Johnny Elberse trok zijn wenkbrauwen samen.
‘Ze trouwde dus met haar oom.’
De Cock boog zich naar hem toe.
‘En kreeg daardoor een dubbele status. Ze bleef een nicht van haar rijke oom Immanuel, maar werd tevens tante van haar jonge neven Ivo en Izaak en nicht Irmgard… kinderen van haar jongste oom, Ilja.’
In de ogen van Vledder kwam een blik van begrip.
‘Hier ben ik in de fout gegaan. Net als de kinderen van Ilja. Ivo, Izaak en Irmgard zagen Isolde alleen als tante… de weduwe van hun oom Iwert.’
De Cock knikte hem bemoedigend toe.
‘Juist… net als jij vergaten zij… en wisten ook niet dat Isolde met hen op één lijn stond als het erop aankwam om van hun rijke oom Immanuel te erven.’
Vledder kneep zijn ogen even dicht.
‘Nu begrijp ik het. Als Isolde haar mede-erfgenamen Ivo, Izaak en Irmgard om zeep hielp, bleef ze als enige over om van oom Immanuel te erven.’
De Cock wreef over zijn kin.
‘Dat is het uitgangspunt van alle moorden.’
Vledder gebaarde.
‘Welke rol speelde Igor?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Aanvankelijk geen enkele rol. Toen zijn vader vrij jong stierf, bleef hij bij zijn grootouders, die hem vertelden dat hij de zoon was van Isolde van Blijendijk uit Nederland, dochter van rijke ouders. Igor, die aanvankelijk alleen Pools en Duits sprak, bekwaamde zich in de Nederlandse taal en toen hij zich sterk genoeg voelde, reisde hij naar Blijemeer en presenteerde zich daar aan zijn moeder. Vanaf die nacht dateren de verlammingsverschijnselen van Isolde van Blijendijk. Ze liet hem zweren nooit bij daglicht naar Blijemeer te komen en betaalde wat zoonlief verlangde. En dat was veel… zoveel, dat Isolde op het landgoed de ene hypotheek na de andere moest nemen om aan zijn grillen te voldoen. Op het laatst kon ze dat niet meer. Hoewel ze zelf uiterst karig leefde, had ze alleen schulden. De enige die dat wist, was Willem, de oude tuinman. Isolde was al jaren niet meer in staat geweest om zijn schamel loon uit te betalen. Maar Willem morde niet. Hij was aan Isolde gehecht en deed alles wat zij wilde. Toen haar financiële nood steeds groter werd, dacht ze aan haar erfdeel van haar rijke oom Immanuel. Voor alles wilde ze Blijemeer behouden en als het kon weer in zijn oude luister herstellen. Ze besefte dat de erfenis van oom Immanuel — wanneer ze die met de anderen moest delen — daarvoor ontoereikend zou zijn.’
Vledder grinnikte. ‘Toen besloot ze om Ivo, Izaak en Irmgard uit de weg te ruimen.’
De Cock knikte.
‘Om dat plan ten uitvoer te brengen, moesten de andere erfgenamen in haar onmiddellijke nabijheid komen. Haar invaliditeit gaf haar geen andere gelegenheid. En ze speelde het listig. Ze begon de politie aan de Van Leijenberghlaan te bestoken met angstverhalen. Ze wenste bescherming. Ze vertelde ook aan de familie dat ze werd bedreigd. Om dat te staven schreef ze dreigbrieven aan haarzelf en liet die door de tuinman in Ouderkerk posten.’
Vledder schoot uit zijn stoel.
‘Wat… ze schreef die zelf?
‘Ja, en de tuinman wist dat. Willem wist zoveel. Hij kende niet alleen haar schuldenlast, maar wist ook dat er tijden waren dat ze zonder rolstoel heel goed voort kon. Isolde besefte het gevaar dat er voor haar in de tuinman school. Als geen ander zou hij haar plannen spoedig doorzien. Hij kende haar achtergronden. Het lag aanvankelijk niet in haar bedoeling om hem te vermoorden. Ze had wat anders in haar hoofd. Ze wilde mij gebruiken om hem van het landgoed te laten verdwijnen en beschuldigde hem van het doden van de ganzen, die ze zelf in de nacht vergiftigde, en het schrijven van de dreigbrieven. Toen ik hem niet arresteerde, werd ze radeloos. De tuinman moest verdwijnen voor ze aan het uitmoorden van de familie kon beginnen. En de nicht en de neven waren al gearriveerd. Op haar alarmerende berichten waren ze naar Blijemeer gekomen. Isolde had niet veel tijd. Op de eerste dag van hun bezoek sloop ze ’s avonds, toen allen al naar bed waren, naar het koetshuis en sloeg de oude man in zijn kamertje met de door hemzelf verzwaarde wandelstok dood.’
