Выбрать главу

‘U bedoelt antiquair Van Wateringen?’

Iwan Terborch grinnikte.

‘U weet best wie ik bedoel.’

De Cock negeerde de opmerking.

‘Wie heeft u van zijn overlijden bericht?’

‘Zij.’

‘Wie is zij?’

Iwan Terborch draaide hem zijn rug toe en bromde.

‘Ook dat behoef ik u niet te zeggen.’

De Cock voelde de wrevel in zijn bloed kruipen. Zijn gezicht werd een strak masker. Het gedrag en de antwoorden van de man irriteerden hem bovenmatig.

‘Draai je om,’ siste hij, ‘en kijk mij aan.’

Iwan Terborch gehoorzaamde als een schooljongen. De Cock strekte zijn rechterarm naar hem uit.

‘Ik verzoek u dwingend om u ten opzichte van mij fatsoenlijk te gedragen en op een redelijke wijze op mijn vragen te reageren.’

Het gezicht van Iwan Terborch betrok. De felle uitval van de oude rechercheur had zijn uitwerking niet gemist. Zijn hautaine houding verdween.

‘Mijn ex-vrouw,’ sprak hij timide, ‘Helen van Haaksbergen. Zij belde mij vanmorgen op en beschuldigde mij ervan haar man te hebben vermoord.’

‘En?’

Iwan Terborch keek hem onthutst aan.

‘Wat bedoelt u?’

‘Hebt u hem vermoord?’

Iwan Terborch schudde vertwijfeld zijn hoofd.

‘Ik niet.’

De Cock grijnsde.

‘Ik heb nog nooit,’ sprak hij hoofdschuddend, ‘een moordenaar direct horen bekennen.’

Iwan Terborch schudde opnieuw zijn hoofd.

‘Ik… eh, ik heb niets te bekennen,’ riep hij met enige stemverheffing. ‘Ik ben zijn moordenaar niet.’

De Cock keek hem met een verbaasde blik aan.

‘Hoe kan uw ex-vrouw u dan van moord op haar man beschuldigen?’

Iwan Terborch liet zijn hoofd iets zakken.

‘Ik heb wel eens tegen haar gezegd,’ antwoordde hij zacht, ‘dat ik een mes in zijn dikke bast zou duwen. Maar dat meende ik niet. Dat was uit woede omdat hij Helen van mij af had gepakt.’

‘Zo voelde u dat?’

Iwan Terborch knikte.

‘Ik probeer al enige tijd te accepteren dat ik haar kwijt ben, maar in het begin kon ik dat in het geheel niet vatten. Mijn mooie Helen… zo’n dikke vieze oude man.’

De Cock hield zijn hoofd iets schuin.

‘Een onmogelijke combinatie?’

‘Absoluut.’

De Cock grijnsde.

‘Misschien begrijpt u te weinig van wat vrouwen van een man verwachten.’

Iwan Terborch klopte met zijn vuisten op zijn brede borst.

‘Vrouwen,’ sprak hij trots, ‘te kust en te keur. Ik hoef maar met mijn vingers te knippen…’

De Cock glimlachte.

‘Of,’ vulde hij hoofdknikkend aan, ‘ze vliegen in uw armen.’

‘Precies. Ik kan u daar voorbeelden van noemen.’

De oude rechercheur reageerde niet direct. Hij streek met zijn pink over de rug van zijn neus.

‘U bedoelt in feite,’ sprak hij fijntjes, ‘dat Helen van Haaksbergen blij had moeten zijn dat u met haar was getrouwd… dat het een enorme stommiteit van haar was om u te verlaten.’ Iwan Terborch ontstak in woede.

‘Het was zijn geld… zijn geld. Daar was ze op uit. Die Van Wateringen was stinkend rijk. U moet zijn kinderen maar eens vragen hoe die over Helen van Haaksbergen denken.’

‘Zijn kinderen?’

Iwan Terborch zuchtte diep.

‘David en Evert van Wateringen. De antiquair is al eerder een keer getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw Mathilde is jaren geleden aan kanker gestorven.’

‘U bent goed op de hoogte.’

Iwan Terborch grijnsde.

‘Toen Helen belangstelling voor die Van Wateringen kreeg, ben ik de familie eens nagegaan. Dat is niet zo moeilijk. Een vriend van mij werkt bij het Bevolkingsregister in Amsterdam.’ De Cock knikte begrijpend. ‘Kent u die zoons?’

