Voor een éénmaal gebruikt en daarna weggegooid ding was de huls nog in prima conditie. De brandstofpijp had niet helemaal gelijkmatig gebrand, maar erg groot was de afwijking niet geweest; dat was ook wel logisch gezien het feit dat de Mariner XX zijn doel had bereikt. Het Ruimtevaartmuseum zou er een hoop geld voor betalen.
In de Gordel is smokkelen illegaal, maar niet immoreel. Brennan vond smokkelen net zo min immoreel als een vlaklander het immoreel vond om te vergeten een munt in de parkeermeter te gooien. Als je gepakt werd betaalde je de boete, en dat was dat. Brennan was een optimist. Hij verwachtte niet dat ze hem zouden pakken.
Hij was al vier dagen aan het accelereren met net iets minder dan één gee. Uranus’ baan lag ver achter hem, de binnenste planeten lagen ver voor hem. Zijn snelheid lag verdomd hoog. Van relativiteitsinvloeden merkte hij niets — zó snel ging hij nou ook weer niet — maar na aankomst zou hij wel zijn horloge gelijk moeten zetten.
Laten we Brennan eens nader beschouwen. Hij is eenentachtig kilo zwaar bij één gee, en is één meter achtentachtig lang. Net als alle andere mensen uit de Gordel ziet ook hij eruit als een basketballspeler met veel te weinig spieren. Hij zit nu al bijna vier dagen in zijn bank en begint er nu dus een beetje verfomfaaid en vermoeid uit te zien, en zo voelt hij zich ook. Maar in zijn bruine ogen ligt een heldere, kalme blik, en het zijn prima ogen ook, want toen hij achttien was, zijn ze door een microchirurg bijgesteld. Zijn gladde, donkere haar loopt in een tweeëneenhalve centimeter brede strook van zijn voorhoofd naar zijn nek. Links en rechts van het haar is zijn schedel kaal, bruin, en glanzend. Hij is blank, dat wil zeggen dat zijn zongebruinde huid niet donkerder is dan Cordovaans leer; zoals bijna alle andere bewoners van de Gordel is ook hij alleen op zijn handen, zijn gezicht en hoofd gebruind. De rest van zijn lichaam heeft de kleur van een vanille milkshake. Hij is vijfenveertig. Hij ziet eruit als dertig. De lage zwaartekracht heeft het ouder worden van zijn gezichtsspieren vertraagd, en groeizalf heeft een gunstige uitwerking gehad op een plek bovenop zijn hoofd die later mogelijk kaal was geworden. Maar de kraaiepootjes om zijn ogen zijn nu duidelijk te zien, want zijn voorhoofd is nu al twintig uur onzeker gefronst. Hij heeft ontdekt dat hij door iets wordt gevolgd.
Eerst dacht hij dat het een jakkeraar was, een politieman van Ceres. Maar wat zou een jakkeraar hier uitvoeren, zo ver van de zon?
Toen hij nog eens keek, zag hij dat het geen jakkeraar kon zijn. De vlam van de aandrijving was niet scherp genoeg, te groot, niet fel genoeg ook. Toen hij voor de derde keer keek, wierp hij ook een blik op een paar instrumenten. Brennans snelheid nam toe, maar die van het vreemde schip nam af, al had dat nog steeds een enorme vaart. Of de ander kwam van voorbij de baan van Pluto, of de aandrijving leverde tientallen gees. Beide mogelijkheden resulteerden in dezelfde conclusie.
Het vreemde licht was een Buitenstaander.
Hoe lang wachtte de Gordel al op hem? Geef een man wat tijd tussen de sterren, laat hem desnoods op en neer vliegen van de Aarde naar de Maan en terug, maar zelfs zo’n vlaklander-piloot beseft op een dag hoe diep het heelal is. Miljarden lichtjaren diep, en er is ruimte voor van alles en nog wat. De Buitenstaander hoorde daar ergens thuis, dat leed geen twijfel; het eerste buitenaardse ras dat de mens leerde kennen leefde zijn leven buiten het bereik van de telescopen van de Gordel.
En nu was de Buitenstaander hier, en paste zijn koers aan aan die van Jack Brennan.
En Brennan was niet eens verbaasd. Op zijn hoede, dat wel. Bang zelfs. Maar niet verbaasd, zelfs niet verbaasd over het feit dat de Buitenstaander juist hem had gekozen. Dat was een gril van het lot. Ze waren allebei op weg naar de binnenste planeten, vanuit ongeveer dezelfde richting.