Mevrouw De Cock keek haar man aan. ‘Je had hem beter kunnen arresteren.’
De grijze speurder trok zijn schouders op.
‘Ik had het gevoel dat hij onschuldig was. En daarin heb ik achteraf gelijk gekregen. Toch heeft de dood van de tuinman mij erg aangegrepen. De oude man was mij sympathiek en ik bewonderde zijn loyaliteit ten opzichte van Isolde. Intuïtief voelde ik dat er tussen die twee mensen op Blijemeer een pakket van geheimen lag.’
Peter van Brenk wuifde wat ongeduldig.
‘Hoe ging het verder?’
De Cock krabde zich even achter in zijn nek.
‘Er gebeurden een paar dingen die Isolde niet in haar plannen had opgenomen. Tot haar verbijstering zag Igor kans om uit het Huis van Bewaring te vluchten. Ze wist dat hij voor een paar moorden was gearresteerd en achtte hem enkele jaren veilig opgesloten. Igor stelde zich dezelfde nacht nog met haar in verbinding en eiste van haar geld om naar het buitenland te kunnen ontsnappen. Isolde zei hem voor de zoveelste maal dat ze geen geld had en hem niet kon helpen… voordat oom Immanuel was gesneuveld. Maar met dat karwei moest Igor wel wachten tot zij haar taak op Blijemeer had volbracht.’
Vledder knikte begrijpend.
‘Daarom werd Igor in Bussum gesignaleerd en zag oom Immanuel hem rond zijn huis scharrelen.’
De Cock gebaarde in zijn richting.
‘Er gebeurde nog iets onverwachts… neef Izaak, een man met een Van Blijendijk-tik, zocht een moordenaar voor zijn tante Isolde… en stuitte op Igor. Dat was puur toeval. Izaak dacht dat zijn tante rijk was en had van de reputatie van Igor gelezen. Na het telefoongesprek vanuit de woning van Duitse Inge, nam Igor onmiddellijk contact op met zijn moeder Isolde en vertelde welke plannen Izaak had. Isolde nam geen halve maatregelen. Ze wachtte Izaak bij zijn thuiskomst op en sloeg hem zijn hersens in.’
Johnny Elberse grinnikte. ‘Dat was de tweede moord.’
‘En de laatste van Isolde. Igor maakte haar duidelijk dat hij het karwei beter af kon maken. Het was voor hem een zaak van alles of niets. Hij werd toch al voor een paar moorden gezocht… een moord meer of minder maakte hem niets uit. Bovendien beloofde hij Isolde om bij een eventuele arrestatie ook de moorden op de tuinman en Izaak op zijn conto te nemen. Ze droegen toch zijn signatuur. Isolde van Blijendijk ging op het voorstel van haar zoon in. De daaropvolgende nacht liet ze hem binnen…’
Vledder trok een ernstig gezicht.
‘… en Igor sloeg Ivo,’ vulde hij aan.
De Cock pauzeerde even om een slok van zijn cognac te nemen.
‘Tijdens onze dolle nachtelijke rit van Bussum naar Blijemeer,’ vervolgde hij, ‘werd mij alles duidelijk. Voor Ivo was dat te laat, maar ik wist dat het volgende slachtoffer Irmgard zou zijn. Ik nam contact met haar op en legde haar de situatie uit. Na wat aarzelingen beloofde ze haar medewerking te verlenen. Ze nam heimelijk intrek bij haar oudste zoon. Laat in de avond liet ze Vledder en mij via de tuin en de openslaande deuren van de vroegere kamer van Izaak binnen. We hadden een blonde pruik bij ons en een romp en de houten kop van een etalagepop. Irmgard leende ons haar rode peignoir en met enige fantasie plaatsten wij een pseudo-Irmgard in haar kamer en wachtten af…’ De Cock spreidde zijn beide armen. ‘De rest weten jullie.’
Er viel een lange stilte. De gebeurtenissen van de laatste nacht kwamen weer in ieders herinnering.
Mevrouw De Cock keek haar man aan.
‘Wordt Isolde weer beter?’
De grijze speurder knikte.
‘Haar verwondingen vallen erg mee. Een paar inwendige kneuzingen. Meer niet.’
‘En dan?’
De Cock schonk haar een droeve glimlach.
‘Het laatste woord heeft de rechter.’ Hij schonk nog eens in.
Spoedig werd het gesprek algemener, zakten de verschrikkingen van Blijemeer wat op de achtergrond.