‘Dit schilderij,’ verduidelijkte hij, ‘nog zonder lijst, kreeg ik van Peter Karstens op de avond dat hij werd vermoord. Ik zette het in mijn slaapkamer neer en keek er niet meer naar om tot de vrouw die ik gisteravond verwachtte, mij aanraadde om het schilderij door ene Gerard Verbruggen te laten inlijsten.’
Fred Prins stak zijn hand op.
‘Wie is die vrouw?’
‘Maria van Overloon, jarenlang de beeldschone vriendin van Peter Karstens.’
‘Pleegde zij de moorden?’
‘Inderdaad.’
‘Heb je haar al gearresteerd?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Ze is er niet meer. Verdwenen… voorgoed. Met genoeg geld, een vervalst paspoort, een andere identiteit op weg naar ergens in het buitenland, een plastisch chirurg voor een kleine cosmetische ingreep om eventuele herkenningen in de toekomst onmogelijk te maken.’
‘Allemachtig.’
De Cock zuchtte.
‘Zo heb ik dat ook ervaren. Vledder en ik zijn in haar appartement geweest op het Prinseneiland. Daar hing van haar één outfi t. Verder was alles weg.’
‘Hoe weet je dit alles?’ vroeg Appie Keizer met een breed armgebaar. De Cock glimlachte.
‘Als Fred Prins mij niet had onderbroken, dan had ik jullie van dit schilderij verteld. Je ziet hier de achterkant van een raamwerk waarop het beschilderde doek is gespannen. Peter Karstens had eerst een blanco doek op het raamwerk gespannen. Daarop had hij enige fi jn beschreven blocnotevellen gelegd. Daaroverheen had hij een tweede doek gespannen, waarop hij uiteindelijk de verrukkelijke Monet schilderde die hij mij op de avond van zijn dood als geschenk overhandigde.’
Vledder grinnikte.
‘Het is nauwelijks te geloven. Wij hebben de oplossing van die hele affaire al die tijd al in ons bezit gehad. Het is een soort practical joke, die Peter Karstens met ons heeft uitgehaald.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Ik kan de grap er niet van inzien.’
Hij draaide het doek om en hield het iets omhoog.
‘Maria van Overloon,’ ging hij verder, ‘kende het geheim van dit schilderij. Ze nam een vriend van Peter, de lijstenmaker Gerard Verbruggen, in vertrouwen. Die Verbruggen bracht ons vanmorgen het ingelijste schilderij en gaf mij de dicht beschreven velletjes papier. Hij liet mij ook het blanco doek zien, dat hij had verwijderd.’
Appie Keizer trok een grijns.
‘En daar stond alles op.’
De Cock knikte. Hij hing het schilderij weer op zijn plek, nam uit een lade van het dressoir enige velletjes blocnotepapier en ging weer zitten.
‘Ik zal jullie niet alles voorlezen wat er op die velletjes staat. Ik zal mij houden aan de punten die van essentieel belang zijn. Peter Karstens voorzag vorig jaar al dat hij problemen zou krijgen met het veilinghuis Brilliance of Art aan de Lijnbaansgracht. In het bijzonder met de heren Van der Broek en Van Rijsbergen, met wie hij zaken deed. Directeur Paul van Eldersloo bemoeide zich nauwelijks nog met het bedrijf.
Als voorbereiding kocht Peter Karstens in België voor zijn mooie Maria de mooiste en interessantste revolver ooit gemaakt, de Nagant, kaliber 7.62 mm. En hij liet haar schietlessen nemen. Ze oefenden ook samen in de duinen bij Schoorl. Ze stelden zich ten doel om kort achter elkaar drie schoten te lossen met drie treffers in een kleine cirkel met een diameter van zeven centimeter.’
Fred Prins fl oot tussen zijn tanden.
‘Dat lukt mij maar zelden.’
De Cock negeerde de opmerking.
‘Ook huurde hij voor Maria een appartement op het Prinseneiland. Hij wilde niet dat ze op de Noordermarkt verbleef.’
Vledder knikte.
‘De gevarenzone.’
De Cock spreidde zijn handen.
‘Peter Karstens trof alle voorbereidingen voor een wraakoefening in het geval hem iets zou overkomen. Hij bezorgde Maria de fi nanciële middelen, een andere identiteit en in het buitenland een plastisch chirurg met de nodige faam. En voor zijn eigen bewaking kocht hij een hond, een prachtige leonberger.’
