‘Hoe?’
‘Charlotte.’
De Cock keek hem niet-begrijpend aan.
‘Wat is er met Charlotte?’
Vledder schudde zijn hoofd over zoveel onbegrip. ‘Die was met de clown een verhouding aangegaan,’ sprak hij ongedurig. ‘Zij zal aan Pierrot hebben verteld dat haar man, Fantinelli, in samenwerking met haar vriendin, Klaartje, zo’n leuke juwelenroof op touw heeft gezet. Wel, na de roof eist Pierrot een deel… voor hemzelf en voor Charlotte. Fantinelli weigert… vermoedelijk omdat hij van mening is dat Pierrot geen enkel recht op de buit kan doen gelden. Er ontstaat een woordenwisseling. In woede grijpt Fantinelli een van zijn messen en vermoordt de clown.’
Er viel een stilte.
De Cock staarde peinzend voor zich uit. ‘Het klinkt indrukwekkend,’ sprak hij na een poosje.
Vledder stoof op.
‘Het klinkt niet alleen indrukwekkend… het is indrukwekkend. Mijn theorie is juist. Daar is geen speld tussen te krijgen.’ ‘Jij acht jouw aanwijzingen voldoende om Fantinelli te arresteren?’ Vledder knikte overtuigend. ‘Dat had ik vanmorgen al willen doen. En toen wist ik nog niets van de relatie tussen Charlotte, de vrouw van de messenwerper, en Clarisse, het meisje dat in het weekeinde bij Van Vlaanderen was.’ De Cock knikte.
‘Dat is inderdaad een merkwaardige coïncidentie, die ook mij verraste.’ Hij zuchtte. ‘Ik vind het verdrietig voor Maffe Kee… maar als jouw theorie juist is, dan zit Klaartje er middenin… dan is ze medeplichtig… zeker wat de juwelenroof betreft.’ Vledder reageerde fel.
‘Natuurlijk zit ze er middenin. Zij is de vrouw om wie alles draait. Zonder haar medewerking was de juwelenroof niet mogelijk geweest. Ze kwam al jaren bij Van Vlaanderen. Er zal een soort vertrouwensrelatie zijn gegroeid. Het is bepaald niet denkbeeldig dat de gebruikelijke waakzaamheid van de makelaar met betrekking tot de cijfercombinatie van zijn kluis op den duur wat aan scherpte heeft ingeboet.’
‘Je bedoelt, dat het Klaartje niet moeilijk moet zijn gevallen om de combinatie te bemachtigen?’
‘Precies.’
De telefoon op het bureau van De Cock rinkelde. Vledder stond op, liep naar het bureau, nam de hoorn op en luisterde. Na enkele seconden hield hij zijn hand op het spreekgedeelte en keek naar De Cock.
‘Beneden aan de balie,’ sprak hij benepen, ‘staat Klaartje Paardestaart. Ze wil met jou spreken.’
De vrolijke lijnen rond de mond van De Cock plooiden speels. ‘Jij bent een gelukkige kerel, Dick. Je behoeft jouw daders niet eens op te halen. Ze komen uit eigen beweging.’
Vledder hoorde de ondertoon. Hij monsterde de milde gelaatsuitdrukking van De Cock. En in zijn hart kroop onrust.
7
Klaartje Paardestaart zag er verrukkelijk uit. Trippelend op haar hoge hakjes wiegde ze door de recherchekamer op De Cock toe. Ze was uitdagend gekleed in een korte strakke rok, dofzwart, waarop een witzijden blouse met zwierige volanten en een geraffineerd decolleté.
De oude rechercheur zag haar met welgevallen naderen. Hij was niet ongevoelig voor vrouwelijk schoon. Vriendelijk glimlachend en met een buiging bood hij haar een stoel naast zijn bureau.
Ze nam bevallig plaats, trok haar rug recht en sloeg haar lange benen over elkaar. Tersluiks wierp ze een blik naar Vledder, pinkte een plukje helblond haar uit het gezicht en sprak met waarneembaar Amsterdams accent: ‘Moeder stuurt me.’ De Cock knikte begrijpend.
‘Ik wist niet dat je je tegenwoordig Clarisse laat noemen.’ Ze trok achteloos haar schouders op.
‘Klaartje klinkt zo burgerlijk.’
‘En dat ben je niet?’
‘Nauwelijks.’
‘Weet je waarover ik met je wil praten?’
Ze knikte traag.
‘De antieke juwelen.’ Ze veranderde plotseling van toon en trok haar hoofd iets op. Haar grote bruine ogen schitterden. ‘En je behoeft mij niet uit te kafferen… dat heeft moeder al gedaan.’ ‘Terecht?’
‘Hoe bedoel je?’
