Выбрать главу

De grijze speurder nam zijn glas van het bijzettafeltje en dronk het leeg. ‘Uw andere broers… hadden die geen nakomelingen?’

Oom Immanuel verraste De Cock: ‘Ignatius kreeg één dochter… Isolde’.

De Cock trok zijn wenkbrauwen samen.

‘Isolde?’

De oude man grinnikte.

‘Ook een I.’

De Cock slikte een brok uit zijn keel.

‘Dezelfde Isolde van Blijendijk, die nu het landgoed Blijemeer aan de Amstel beheert?’

‘Ja.’

‘Maar die was toch met Iwert getrouwd?’ reageerde De Cock verrast. ‘Hoe kan dat? Ik bedoel… Iwert was een broer van haar vader… haar echte oom?’

Oom Immanuel kwam wat stram uit zijn fauteuil overeind. Hij pakte de lege glazen. ‘Ik zal eerst nog even inschenken.’ Hij grinnikte verlegen. ‘Geloof me, het wordt nog spannend.’

De Cock kon zijn ongeduld moeilijk bedwingen.

‘Isolde trouwde dus met haar oom.’

De oude man maakte een afwerend gebaar. Hij schonk de drie wijnglazen uit de karaf vol en liet zich weer in zijn fauteuil zakken.

‘Niet zo haastig, jongeman,’ sprak hij korzelig. ‘Niet zo haastig.’ Hij nam een ferme slok van zijn bourgogne en zette zijn glas naast de karaf op het zilveren blad. ‘Isolde was een… eh, een wilde meid. Mooi, wild, vurig, en in haar jonge jaren niet te temmen. Ze heeft door haar gedrag mijn broer Ignatius en zijn vrouw veel ellende bezorgd. Op haar zestiende jaar had ze al relaties met mannen van verdacht allooi, bleef nachten van huis en bracht de hele familie in opspraak. Op haar achttiende jaar verscheen ze met een violist… een onduidelijke jongeman die met een viool onder zijn arm kriskras door Europa reisde. Mijn broer Ignatius heeft letterlijk alles gedaan om Isolde terug te vinden. Hij heeft bij de politie haar opsporing verzocht. Hij heeft zelfs particuliere detectivebureaus ingeschakeld. Maar ze leek gewoon van de aardbodem te zijn verdwenen.’

Oom Immanuel zuchtte diep. De herinnering, opgeroepen door zijn verhaal, trok diepe sporen in zijn toch al zo gerimpeld gelaat.

‘Mijn broer Ignatius stierf… misschien wel door verdriet om zijn enig kind. Wie zal het zeggen? Zijn vrouw volgde in nog geen jaar. Ze liggen bij elkaar in hetzelfde graf. Omdat Blijemeer toch gerund moest worden, trok mijn broer Iwert in het grote huis. Hij was, net als ik, nooit getrouwd.’

Oom Immanuel pauzeerde even voor het effect.

‘Na een jaar of vijf dook Isolde plotseling weer in Nederland op. Alleen. Over de achter haar liggende jaren, over haar omzwervingen, weigerde ze te praten. Dat was voorbij, zei ze. Wel gaf ze duidelijk te kennen dat ze na de dood van haar ouders aanspraak kon maken op het landgoed aan de Amstel. Ik heb mij er toen mee bemoeid. Ik was woedend. Ik heb haar krachtig duidelijk gemaakt dat ze mijn broer Iwert niet zonder meer van Blijemeer kon wegjagen. Jarenlang woonden zij, wel ieder apart, maar toch samen in het grote huis. Er waren mensen die dat vreemd vonden en er in het geniep over roddelden. Isolde was nog steeds een bijzonder aantrekkelijke vrouw. Om alle roddels te smoren, zijn Iwert en Isolde uiteindelijk maar getrouwd.’

‘Met dispensatie van de Kroon.’

Oom Immanuel maakte een triest gebaar.

‘Het huwelijk heeft niet zo lang geduurd.’ Hij trok zijn schouders wat op. ‘Ik dacht drie jaar… toen stierf Iwert. Sindsdien woont Isolde alleen op Blijemeer.’

De Cock knikte. ‘Tot voor kort met Willem, de oude tuinman.’

‘Inderdaad. Hij is nog door Iwert aangesteld.’

De Cock hield zijn hoofd iets scheef. ‘Kennen de kinderen van Ilja de achtergronden van hun tante Isolde?’

Oom Immanuel schudde zijn hoofd.

‘Wat heeft het voor zin om het verleden op te rakelen? We hebben het ontuchtige gedrag van Isolde steeds doodgezwegen.’