Fred Prins kwam iets geprikkeld even uit zijn fauteuil omhoog.
‘Maar waarom? Waarom dat gedoe? Waarom voelde die Peter Karstens zich zo bedreigd?’
De Cock glimlachte.
‘Begrijpelijk dat je zo reageert, Fred. Peter Karstens maakte voortreffelijke vervalsingen… zelf noemde hij het duplicaten… van algemeen erkende kunstwerken. Wanneer zo’n kunstwerk aan het veilinghuis Brilliance of Art werd aangeboden, kreeg Peter Karstens van het veilinghuis de opdracht een duplicaat te maken. Op een dag herkende Peter Karstens, thuis bij een kunstminnaar een door hem geschilderd duplicaat van een schilderij van Marc Chagall. De kunstminnaar had dat schilderij bij het veilinghuis Brilliance of Art als een echt en erkend kunstwerk gekocht. Toen Peter verder op onderzoek ging, bleek dat het veilinghuis het werkelijke kunstwerk van Chagall had doorverkocht aan een schatrijke Amerikaan. Dat was, zo doorzag Peter Karstens, met al zijn duplicaten gebeurd.’
Appie Keizer gromde.
‘Smeerlapperij.’
De Cock knikte.
‘Peter stelde de heren Van der Broek en Van Rijsbergen verantwoordelijk. Hij eiste van hen de helft van de opbrengsten, die de zwendel had opgeleverd. Zo niet, dan zou hij de praktijken van het veilinghuis openbaar maken.’
Fred Prins knikte begrijpend.
‘Dat,’ sprak hij somber, ‘werd zijn doodvonnis.’
De Cock nam even een slok van zijn cognac.
‘Toen Maria van Overloon vernam dat haar Peter was vermoord, ging ze onmiddellijk aan de slag. Mij is niet duidelijk geworden hoe Maria van Overloon wist wie Justus van Rijsbergen als moordenaar had ingehuurd. In de velletjes van Peter Karstens wordt voor de wraakoefening alleen over Van der Broek en Van Rijsbergen gesproken. Ik vermoed dat Maria Matthijs van Slooten, de huurmoordenaar, al in de omgeving van de Noordermarkt heeft opgemerkt. Ze kwam daar toch nog regelmatig. Ik denk dat ze bij het veilinghuis heeft gepost tot hij daar opdook. Ze zal daaruit haar conclusies hebben getrokken en hem hebben gevolgd toen hij het veilinghuis weer verliet.’
Fred Prins boog zich naar voren.
‘Schoot ze ook hem dood?’
De Cock knikte.
‘Ook Matthijs van Slooten werd haar slachtoffer.’
De oude rechercheur streek met zijn vlakke hand over zijn brede gezicht. De lange uiteenzetting had hem wat vermoeid. Hij schonk nog eens in en liet zich daarna in zijn fauteuil terugvallen. Mevrouw De Cock verdween naar de keuken en kwam terug met schalen vol lekkernijen.
De onderlinge gesprekken werden al spoedig wat algemener. De gedachte aan de mooie moordende Maria van Overloon gleed naar de achtergrond.
Het was al vrij laat in de avond toen alle bezoekers waren vertrokken. Mevrouw De Cock pakte een poef, schoof die naast de fauteuil van haar man en ging erop zitten.
‘Een rancuneuze vrouw die… eh, die Maria van Overloon.’
De Cock maakte een berustend gebaar.
‘Maria stond volkomen onder de invloed van Peter Karstens, een man die ze adoreerde. Toch toonde ze ook zelfstandigheid en karakter.’
‘Hoe?’
De Cock glimlachte.
‘Hoewel Peter Karstens in God noch gebod geloofde, arrangeerde Maria op Zorgvlied voor hem toch een uitvaartdienst in de aula.’
‘Doe je nog wat aan die zaak?’
‘Ik heb een algemeen opsporingsverzoek doen uitgaan, ook naar het buitenland. Maar ik verwacht niet dat het resultaten zal opleveren.’
‘Maria van Overloon begint dus ergens een nieuw leven.’
De Cock knikte.
‘En ik denk dat ze daarin zal slagen.’
Mevrouw De Cock schoof haar poef nog iets dichterbij.
‘Ze hebben het vanavond niet gevraagd,’ sprak ze liefjes, ‘maar welke outfi t van haar vonden jij en Vledder in haar appartement?’
‘Een nauwsluitend zwart mantelpakje en een daarbijbehorend hoedje.’
‘Haar rouwkleding.’