Выбрать главу

De caféhouder keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wat voor een griet?

De Cock grijnsde. ‘We hebben sinds kort van onze commissaris het beheer gekregen over een vrouwelijke leerling-rechercheur.’ Hij slofte naar het einde van de bar en hees zijn negentig kilo op een kruk.

Lowietje liep achter de bar met hem mee. ‘Een vrouwelijke leerling?’

De Cock knikte. ‘Ze is heel mooi… echt… een verbeterde uitgave van wijlen Marilyn Monroe.’ Hij spreidde zijn beide handen. ‘Maar stronteigenwijs.’

De caféhouder grinnikte. ‘Die moet jij het vak leren?’

‘Zoiets.’

Smalle Lowietje lachte. ‘Klaar ben je ermee,’ sprak hij meelevend.

De Cock zuchtte. ‘Het kost me moeite, geloof me. Ik ben niet gewend om bij mijn werk een kritische vrouw om mij heen te hebben. Het geeft mij een beklemmend gevoel van onvrijheid. Daarom laat ik Vledder met haar optrekken.’

Smalle Lowietje zwaaide naar een zijraam van zijn etablissement. ‘Je kunt op de Wallen beter een goed raam voor haar zoeken.’

De Cock keek hem even aan, maar lachte niet. Met het beeld van de mooie Gabriëlle de Poortere voor ogen kon hij het grapje van de caféhouder niet waarderen. De grijze speurder schudde zijn hoofd.

‘Ik denk niet,’ sprak hij met opgetrokken wenkbrauwen, ‘dat de commissaris dat goedvindt.’

Smalle Lowietje gniffelde. ‘Stel het hem eens voor.’

De Cock wuifde het onderwerp weg.

De caféhouder dook aalglad onder de tapkast en kwam tevoorschijn met een fles fijne cognac Napoleon.

‘Toch maar hetzelfde recept?’

Het klonk vertroostend.

Zonder op antwoord te wachten, pakte hij twee diepbolle glazen en schonk klokkend in.

De Cock boog zich vertrouwelijk naar hem toe. ‘Ik kom net bij zijn moeder vandaan,’ sprak hij ernstig. ‘Ze hebben Mooie Benny vermoord.’

Het gezicht van Smalle Lowietje verbleekte. De fles cognac gleed bijna uit zijn handen. ‘Benny van Kareltje Plof?[8]

‘Ja.’

‘Wanneer?’

‘Ik denk gisteravond laat of in de vroege ochtend. Op dezelfde manier als dat niese[9] aan de overkant… naakt en een nylon panty om zijn nek.’

Smalle Lowietje trok een bedenkelijk gezicht. ‘Naakt… Mooie Benny naakt?’

De Cock knikte. ‘Zijn moeder had hem met een laken toegedekt, maar toen ze hem vond was hij poedelnaakt… met uitzondering dan van die panty waarmee hij was gewurgd.’

De caféhouder fronste zijn wenkbrauwen. ‘Was Benny naakt toen hij werd gewurgd… of werd hij na het wurgen ontkleed?’

De Cock keek hem verwonderd aan. ‘Waarom vraag je dat?’

Smalle Lowietje trok zijn schouders op. ‘Dat die griet aan de overkant van de gracht naakt werd gevonden… maar Benny…’ Hij maakte zijn zin niet af.

De Cock kauwde peinzend op zijn onderlip. ‘Volgens zijn moeder was Benny nogal schaamachtig, zo zei ze het. Ik denk niet dat hij zich in het bijzijn van anderen vrijwillig zal hebben ontkleed.’

Smalle Lowietje grijnsde. ‘Tenzij hij door een vrouw werd omgebracht. Mooie Benny had wat dat betreft een reputatie. Hij was gek op meiden en de meiden op hem. Ik heb er gekend die vrijwillig voor hem in de prostitutie wilden.’

De Cock staarde peinzend voor zich uit. ‘Er zijn niet veel vrouwen die jenever drinken.’

Smalle Lowietje reageerde niet. Hij schoof de fles cognac iets opzij.

‘Heb je enig idee wie daar achter zit?’

De Cock schudde zijn hoofd. ‘Volgens zijn moeder werkte Mooie Benny aan een grote klapper… een onderneming die veel geld zou opleveren. Hij had zijn moeder zelfs een eigen huis beloofd.’

De oude rechercheur nam zijn glas op en liet het in zijn hand schommelen. ‘Heb jij iets gehoord van een grote klapper?’ vroeg hij achteloos.

Smalle Lowietje antwoordde niet direct. Hij pakte zijn glas en nam een slok van zijn cognac.

‘Schiphol.’

‘Wat is er met Schiphol?’

