De Cock stond op. Met lange, slepende passen liep Van Heusden op hem toe. Hun blikken kruisten elkaar. Het leek het begin van een duel. Toen Matthias van Heusden het bureau van de grijze speurder had bereikt, bleef hij staan en knoopte zijn fraaie, getailleerde suède jas los. Het gebeurde traag, met precieze bewegingen.
De Cock wachtte geduldig tot de ceremonie was voltooid en wuifde toen uitnodigend naar de stoel naast zijn bureau.
‘Gaat u zitten,’ sprak hij vriendelijk. Hij glimlachte innemend. ‘Meneer Van Heusden… een ongedacht bezoek.’ Zijn glimlach vergleed. ‘Er is niets ernstigs gebeurd, hoop ik?’
Matthias van Heusden trok de pijpen van zijn nauwsluitende pantalon iets op en ging zitten.
‘Ik vind het pijnlijk, maar ik achtte het niet verantwoord om langer te wachten.’
‘Waarmee?’
‘Met een verzoek tot opsporing.’
‘Van Thérèse?’
Matthias van Heusden knikte.
‘Ze is nu al twee nachten van huis en dat stemt mij tot grote ongerustheid.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Ze heeft niets van zich laten horen?’
Van Heusden trok een droevig gezicht.
‘Taal noch teken.’
‘Vreemd.’
‘Dat vind ik ook. Het is helemaal tegen de gewoonte van Thérèse. Ze is doorgaans een serieuze jonge vrouw, die haar afspraken nakomt.’
‘Had ze afspraken?’
‘Zeker… Thérèse is een gewild model.’
De Cock keek hem observerend aan.
‘Hebt u al geïnformeerd bij haar moeder? Misschien weet zij waar ze is?’
Matthias van Heusden reageerde nukkig.
‘Ik wil met haar geen contact meer.’
De Cock veinsde verbazing.
‘Nadat wij bij u op bezoek waren geweest, hebt u haar gebeld en haar geadviseerd om te verdwijnen.’
Van Heusden verschoof iets op zijn stoel.
‘Ik… eh, ik hield er ernstig rekening mee,’ sprak hij onzeker, ‘dat zij haar bedreiging had uitgevoerd, dat zij die jongen… die Robbert had vermoord. Het minste wat ik kon doen, was haar waarschuwen.’
Hij gebaarde verontschuldigend. ‘Ik… eh, ik ben tenslotte enige jaren met haar getrouwd geweest.’
De Cock plukte aan zijn onderlip.
‘Kent u de heer Van Nettelhorst?’
Matthias van Heusden keek naar hem op. In zijn ogen lag een wantrouwende blik.
‘Ja,’ sprak hij aarzelend, ‘die ken ik.’
‘Moeder Maria de Gans beweert dat u Thérèse aan hem hebt verkocht.’
‘En?’
De Cock keek hem verbaasd aan.
‘Dat vindt u normaal?’ vroeg hij.
Matthias van Heusden knikte.
‘U zit hier toch ook achter uw bureau omdat u zichzelf hebt verkocht… aan de politie, de justitie, de staat.’
De Cock schudde zijn hoofd en glimlachte.
‘Ik geef toe… voor een te schamel bedrag, verhuur ik mijn kennis, mijn inzet, mijn vaardigheden… maar niet mijn ziel.’
Matthias van Heusden reageerde fel.
‘Ook Thérèse heeft haar ziel niet verkocht.’
‘Wat dan wel?’
Matthias van Heusden liet zijn hoofd iets zakken en wreef met duim en wijsvinger in zijn ooghoeken. ‘Ik zal het u proberen uit te leggen,’ sprak hij wat vermoeid. ‘Enige jaren geleden raadde ik Thérèse aan om mee te doen aan een schoonheidswedstrijd… een soort Miss-verkiezing. Thérèse was een aankomend fotomodel en een beetje publiciteit kon geen kwaad. Ik kende destijds enige heren van de jury en het bleek mij algauw dat Thérèse een hele goede kans op de titel maakte. Tijdens een van de voorselecties zat Manfred van Nettelhorst in de zaal. Ik had hem nog nooit ontmoet. Ik wist alleen dat hij een steenrijke kunstverzamelaar was. Na afloop kwam hij naar mij en Thérèse toe. Hij legde zijn hand op haar schouder en zei met een strak gezicht: “Ik koop haar… wat moet ze kosten?”’
De Cock keek hem ongelovig aan.
