ding. Phssthpok kon toch iets overkomen? Een ongeluk. Of misschien raakte hij halverwege de wil tot leven wel kwijt.’
Toen begreep Roy waar Brennan heen wilde. ‘Ze sturen natuurlijk nóg een schip.’
‘Inderdaad. Zelfs áls hij hier arriveerde, zou Phssthpok wel wat hulp kunnen gebruiken bij het doorzoeken van een bol ruimte met een straal van dertig lichtjaren. De Pak die achter Phssthpok aankwam, zou niet rechtstreeks op Sol af gaan; tegen de tijd dat hij daar arriveerde, zou Phssthpok dat stelsel al hebben doorzocht. Hij zou een iets zijdelingse koers volgen, zodat hij naast het gebied dat door Phssthpok zou zijn doorzocht terecht zou komen.
Ik rekende erop dat dat me een paar jaar extra zou geven,’ zei Brennan. ‘Ik dacht dat ze bijna meteen een tweede schip zouden sturen. Ik was bang dat ik niet klaar zou zijn.’
‘Waarom zou het hen zo lang kosten?’
‘Ik weet het niet.’ Brennan maakte een geluid dat klonk als het toegeven van schuld. ‘Misschien een zwaardere vrachtcocon. Voortplanters, ingevroren natuurlijk, voor het geval we na tweeëneenhalf miljoen jaar waren uitgestorven.’
‘Je zei dat je hebt zitten uitkijken —’ zei Alice.
‘Ja. De verbranding van een zon is niet helemaal hetzelfde als die van een Bussard stuwschep. Eerst krijg je een samentrekking en een heleboel hitte, en dan expansie van het gas in de ruimte, terwijl het nog fuseert. Een Bussard stuwschep produceert een hele hoop vreemde verbindingen: hoog-energieke waterstof, en helium, lithium-radicalen, een stel borium-verbindingen, vooral zouten, zelfs lithium-hydride, dat meestal niet eens kan ontstaan. Wanneer een stuwschep afremt, stuwt hij ze allemaal met bijna de snelheid van het licht uit, in een hoog-energieke stroom.
Zo werkte Phssthpoks schip, en ik verwachtte niet dat ze wat aan zijn ontwerp zouden veranderen. Niet alleen omdat dat ontwerp werkte, maar omdat het het beste was dat ze konden bereiken. Als je zo intelligent bent als een Pak, is er maar een goed antwoord, gegeven de apparatuur waarover ze beschikten. Ik zou wel eens willen weten of er na Phssthpoks vertrek nog iets met hun technologie is gebeurd. Een oorlog of zo iets.’ Hij dacht even na. ‘Hoe dan ook, ik heb vreemde verbindingen gevonden in Sagittarius. Iets is op weg hierheen.’
Roy durfde het bijna niet te vragen. ‘Hoeveel schepen?’
‘Eén natuurlijk. Ik heb het beeld nog niet op het scherm weten te krijgen, maar ze hebben het tweede schip natuurlijk meteen na het vertrek van het eerste gelanceerd. Waarom zouden ze ook wachten? En misschien nog een schip er achteraan, en dan nog een. Ik kan ze stuk voor stuk van hier oppikken, zolang ik mijn telescoop nog heb. Als je dat ding tenminste zo kunt noemen.’
‘En dan?’
‘Dan vernietig ik ze. Allemaal.’
‘Zo maar?’