De Cock speelde met een pen in zijn hand. ‘Heb je met anderen over de juwelen van Van Vlaanderen gekletst?’
‘Alleen met Charlotte. Charlotte en ik hebben geen geheimen voor elkaar. Ze vertelt mij ook alles wat zij meemaakt.’ ‘Zoals?’
‘Haar affaire met die dode clown en hoe woest Fantinelli dit keer was. Hij trok haar toilettafel omver en schold haar uit voor loopse teef.’
‘Niet netjes.’
Klaartje schudde haar hoofd. ‘Maar hij heeft wel gelijk. Charlotte wil wel met iedere vent naar bed. Ik doe het voor de business en beleef er geen plezier aan… meestal niet.’
De Cock trok zijn gezicht in de plooi.
‘Charlotte heeft altijd plezier.’
Klaartje knikte glimlachend.
‘Zo zou je het kunnen noemen.’
‘Hoe lang ken je Charlotte?’
‘Een jaar of twee.’
‘Je hebt dus al heel wat liefdesaffaires van haar meegemaakt.’ Klaartje gniffelde.
‘Charlotte doet altijd erg opgewonden over een nieuwe verovering. Ze geniet ervan dat ze mannen naar haar hand kan zetten.’ ‘Maar dit keer was Fantinelli echt woest over de nieuwe affaire van zijn vrouw,’ sprak De Cock bedachtzaam.
‘Ja.’
‘Toch treedt ze avond aan avond met hem op.’
Klaartje trok een denkrimpel in haar voorhoofd. ‘Je wilt zeggen: Is ze niet bang dat hij op het toneel een keer misgooit?’ ‘Precies.’
Een meewarig lachje zweefde om Klaartjes lippen.
‘Fantinelli kan niet zonder zijn Charlotte. En dat niet alleen vanwege hun variéténummer. Het ligt veel dieper, veel intenser. Fantinelli is aan haar verslaafd… als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Ik meen het te begrijpen,’ reageerde De Cock voorzichtig. Vertrouwelijk boog hij zich wat naar voren. ‘Vertelt Charlotte ook alles aan haar man?’
Klaartje grinnikte vrolijk. ‘Ik denk het niet.’
De Cock keek haar strak aan. ‘Van de juwelen, bedoel ik.’ Nu verstarde het gezicht van Klaartje.
‘Jij denkt,’ sprak ze weifelend, ‘dat Fantinelli die juwelen heeft gestolen?’
De Cock gebaarde wat nonchalant.
‘Ik onderzoek de mogelijkheden.’
Klaartje schudde resoluut haar hoofd.
‘Fantinelli niet… daar is hij geen man voor.’ Ze spreidde haar handen. ‘Wat is Fantinelli… een onbeholpen groot kind, dat toevallig van zijn vader heeft geleerd hoe men met messen moet werpen.’ Ze zweeg even. ‘Het is dat hij Charlotte heeft, anders kwam zelfs daar niets van terecht.’
De Cock beluisterde de toon van minachting.
‘Is… eh, is die Charlotte zo sterk?’
Klaartje knikte heftig.
‘Ze heeft hem volkomen in haar macht.’
‘En jij?’
‘Wat?’
‘Heeft ze ook jou in haar macht?’
Klaartjes blikken dwaalden weg, ze zweeg. Kennelijk zocht ze bij zichzelf naar een antwoord.
‘Soms probeert ze het,’ sprak ze na een poosje. Het klonk wat afwezig. ‘Dan bemerk ik dat ze bezig is mij haar wil op te leggen.’ ‘En?’
Ze schudde haar hoofd.
‘Ik denk niet,’ sprak ze ernstig, ‘dat haar dat ooit lukt. Zie je, ik… eh, ik ben een vrouw.’
‘Je bedoelt, dat alleen mannen voor haar… haar overwicht gevoelig zijn?’
Ze knikte een paar maal traag voor zich uit, leek nog steeds afwezig. ‘Ja, dat bedoel ik.’ Ineens trok ze haar kin omhoog. In haar grote bruine ogen lag een verschrikte blik. ‘Pierrot.’ ‘Wat is er met Pierrot?’
Klaartje slikte.
‘Aan hem… aan hem heeft ze van de juwelen verteld.’
De Cock keek zijn jonge collega meesmuilend aan.
‘Je hebt haar niet gearresteerd… jouw verdachte. Ze was hier… op een presenteerblaadje. Toen ik tegen Klaartje zei dat ze kon vertrekken, heb ik naar je gekeken. Maar je deed geen mond open. Je zat daar of je niet tot tien kon tellen.’ Hij zwaaide in de richting van de deur. ‘Zij was het toch… hoe zei je dat ook weer… de vrouw om wie alles draait?’