Toen zette Brennan het stuwschepveld helemaal af. Er is een dunne gaslaag,’ legde hij uit. ‘Val me nou een poosje niet lastig.’ Beschermheer was in vrije val, een niet te missen doelwit.
Acht uur later waren er projectielen. De verkenners moesten ze hebben afgevuurd zodra ze de vonk van het stuwschepveld van de Beschermheer zagen uitgaan. Brennan ontweek ze met zijn motor voor interplanetaire manoeuvres. De projectielen die hij op de verkenners had afgeschoten hadden blijkbaar niets uitgehaald: de
Beschermheer bleef baden in het helse groene licht van het voorste schip.
‘Hij heeft zijn stuwveld uitgezet,’ zei Brennan even later. ‘Hij zal zo meteen zijn laser ook wel moeten uitschakelen, als hij door zijn opgeslagen energie heen is.’ Voor het eerst in uren keek hij naar Roy. ‘Ga een poosje slapen. Je bent nu al halfdood. In wat voor conditie ben je straks, als we de ster ronden?’
‘Helemaal dood,’ zuchtte Roy. Hij klapte zijn stoel naar achteren. ‘Maak me wakker als hij ons raakt. Doen hoor, ik wil niets van de opwinding missen.’ Brennan gaf geen antwoord.
Drie uur later was de neutronster voor hen nog steeds onzichtbaar. ‘Klaar?’ zei Brennan.
‘Klaar.’ Roy had zijn pak aan, en zweefde met een hand op de deurpost van de luchtsluis. Zijn ogen stonden nog steeds wat slaperig. Hij had gruwelijk gedroomd.
‘Vooruit.’
Roy dook de sluis in. Er kon maar één man tegelijk door. Hij was al aan het werk toen Brennan naar buiten kwam. Brennan was zó dicht langs de ster gegaan om de straling van de dunne gaslaag van de ster zo gering mogelijk te maken, en om zo kort mogelijk blootgesteld te zijn aan de Paks, die immers nu onbeschermde mannen als doelwit hadden.
Ze maakten de kabel los die naar het motorgedeelte voerde, haalden er toen dat deel mee dichterbij. De dikke, zware kabel legden ze in lussen tegen de achterkant van de motorcocon.
Ze deden hetzelfde met de kabel waaraan de wapencocon vastzat. Roy gebruikte zijn twee-gee spieren, terwijl adrenaline door zijn lichaam stroomde. Hij was zich zeer wel bewust van de straling die door zijn lichaam joeg. Dit was oorlog… maar er ontbrak iets aan. Hij kon de Paks niet haten. Hij begreep ze niet goed genoeg. Als Brennan ze kon haten, had hij de emotie kunnen overnemen van Brennan, maar Brennan haatte ze ook niet. Het maakte niet uit dat hij dit ‘oorlog’ noemde. Hij speelde poker, om hoge inzetten.
Nu zweefden de drie delen waaruit het Pak-schip bestond pal naast elkaar. Voor het eerst in jaren ging Roy aan boord van het vrachtschip waarmee hij uit de Gordel naar Kobold was gekomen. Terwijl hij plaatsnam achter het instrumentenpaneel, werd de cabine overspoeld door een vloed groen licht. Hij activeerde snel de zonneschermen.
Brennan kwam de sluis uit, en schreeuwde: ‘We hebben ze te pakken gehad! Als ze dat een uur geleden hadden gedaan zouden we zijn gebraden.’
‘Ik dacht dat ze al hun opgeslagen vermogen hadden verbruikt.’
‘Nee, dat zou stom zijn geweest, maar veel kunnen ze niet meer over hebben. Ze dachten dat ik tot het laatste ogenblik zou wachten voor ik de schepen uit elkaar haalde. Ze weten nog steeds niet wat ik ben!’ zei hij opgetogen. ‘En ze weten niet dat ik iemand heb die me helpt. Oké, we hebben ongeveer een uur voor we weer naar buiten moeten. Zorg dat we in de goede positie komen.’
Roy ging aan het werk met zijn richtraketten en het Gordel-schip werd het vierde onderdeel van het geheel, achter de wapencocon van de Beschermheer. Het was een fijn gevoel om weer een instrumentenpaneel te bedienen, om een constructieve bijdrage te leveren aan Brennans oorlog. Door de zonneschermen heen baadden de onderdelen van het schip in een hels groen licht. Ze dreven al uit elkaar in de naar hen grijpende getijdevelden van de massa voor hen.