‘Evert niet. Maar met David heb ik regelmatig contact. Hij traint in de Marnixstraat in dezelfde sportschool als ik.’

‘David was niet zo erg te spreken over de keuze van zijn vader?’ Iwan Terborch grinnikte.

‘U drukt zich nog voorzichtig uit. David was woedend toen hij van de trouwplannen van zijn vader hoorde. Ook hij was ervan overtuigd dat Helen zijn vader inpalmde en op een huwelijk aandrong om zijn vermogen te bemachtigen. De kinderen krijgen nu na zijn overlijden niets… bijna niets. Vrijwel alles gaat naar Helen.’

Er kwam een kwaadaardige glinstering in zijn helblauwe ogen en de wrange trek om zijn mond was niet prettig om aan te zien.

‘Als u voor de moord op Van Wateringen zoekt naar iemand met een duidelijk motief… ‘

De Cock grijnsde.

‘Dan wende ik mijn blik naar zijn jonge weduwe.’

De Cock keek zijn jonge collega ontsteld aan.

‘Niets?’ riep hij ongelovig.

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Ik heb het vage begrip overkant inderdaad een ruime interpretatie gegeven en het hele rijtje huizen tegenover de antiekwinkel bezocht. Gelijkstraats zijn in de Oude Vensterstraat kleine bedrijven en winkeltjes. Ik heb geïnformeerd… maar daar is laat op de avond niemand meer aanwezig. Boven die bedrijven en winkeltjes wonen meest oudere lieden, die voor tienen al onder de wol kruipen.’

De Cock maakte een gebaar van vertwijfeling.

‘Niemand heeft iets gezien?’

Vledder grinnikte vreugdeloos.

‘Er was een oud vrouwtje, dat zo rond de klok van twaalf uur wakker was geworden om een plasje te doen en toen voor de deur van de antiekzaak een ambulancewagen zag staan. Ze vroeg zich even af wat er was gebeurd en is toen weer in bed gekropen.’

‘Was iedereen thuis?’

Vledder knikte.

‘Ik heb in iedere woning iemand aangetroffen.’

‘Kenden ze Van Wateringen?’

‘Van gezicht.’

‘Verder niet?’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Geen van de bewoners had ooit persoonlijk contact met hem gehad.’ De jonge rechercheur zweeg even. ‘Ik heb ook in het telefoonboek gekeken.’

‘En?’

‘Privé-telefoonnummer en het adres in Amstelveen staan niet vermeld.’

De Cock trommelde met de toppen van zijn vingers op zijn bureau.

‘Wie heeft haar dan gebeld?’

Vledder trok zijn schouders op.

‘Zijn moordenaar?’ De Cock staarde voor zich uit. ‘Misschien is dat telefoontje een verzinsel… had ze geen telefoontje nodig.’

Vledder keek hem met grote ogen aan.

‘Je bedoelt dat ze wist wat er in de antiekzaak met haar man was gebeurd en een telefoontje verzon om haar komst te verklaren?’

De Cock knikte traag.

‘Ik zei aclass="underline" je bent vandaag vlug van begrip.’

De Cock keek op de klok, stond van zijn stoel op en slenterde naar de kapstok.

‘Ik ga met je mee naar Westgaarde.’

‘Om de sectie bij te wonen?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Ik behoef dokter Rusteloos niet meer aan het werk te zien. Ik weet hoe vaardig hij lijken uit elkaar peutert. Ik neem op Westgaarde de Golf van je over.’ Vledder reageerde verwonderd. ‘Ga jij achter het stuur?’ vroeg hij spottend. ‘Echt in het verkeer?’

De Cock knikte instemmend.

‘Ik heb nog steeds mijn rijbewijs. Ik schat dat dokter Rusteloos ongeveer twee uur nodig heeft. Ik ben dan weer terug om je op te halen.’

Vledder fronste zijn wenkbrauwen.

‘Waar ga jij heen?’

‘Naar een sportschool.’

Vledder gniffelde.

‘Om je pyknische habitus bij te werken?’ De Cock glimlachte. ‘Ik heb daar een afspraak met David van Wateringen. Zoon van de vermoorde antiquair.’

‘Had hij kinderen?’

‘Uit een vorig huwelijk.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Van Iwan Terborch, die kent David van Wateringen van de sportschool waar hij traint.’