Выбрать главу

Vledder knikte instemmend. ‘Een plantengif.’

De Cock beet op zijn onderlip. ‘Mij is die pupilverwijding,’ sprak hij peinzend, ‘niet zo opgevallen. Mijn aandacht was vermoedelijk te veel op die panty gericht.’

Vledder ademde diep. ‘Begrijpelijk. Die panty wekte een onmiddellijke associatie met de moord op Jeanne van Ark.’

‘Precies.’

Vledder gebaarde voor zich uit. ‘Dokter Den Koninghe,’ sprak hij traag, ‘was overigens erg vaag. De lijkschouwer beloofde mij morgenochtend voor de gerechtelijke sectie met dokter Rusteloos te bellen voor overleg. Er dienen urine, maag- en darminhoud en ook enkele lijkdelen gereserveerd te worden voor een uitgebreid toxicologisch onderzoek.

Volgens hem ontbraken aan de hals van het slachtoffer de karakteristieke wurgverwondingen. De nylon panty had geen diepe insnoeringen veroorzaakt… insnoeringen zoals wij aan de hals van Jeanne van Ark hebben gezien.’

De Cock spreidde zijn beide handen in een gebaar van onbegrip. ‘Wat deed,’ herhaalde hij geprikkeld, ‘die nylon panty dan om zijn nek?’

Vledder maakte een schouderbeweging. ‘Geen idee,’ verzuchtte hij. ‘Als Benny Lefeberus geen dood door verwurging stierf, dan had die nylon panty om zijn nek geen enkele functie… geen enkele functie bij het veroorzaken van de dood.’

De Cock trok een diepe denkrimpel in zijn voorhoofd. ‘Wat zei Gabriëlle de Poortere van de bevindingen van de lijkschouwer? Die waren volkomen in strijd met haar kunstig opgebouwde theorie.’

Vledder grijnsde breed. ‘Ze noemde het gewauwel van een oude man.’

De Cock slikte van verbazing. ‘Wat?’ riep hij geschrokken.

Vledder knikte. ‘Gewauwel van een oude man… dat was haar conclusie. De excentrieke dokter Den Koninghe met zijn jacquet, streepjesbroek en garibaldihoed was in haar ogen een bespottelijke oude dwaas… al jaren niet meer voor zijn taak berekend.’

De Cock snoof van woede. ‘Wat een serpent.’

Vledder grinnikte vreugdeloos. ‘Misschien had je oude moeder wel gelijk en kun je beter uit de buurt van mooie vrouwen blijven.’

De Cock schoof zijn onderlip naar voren. ‘Zeker als ze vol ambities in politiedienst treden.’ Hij zweeg even, peinzend. ‘Was de oude lijkschouwer nog aanwezig toen Gabriëlle de Poortere haar bedenkingen uitte?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Gelukkig niet. Dat is de oude man bespaard gebleven. Het kwam ter sprake toen ik in de auto op weg terug naar de Kit, aan haar vroeg hoe zij over de bevindingen van dokter Den Koninghe dacht.’

‘En?’

De jonge rechercheur grinnikte. ‘Ze was woest… een furie… stond onmiddellijk in vuur en vlam. Gabriëlle krijste dat ze oprecht van mening was dat het hoog tijd werd dat er een frisse wind door ons korps waaide… dat jonge, energieke krachten het bewind in handen namen… dat ons gehele rechercheapparaat een gezapig college was van knorrige wereldvreemde oude heren… en dat ook die excentrieke lijkschouwer hoognodig vervroegd met pensioen diende te worden gestuurd.’

De Cock liet de grillige accolades langs zijn mond vrolijk krullen. ‘Toe maar,’ lachte hij.

Vledder gebaarde. ‘Volgens Gabriëlle bestond er geen enkele twijfeclass="underline" de moord op Benny Lefeberus was volkomen identiek aan de moord op Jeanne van Ark.’

De Cock knikte begrijpend. ‘Dezelfde moordenaar.’

‘Precies.’

De Cock schudde afkeurend zijn hoofd.

‘Gabriëlle de Poortere,’ sprak hij bedachtzaam, ‘mag er een eigen mening op na houden. Dat is haar goed recht. Maar voor mij is dokter Den Koninghe geen wauwelende oude dwaas. Hij is een puike lijkschouwer… een man met een schat aan ervaring. Als hij tekenen van vergiftiging ziet, dan geloof ik daar in.’

Vledder keek naar hem op. ‘Die vreemde panty om de nek van Benny Lefeberus klopt dus niet?’

De Cock schudde zijn hoofd. ‘Al kan ik er geen redelijke verklaring voor vinden.’