Smalle Lowietje zette zijn glas neer. ‘Een goudtransport bij een landend vliegtuig. Het is al een oud plan… duikt zo nu en dan weer op, maar de laatste tijd gaan er geruchten dat een paar jongens er serieus mee bezig zijn.’

De Cock keek hem schuins aan. ‘Mooie Benny?’

Smalle Lowietje schudde zijn hoofd. ‘Zijn naam heb ik in dat verband nooit horen noemen.’

‘Welke naam wel?’

De caféhouder blikte schichtig om zich heen. Daarna liet hij zijn hoofd iets zakken. ‘Johnny,’ fluisterde hij zacht, ‘Johnny van Dikke Neel.’

Toen De Cock de grote recherchekamer binnenstapte, kwam Vledder uit zijn stoel omhoog. Hij keek met een nors gezicht toe hoe de oude rechercheur zwierig zijn hoedje missend naar de kapstok wierp.

‘Waar ben jij geweest?’

‘Bij Smalle Lowietje.’

‘Alleen?’

De Cock knikte. ‘Ik ben niet van plan om die meid bij Smalle Lowietje te introduceren.’

Vledder keek hem verrast aan. ‘Waarom niet? Ze loopt stage. Over een paar maanden is ze een heuse rechercheur met dezelfde bevoegdheden als wij.’

De Cock bromde. ‘Dan bouwt ze tegen die tijd maar een eigen wereldje van vertrouwelingen om zich heen. Dat heb ik ook moeten doen.’ Hij raapte zijn hoed op, deed zijn regenjas uit en liet zijn blik door de recherchekamer dwalen. ‘Waar is Gabriëlle?’

Vledder duimde naar de deur. ‘Naar huis. Ze had om tien uur een afspraak met een vriend. Ze was nijdig. Ze had gehoopt dat jij nog zou komen opdagen voor ze wegging.’

‘Waarom?’

Vledder maakte een verontschuldigend gebaar. ‘Om haar theorie aan te horen.’

De Cock bromde. ‘Ik ben niet benieuwd naar haar theorieën,’ reageerde hij knorrig.

Vledder zuchtte. ‘Ze heeft vanavond Buitendam thuis gebeld,’ sprak hij loom, ‘en aan hem uitgebreid haar theorie voorgelegd. Volgens Gabriëlle was de commissaris het volkomen met haar eens.’

De Cock liet zich in zijn stoel achter zijn bureau zakken en leunde van verbazing achterover. ‘Ze heeft Buitendam gebeld?’ vroeg hij met een zweem van ongeloof.

Vledder knikte. ‘Ik heb geprobeerd haar daarvan af te houden. Ik zei haar, dat wij de commissaris zo weinig mogelijk bij ons werk betrekken. Ze vond dat bespottelijk, pakte de telefoon en belde.’

De Cock keek zijn jonge collega onderzoekend aan. ‘Jij kunt haar niet mannen?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Een vrouw is duizend mannen te erg. En geloof me… die Gabriëlle telt voor twee.’ De jonge rechercheur gebaarde voor zich uit. ‘Ik heb overigens het idee dat ook jij haar ontloopt.’

De Cock gniffelde. ‘Een les van mijn oude moeder: ontwijk vrouwen, vooral als ze erg mooi zijn.’

Vledder trok een verongelijkt gezicht. ‘Daarom laat je mij met haar optrekken.’

De Cock lachte, maar reageerde verder niet. Hij boog zich iets naar voren en vouwde zijn handen. ‘Hoe luidt haar theorie?’

Vledder nam tegenover hem plaats. ‘Beide moorden zijn volgens Gabriëlle de Poortere absoluut door één en dezelfde man, Marinus Kleijn, gepleegd… Dezelfde werkwijze… verwurging met een panty… dezelfde modus operandi… ontkleden van het slachtoffer na de daad.’

De Cock luisterde geamuseerd. ‘Motief?’

‘Marinus Kleijn was tijdens het kortstondige contact met Jeanne van Ark smoorverliefd op haar geworden. Volgens Gabriëlle een vorm van pure waanzin, die mannen kan treffen. Toen hij het voorwerp van zijn liefde, na haar botte weigering om met hem mee te gaan, uit woede had gewurgd, besefte hij dat door de moord zijn verdere leven was vernietigd.’

De Cock grijnsde. ‘Heftig… romantisch… theatraal. Prachtig. Uit het leven gegrepen.’ De grijze speurder gleed met zijn pink over de rug van zijn neus. ‘Of uit een romannetje van de Bouquet-reeks?’

Vledder trok achteloos zijn schouders op. ‘Ik weet niet wat Gabriëlle leest.’

вернуться

8

De vroegere bijnaam van Karel Lefeberus.

вернуться

9

Bargoens voor vrouw of meisje.