Er viel een diepe stilte.

De Cock dronk van zijn bourgogne. De gloed van de verrukkelijke wijn stimuleerde zijn denken. Hij gebaarde om zich heen… naar de fauteuil, het gedempte licht uit de kelkjes van groen glas.

‘U wilt hier weg?’

Er kwam een droeve trek op het gezicht van oom Immanuel. ‘Ik heb het jong van Isolde een paar maal om het huis zien sluipen. Niet dat ik bang voor hem ben, maar je draait je even om en het is met je gebeurd.’

De Cock boog zich met een ruk naar voren. ‘Het jong van Isolde?’

De oude man gebaarde met bevende arm. ‘Igor.’

17

De Cock sloot zijn ogen. Even maar, toen had hij het verpletterende bericht verwerkt. Hij pakte in een resoluut gebaar zijn glas van het bijzettafeltje en dronk het in één teug leeg. Daarna stond hij op en legde vertrouwelijk zijn beide handen op de tengere schouders van de oude man.

‘Wacht met de verkoop van dit huis,’ sprak hij indringend. ‘Al is het maar een paar dagen. Ik wil niet dat u achteraf spijt krijgt.

Het is niet goed om oude bomen te verplanten.’ Hij lachte oom Immanuel bemoedigend toe. ‘Pas op u zelf. En laat vooral niemand binnen… al behoort hij of zij tot uw naaste familie.’ Hij keek de oude man diep in de ogen. ‘En laat ons er gauw uit.’

Oom Immanuel kwam krakend overeind. Hij wees naar de karaf. ‘Ik heb nog genoeg bourgogne.’ Het klonk als een zacht protest.

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Nu niet… we komen nog wel eens terug.’

Toen de zware deur achter hen dichtviel, liep De Cock met versnelde pas naar de Volkswagen. Vledder liep hem langzaam na, in gedachten verzonken. De Cock maande hem tot meer spoed.

‘Kom,’ riep hij gehaast. ‘Hoeveel gang kun je nog uit die oude kar halen?’

Vledder keek hem verstoord aan.

‘Wat wil je dan?’

De Cock wees naar de politieauto.

‘Naar Blijemeer… als de donder.’

De wagen raasde door de nacht. Het chassis kraakte en de oude motor kreunde een luid protest. Vledder zat gespannen aan het stuur, hij staarde naar de lichtbundels op de weg. Zijn gezicht was nog steeds één vraagteken. ‘Igor een zoon van Isolde,’ zei hij ongelovig. ‘Dat kan toch niet waar zijn?’

De Cock sloeg zich een paar maal met de vlakke hand tegen zijn voorhoofd. ‘Stom ben ik geweest, verrekte stom. De gelijkenis van Isolde van Blijendijk met Igor was mij bij het eerste contact al opgevallen. Ik heb er gewoon te weinig aandacht aan besteed. Bovendien stond haar naam niet in het rijtje waarin de slachtoffers van Igor voorkwamen. Dat had mij iets moeten zeggen.’

Vledder was bezig met zijn eigen gedachten. Hij schudde zijn hoofd. ‘Het is geen kind van Iwert. De oude tuinman heeft duidelijk gezegd, dat er uit de verbintenis tussen Iwert en Isolde geen kinderen waren gekomen.’

De Cock kneep zijn lippen op elkaar.

‘Het zal een kind van die violist zijn met wie zij vijf jaar door Europa heeft gezworven.’

Vledder gebaarde heftig.

‘Die moet dan Stablinsky heten.’

De Cock knikte instemmend.

‘Dat zou dan tevens betekenen dat Isolde vrijwel zeker met die Stablinsky getrouwd is geweest.’

‘Hoezo?’

‘Wel, als Isolde op het moment van de geboorte ongehuwd was geweest, dan had Igor de naam van zijn moeder gekregen. Dat is niet alleen in Nederland gebruikelijk, maar in de meeste landen van Europa.’

De mond van Vledder zakte iets open.

‘Kan Igor van zijn moeder erven?’

‘Zeker… als het een wettig kind is.’

Vledder keek geschrokken opzij. Een moment dreigden ze van de weg te raken. De jonge rechercheur slikte. ‘Op welke erfenis azen dan Ivo en Irmgard?’

De Cock grijnsde.

‘Als dat waar is.’

‘Wat?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Ik ben er nog lang niet van overtuigd dat ze op de erfenis van tante Isolde uit zijn.’

‘Izaak was dat. Van hem hebben we het bewijs. Hij had al een moordenaar gehuurd.’