Vledder maakte een weifelend gebaar. ‘Misschien was het wel een grap… of een misleiding… een poging om de dood van Mooie Benny te doen gelijken op de moord op Jeanne van Ark?’

De Cock knikte Vledder bewonderend toe. ‘Heel goed. Een vruchtbare gedachte. Oppervlakkig bezien lijken de beide moorden op elkaar, maar er is toch een duidelijk verschil in uitvoering.’

‘Waarom?’

De Cock maakte een schouderbeweging. ‘Vermoedelijk omdat de slachtoffers verschillend zijn… een vrouw en een man.’

‘Je bedoelt, dat Benny Lefeberus veel krachtiger en weerbaarder was dan Jeanne van Ark?’

De Cock knikte. ‘Ik heb in het tuinhuisje van Nut en Genoegen geen spoor van een worsteling gezien. Ik vermoed dat de moordenaar bij Benny Lefeberus een dood door verwurging niet heeft aangedurfd.’

Vledder keek De Cock met grote ogen aan. ‘De moordenaar koos voor vergif,’ stelde hij opgetogen, ‘maar liet de moord op een verwurging lijken.’

De Cock glimlachte. ‘Ik geloof dat er op den duur toch nog een goede rechercheur uit jou groeit.’

Vledder gebaarde voor zich uit. ‘Die malle nylon panty om de nek van de slachtoffers… en het feit dat beiden elkaar kenden… is de enige leidraad tussen deze moorden.’

De Cock stak waarschuwend de wijsvinger van zijn rechterhand omhoog. ‘Je vergeet nog iets… beide slachtoffers werden ook geheel ontkleed… naakt, aangetroffen. En daarvoor kan ik… zeker ten aanzien van Benny Lefeberus… geen zinnig motief bedenken.’

De oude rechercheur keek omhoog naar de grote klok boven de toegangsdeur. ‘Het is alweer elf uur,’ mompelde hij vermoeid. Hij kwam half uit zijn stoel overeind. ‘Het is mooi voor vandaag. Morgen, zo hopen wij innig, is er weer een nieuwe dag. Tenzij de goeie God meent dat zijn aards experiment op een mislukking…’

De grijze speurder stokte.

Er werd op de deur van de recherchekamer geklopt en Vledder riep: ‘Binnen!’

In de deuropening verscheen de gestalte van een slanke jongeman. De Cock schatte hem op voor in de dertig. Hij droeg een vaalblauwe spijkerbroek, waaronder een paar opvallend witte basketballschoenen, en een bruin wildlederen jack met gebreide boorden. Zacht verend liep hij op de grijze speurder toe.

‘Mag ik even met u praten?’

De Cock wees uitnodigend naar de stoel naast zijn bureau. Intussen nam hij de jongeman nauwkeurig in zich op. Hij had een lang, ovaal gezicht met een strakke wasbleke huid en fletsblauwe ogen. Zijn lange stroblonde haren eindigden in een kort vlechtje in zijn nek.

De oude rechercheur glimlachte. ‘Ik ben één al oor.’

De jongeman verschoof iets op zijn stoel. ‘Moeder Lefeberus stuurt mij.’

De Cock trok een grimas. ‘En jij laat je sturen?’

De jongeman liet zijn hoofd iets zakken. ‘Ik ben… eh, ik… eh, ik was een vriend van Benny,’ antwoordde hij hakkelend. ‘Ik hoorde vanavond wat er met Benny is gebeurd… in zijn tuinhuisje op Nut en Genoegen… toen ben ik naar zijn moeder gestapt om haar te condoleren. Ze is een fijn mens. Ik kom al jaren bij haar aan huis.’

De Cock knikte begrijpend. ‘Wie ben jij?’

‘Richard… Richard de Boer.’

‘Hoe lang ben je al met Benny Lefeberus bevriend?’

‘Vanaf mijn schooljaren. We zaten in dezelfde klas.’

‘Steeds in Amsterdam-West gewoond?’

Richard de Boer knikte. ‘Wat ze bij ons thuis nog altijd Plan-West noemen. In de Willem Schoutenstraat. Pal bij Benny om de hoek.’

De Cock strekte zijn hand naar hem uit. ‘Hoeveel antecedenten heb je?’

Richard de Boer keek hem niet-begrijpend aan. ‘Wat zijn an-tece-den-ten?’

De Cock glimlachte. ‘Hoe vaak ben je met de politie of justitie in aanraking geweest?’

Richard de Boer schudde krachtig zijn hoofd. ‘Nooit.’

De Cock veinsde verbazing. ‘En een vriend van Benny Lefeberus… een blanco strafblad?’

Het klonk cynisch.