De Gordel waarschuwen? De Gordel zou het wel weten nu. Het telescoopnet van de Gordel hield elk schip in de gaten, en het was niet meer dan waarschijnlijk dat een stip met de verkeerde kleur en de verkeerde snelheid op zou vallen. Brennan had erop gegokt dat ze zijn eigen schip zouden vinden en had er ook op gegokt dat ze daar te laat mee zouden zijn. Het was zeker dat ze de Buitenstaander hadden gevonden, even zeker als dat ze hem in de gaten hielden en dus zouden ze Brennan nu ook wel in de gaten houden.
Brennan kon hoe dan ook geen laserbericht naar Ceres sturen.
Een schip van de vlaklanders zou de straal kunnen opvangen.
Brennan wist niet hoe de Gordel stond tegenover contacten tussen de Aarde en Buitenstaanders.
De Gordel zou het zonder hem moeten doen.
En dat hield in dat Brennan tussen twee mogelijkheden moest kiezen.
De eerste mogelijkheid was de gemakkelijkste. Hij had geen schijn van kans meer om iets te smokkelen. Hij zou zijn koers moeten wijzigen, naar een van de grote asteroïden moeten gaan en daar de Gordel bij de eerste de beste gelegenheid in kennis stellen van wat hij bij zich had.
Maar de Buitenstaander dan?
Hem ontwijken? Gemakkelijk genoeg. Het is volkomen onmogelijk om een vijandelijk schip in de ruimte tot staan te brengen. Een politieman kan dezelfde koers volgen als de smokkelaar, maar hij kan hem niet arresteren tenzij de ander meewerkt of door z’n brandstof heenraakt. Hij kan het schip vernietigen of zelfs rammen, als hij een goede autopiloot heeft, maar hoe kan hij zijn luchtsluis vastkoppelen aan de sluis van de ander als die zijn motor lukraak af- en aanzet? Brennan kon alle kanten op en het enige dat de Buitenstaander kon doen was achter hem aan gaan of hem vernietigen.
Er vandoor gaan zou het verstandigste zijn. Brennan had een gezin dat hij niet onbeschermd achter wilde laten. Maar Charlotte kon voor zichzelf zorgen, was een volwassen bewoner van de Gordel, even competent in het leven als Brennan zelf, al had ze nooit echt de drang gevoeld om haar pilootvergunning te halen. En Brennan had de gebruikelijke bedragen vastgezet op Estelle en Jennifer. Zijn dochters zouden zonder zorgen worden opgevoed. Maar hij kon meer voor ze doen. Of hij kon besluiten nog een kind te nemen… waarschijnlijk weer samen met Charlotte. Aan zijn schip zat geld vast. Geld was macht. En net als politieke of religieuze macht was er veel mee te doen.
Als hij de Buitenstaander naar zich toe liet komen zou hij Charlotte misschien nooit meer terugzien. Er waren risico’s verbonden aan dit eerste contact tussen mens en buitenaards ras.
Maar eervol was het ook.
Zou de geschiedenis ooit de mens vergeten die de Buitenstaander als eerste had ontmoet?
Eén ogenblik lang voelde hij zich als een dier in de val. Alsof het lot spelletjes speelde met zijn leven… maar deze kans kon hij niet laten lopen. Laat de Buitenstaander maar naar hem komen. Brennan bleef op dezelfde koers.
De Gordel is een web van telescopen. Honderdduizenden telescopen.
Het kan ook niet anders. Elk schip is voorzien van een telescoop. Elke asteroïde moet voortdurend in de gaten worden gehouden, omdat asteroïden door een of andere oorzaak een afwijkende baan kunnen gaan beschrijven, en de kaart van het zonnestelsel maar een onnauwkeurigheidsmarge van een paar seconden mag hebben. Het licht van elke fusie-aandrijving moet in het oog worden gehouden. In gebieden met een druk verkeer kunnen schepen elkaars baan kruisen als niemand ze waarschuwt, en de afgewerkte gassen van een fusie-aandrijving zijn dodelijk.
Nick Sohl keek voortdurend omhoog en weer naar beneden, omhoog naar zijn scherm, dan weer naar de stapel dossiers op zijn bureau, omhoog naar zijn scherm… Op dat scherm waren twee vlekken paarswit licht te zien, een groter dan de ander, en ook wat minder scherp omlijnd. Ze konden nu samen op hetzelfde scherm zijn, omdat de asteroïde met de camera die de opnamen maakte bijna haaks op hun koers stond.