‘Heb je die ster al een naam gegeven?’
‘Nee.’
‘Jij hebt ’m ontdekt, en dus heb jij het recht.’
‘Dan noem ik hem Phssthpoks Ster. Jij bent getuige. Ik vind dat
we hem dit toch wel schuldig zijn.’
NAAM: Phssthpoks Ster; later door het Instituut van Kennis op Jinx omgedoopt tot BVS-1. CLASSIFICATIE: Neutronster.
MASSA: 1,3 maal die van Sol.
SAMENSTELLING: Neutronium, met een diameter van zestien kilometer, dan een achthonderd meter dikke laag ingestorte materie, bovenop een ongeveer vier meter dikke laag gewone materie.
ZWAARTEKRACHT AAN OPPERVLAKTE: 1,7x10” gee, Aarde-standaard.
OPMERKINGEN: Eerste stralingsloze neutronster ooit ontdekt.
Atypisch vergeleken met een groot aantal bekende pulsars, maar in vergelijking met pulsars zouden sterren van het BSV-type moeilijk te vinden zijn. BSV-1 is zijn leven misschien begonnen als pulsar, met een straling-afgevende gaslaag, honderd miljoen tot een miljard jaar geleden, waarna de draaiing van de ster zich meedeelde aan de gaslaag, ten gevolge waarvan deze werd verstrooid in de ruimte.
Ze zouden Phssthpoks Ster vervloekt snel gaan ronden.
De vier stukken waaruit de Beschermheer bestond vielen gescheiden. Zelfs een Pak-kabel had ze niet bij elkaar kunnen houden. Erger nog: het getij-effect zou de stukken op één lijn hebben gebracht met het midden van de massa van de ster. De vier stukken, met hun gebroken kabels, zouden elk aan een volkomen andere kant van de ster weer te voorschijn zijn gekomen. Op deze manier kon het vrachtschip met zijn eigen motor worden gebruikt om na passage de vier stukken weer aan elkaar te verbinden. Maar Brennan en hij konden die passage niet hier meemaken. De cabine van het Gordel-schip was in de neus, te ver van het middelpunt van de massa van de ster.
Roy begreep dit. Voor ze het schip verlieten, begreep hij het niet alleen, maar kon hij het voelen ook.
De Beschermheer was drie kleiner wordende groene stippen geweest voor de laser van de Paks eindelijk uitging. Toen waren de stippen onzichtbaar. En de neutronster was een dofrode punt voor hen. Roy voelde de trekkracht van het getij hem tegen het noodweb van zijn stoel trekken.
‘Vooruit,’ zei Brennan.
Roy koppelde het web los. Hij ging op het doorzichtige plastic van de patrijspoort in de neus staan en klauterde toen langs de wand. De sporten waren erop berekend een andere kant op te klimmen. Het zich de luchtsluis in manoeuvreren was moeilijk. Minuten na nu zou het onmogelijk zijn geweest. Nog wat minuten, en het getij zou hem hebben fijngedrukt tegen de patrijspoort, een insekt onder een schoenzool.
De romp was van glas, zonder dingen waaraan hij zich kon vasthouden. Hier kon hij niet wachten. Hij bleef even aan de deurrand hangen, en liet zich toen vallen.
Het schip zakte van hem vandaan. Hij zag een minuscuul mensachtig figuurtje, ineengedoken in de luchtsluis. Toen vier heel korte, heel zwakke flitsen. Brennan had een van de snelkogelgeweren gepakt en was daar nu mee op de Paks aan het schieten. Roy kon de getijden nu voelen, de allereerste aanzet van een kracht die aan zijn lichaam trok. Zijn voeten zwaaiden naar de rode stip voor hem.
Brennan was na hem uit de sluis gesprongen. Hij had de straalaandrijving van zijn rugpak aangezet.
De kracht werd sterker. Zachte handen grepen zijn hoofd en voeten en probeerden hem uit elkaar te trekken. De rode stip werd nu geler, feller, kwam naar hem omhoog als een vlammende bal.
Hij dacht er meer dan een uur over na. Hij bekeek het van alle mogelijke kanten, en nog eens, en zei toen tegen Brennan dat hij gek was.
Ze zaten met een lijn van drie meter aan elkaar. De lijn stond strak, al was de neutronster een kleine rode stip achter hen. En Brennan had nog steeds het geweer bij zich.