‘Dat was zijn tekst: “Ik koop haar… wat moet ze kosten?”’
‘Exact.’
‘Hoe reageerde u?’
Matthias van Heusden trok zijn linkerschouder iets op.
‘Ik keek de man wat stom aan. Ik was te verbouwereerd om iets te zeggen. Die Van Nettelhorst zag mijn aarzeling en zei: “Kom… noem haar prijs.”’
‘Die hebt u toen genoemd?’
Matthias van Heusden schudde zijn hoofd.
‘Natuurlijk niet,’ reageerde hij kriegelig. ‘Toen ik mijzelf wat had hervonden, vroeg ik aan Van Nettelhorst hoe hij zich zo’n koop had gedacht. Ziet u, ik wilde voor geen goud dat Thérèse dezelfde weg op zou gaan als haar moeder… eindigend in de goot.’
‘En?’
‘Van Nettelhorst verzekerde mij dat hij geen oneerbare bedoelingen had. “Maakt u zich geen zorgen,” sprak hij letterlijk, “ik ben homofiel. Mijn interesses in Thérèse liggen niet in het erotische vlak.”’
‘Welk vlak dan wel?’
Matthias van Heusden knikte. ‘Dat vroeg ik hem ook. Hij zei dat hij een verzamelaar was van onbezoedelde schoonheid. En in Thérèse zag hij een levend symbool.’
‘Van onbezoedelde schoonheid?’
‘Precies.’
‘En als zodanig wilde hij haar kopen?’
‘Inderdaad… als een fraai… weliswaar levend… kunstvoorwerp.’
‘Gold de aankoop voor het leven?’
Matthias van Heusden schudde zijn hoofd.
‘Niet voor het leven. Als naar de mening van de heer Van Nettelhorst Thérèse niet meer als een symbool van schoonheid kon worden gezien, verviel de koop.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Als een dikke vette moeke met hangborsten was ze hem geen cent waard.’
Matthias van Heusden ademde diep.
‘U zegt het wat plastisch,’ verzuchtte hij, ‘maar daar komt het wel op neer.’
‘Wat bood hij?’
Matthias van Heusden tuitte zijn lippen en spreidde zijn goed gemanicuurde handen.
‘Een fraai huis aan de Keizersgracht.’
‘Waar u nu woont?’
‘Inderdaad. Dat huis is en blijft Thérèses eigendom. Verder heeft ze, zo lang de overeenkomst duurt, maandelijks een vorstelijke toelage.’
De Cock keek hem scherp aan.
‘En wat verlangde hij daarvoor?’
Matthias van Heusden weifelde.
‘Niets.’
De Cock glimlachte.
‘Niets?’ herhaalde hij ongelovig.
‘Nee.’
De grijze speurder wreef met zijn vlakke hand over zijn breed gezicht. Daarna, steunend op zijn bureau, leunde hij ver naar voren.
‘Beste heer Van Heusden,’ sprak hij toen nadrukkelijk, ‘ik loop al een tijdje op deze verdorven aardkloot rond. En al jaren bestaat mijn job uit het napluizen van menselijk gedrag. Daarom, ik wil best naar een verhaal van u luisteren, maar het moet wel geloofwaardig klinken.’ Hij nam een korte pauze. De grijns op zijn gezicht verdween. ‘Wat,’ herhaalde hij strak, ‘verlangde Manfred van Nettelhorst van Thérèse?’
Matthias van Heusden liet zijn hoofd iets zakken.
‘Ze moest onbezoedeld blijven.’
14
‘On-be-zoe-deld.’
De Cock sprak het woord langzaam uit en legde een klemtoon op elke lettergreep. Het was voor de tweede maal tijdens dit onderzoek, dat het woord in zijn gedachten bleef hangen. Onbezoedeld, zo wist hij, betekende: vlekkeloos, zuiver, rein, onberoerd.
De grijze speurder keek Van Heusden peinzend aan.
‘Kwam het erop neer,’ redigeerde hij voorzichtig, ‘dat Manfred van Nettelhorst geen enkele minnaar meer in de omgeving van Thérèse duldde?’
‘Daar kwam het op neer, ja.’
‘Hoe controleerde hij dat?’
Matthias van Heusden produceerde een pijnlijke glimlach.
‘We hadden aanvankelijk op de Keizersgracht dag en nacht twee bodyguards in huis.’
De Cock trok zijn wenkbrauwen op.
‘Bodyguards?’
In zijn stem trilde verbazing.
Matthias van Heusden knikte.