Выбрать главу

De Cock negeerde de opmerking. ‘Verder?’

Vledder spreidde zijn handen. ‘Schuldig aan zijn daad achtte hij Mooie Benny, die hij ervoor verantwoordelijk hield dat Jeanne van Ark niet bij hem durfde terug te keren.’

De Cock knikte begrijpend. ‘Marinus Kleijn,’ vatte hij nadenkend samen, ‘was volgens onze Gabriëlle de Poortere volkomen in de ban van de gedachte dat Jeanne van Ark niet bij hem terugkeerde… als onderdanige prostituee op de Wallen bleef zitten… uit angst voor Mooie Benny, die haar in zijn greep had.’

Vledder knikte. ‘Dat zou volgens Gabriëlle de Poortere inderdaad het motief voor zijn daad zijn geweest.’

De Cock trok een grimas. ‘Met andere woorden: Mooie Benny had door zijn invloed op Jeanne van Ark het verdere leven van Marinus Kleijn vernietigd… van elke zin ontdaan… en die diende daarvoor te sterven.’

Vledder knikte. ‘Zo droeg Gabriëlle het door de telefoon aan de commissaris voor.’

‘En Buitendam was laaiend enthousiast?’

Vledder knikte opnieuw, bedeesd. ‘Dat heb ik uit haar reacties begrepen.’

De Cock boog zich iets naar voren. ‘En jij?’

‘Wat bedoel je?’

‘Ben jij ook laaiend enthousiast?’

Vledder trok weifelend zijn schouders op. ‘Zo kan het gebeurd zijn,’ antwoordde hij voorzichtig.

De Cock negeerde de opmerking. ‘Hebben jullie Marinus Kleijn al verhoord?’

Vledder knikte. ‘Vanavond… bijna een uur lang.’

‘En?’

Vledder maakte een wrevelig gebaar. ‘Niets. Marinus Kleijn ontkent.’

De Cock strekte zijn arm naar zijn jonge collega uit. ‘Wat ontkent hij?’

‘Dat hij die moorden heeft gepleegd.’

‘En de panty’s… de panty’s die Gabriëlle in zijn nachtkastje heeft gevonden?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Hij zegt dat die niet van hem zijn.’

‘Hoe komen ze dan in zijn nachtkastje terecht?’

Vledder zuchtte. ‘Gabriëlle heeft de beide nieuwe panty’s, die ze in zijn nachtkastje had gevonden, en de panty die om de nek van de vermoorde Jeanne van Ark zat, aan hem voorgelegd en hem erop gewezen dat alle drie de panty’s hetzelfde zijn… qua maat, merk en kleur.’ De jonge rechercheur zuchtte opnieuw. ‘Marinus Kleijn gaf toe, dat ook hij geen onderscheid tussen de panty’s kon ontdekken, maar bleef erbij, dat de panty’s nooit in zijn bezit waren geweest en dat hij niet wist hoe ze in zijn nachtkastje terecht waren gekomen.’

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd. ‘Was Marinus Kleijn in haar nabijheid toen Gabriëlle de panty’s vond?’

Vledder spreidde zijn handen. ‘Toen wij bij hem aanklopten, liet hij ons binnen. Gabriëlle zei hem onmiddellijk dat wij hem van de moord op Jeanne van Ark verdachten. Marinus Kleijn lachte haar uit… vond het idee bespottelijk. Gabriëlle vroeg hem toen of ze een beetje in de woning mocht rondneuzen.’

‘En hij had geen bezwaar?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Ga je gang, zei hij. Ik ben onschuldig.’

De Cock hield zijn hoofd iets schuin. ‘En toen Gabriëlle met die panty’s op de proppen kwam?’

Vledder maakte een hulpeloos gebaar. ‘Toen zei hij… wat hij vanavond tijdens zijn verhoor ook eindeloos herhaalde… dat hij de panty’s nooit eerder had gezien en dat hij niet wist hoe ze in zijn nachtkastje terecht waren gekomen.’

‘Klonk dat oprecht?’

Vledder trok een bedenkelijk gezicht. ‘Ik vond het een slap verweer. Dat heb ik ook tegen Kleijn gezegd.’

‘Hoe reageerde hij?’

Vledder liet zijn hoofd iets zakken. ‘Hij zei dat mijn mening er weinig toe deed… en dat het hem speet dat hij geen andere waarheid voor mij in voorraad had.’

De Cock kon een glimlach niet onderdrukken. ‘Wat zei Marinus Kleijn van de aanklacht, dat hij ook Mooie Benny had vermoord?’

Vledder schonk hem een moede glimlach. ‘Hij lachte Gabriëlle de Poortere vierkant uit. Hij noemde ook deze beschuldiging dwaas en zonder enige grond en vroeg zich af of wij aan de Warmoesstraat een complot tegen hem smeedden. “Het enige wat ik van Mooie Benny weet,” zei hij, “is wat Jeanne van Ark mij na haar vlucht uit de gevangenis over hem heeft verteld… een lid van haar bende… een bruut, die haar dood zocht.” Hij beweerde de man zelf nooit in levenden lijve te hebben ontmoet. “Hoe,” zo was zijn betoog, “kan ik hem dan hebben vermoord?”’

De Cock gniffelde. Hij kreeg plezier in het verweer van Marinus Kleijn.

‘En verder?’

Vledder wees voor zich uit. ‘Ik had in de la van jouw bureau een foto van Mooie Benny zien liggen. Die heb ik hem laten zien.’

De Cock keek hem gespannen aan. ‘Wat zei hij?’

‘Marinus Kleijn toonde verbazing. Is dat Mooie Benny, vroeg hij verwonderd. Toen ik dat bevestigde, zei hij dat hij zich Mooie Benny heel anders had voorgesteld… veel bruter… het type van een verlopen bokser, een man met bloemkooloren, een laag voorhoofd en een duivelse grijns op zijn gezicht.’

De Cock glimlachte. ‘Kende hij de man van de foto?’

Vledder knikte. ‘Marinus Kleijn zei dat hij hem eenmaal had ontmoet. Dat was toen hij Jeanne van Ark op de Wallen een bezoek had gebracht en op het punt stond te vertrekken. De man kwam het kamertje binnen en Jeanne van Ark stelde beiden aan elkaar voor.’

‘Hoe?’

‘Wat bedoel je?’

‘Hoe presenteerde ze de beide mannen?’

Vledder spreidde zijn beide handen in een hulpeloos gebaar.

‘De man van de foto… Mooie Benny… noemde zij “een oude kennis” en Marinus Kleijn stelde ze voor als “mijn redder”.’

De Cock kauwde op zijn onderlip. ‘Dat zou kunnen betekenen,’ sprak hij peinzend, ‘dat Mooie Benny het vluchtverhaal van Jeanne van Ark kende en op de hoogte was van de rol die Marinus Kleijn daarin had gespeeld.’

Vledder knikte instemmend. ‘Dat lijkt mij een redelijke conclusie,’ sprak hij somber, ‘maar brengt ons niets verder.’

‘Hoe eindigde het verhoor?’

‘Gabriëlle zei tegen Marinus Kleijn, dat hij nog maar eens een poosje over zijn leugens moest nadenken.’

‘Hoe reageerde hij?’

Vledder glimlachte. ‘Marinus Kleijn kaatste terug dat voor hem de waarheid makkelijk was te onthouden, maar dat zij eens over haar beschuldigingen moest nadenken.’

‘Keurig.’

Vledder knikte. ‘Toen hebben wij hem naar zijn cel teruggebracht.’

De Cock wreef over zijn brede kin. ‘Geen daverend verhoor.’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Je hebt gelijk. Het leverde niets op. Ook Gabriëlle was hevig teleurgesteld.’

De Cock staarde een tijdje nadenkend voor zich uit. ‘Hoe liep,’ vroeg hij na een poosje, ‘het onderzoek op de peedee[10] op Nut en Genoegen af?’

Vledder maakte een schouderbeweging. ‘Bram van Wielingen maakte foto’s en Ben Kreuger kwastte met aluminiumpoeder.’

‘Wat zei dokter Den Koninghe?’

Vledder keek op. ‘Hij was er nog niet zo van overtuigd dat Mooie Benny door verwurging stierf.’

‘Wat?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Hij… eh, hij dacht aan een dodelijk toxicum.’

‘Vergiftiging.’

‘Ja.’

De Cock slikte. ‘Wat deed die panty dan om zijn nek?’

10

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Het is nog lang niet zeker dat Benny Lefeberus werd vergiftigd,’ sprak hij afwerend. ‘Dokter Den Koninghe opperde het als een mogelijkheid. Hij baseerde zijn vermoeden op de stand van de pupillen, die vertoonde volgens hem een farmacologische reactie.’

De Cock trok een vies gezicht. ‘Een wat?’

Vledder lachte. ‘Een farmacologische reactie… zo noemde dokter Den Koninghe het… een verwijding van de pupillen, zoals bij het gebruik van belladonna, atropine, codeïne of efidrine.’

‘En alkaloïde.’

вернуться

10

Peedee: plaats delict.