Выбрать главу

'Ik las van zijn tragisch overlijden in een ochtendkrant.'

'U kende de heer De Graaf?'

Van Amerongen knikte.

'Ik was vroeger met hem bevriend. Sinds enkele jaren is die vriendschap wat bekoeld, maar zakelijk hadden wij nog steeds een goede relatie.'

'Zakelijk?'

'Hout. Ferdy importeerde tropische houtsoorten. Tot voor kort heb ik voor mijn vestigingen vrij veel meranti en merbau van hem afgenomen.'

'Tot voor kort… was ook zakelijk de relatie met de heer De Graaf bekoeld?'

Van Amerongen schudde zijn hoofd.

'Milieu-overwegingen Ter bescherming van de regenwouden wordt ons van overheidswege aangeraden om geen tropische houtsoorten meer te verkopen.'

'En daar houdt u zich aan?'

'Waarom zullen wij niet meewerken om ons milieu te beschermen.

Wij verkopen nu alleen nog vuren- en grenenhout.'

De Cock glimlachte beminnelijk.

'Ik heb nog niet van u gehoord hoe u op Zorgvlied in de aula terechtkwam?'

Van Amerongen vouwde zijn handen.

'Nadat ik kennis had genomen van het overlijden van mijn oude vriend Ferdy,' sprak hij gedragen, 'heb ik Mathilde, zijn… eh, zijn weduwe, opgezocht… haar gecondoleerd met het verlies van haar man… en haar gevraagd of ze wellicht hulp nodig had.'

'Had ze hulp nodig?'

'Dat schatte ik… daar ging ik van uit. Ferdy kennende, bestond de mogelijkheid dat hij haar totaal onbemiddeld had achtergelaten.

Financieel beheer was niet zijn sterkste kant. Bovendien moest er leiding gegeven worden aan zijn zaak. Het zou jammer zijn om die te laten verslonzen.'

'Hoe… eh, hoe reageerde Mathilde. Ik bedoel… mevrouw De Graaf?'

Van Amerongen liet zijn hoofd iets zakken.

'Ik had niet het idee dat ze erg onder de indruk was van de dood van haar man. Er waren bij haar geen tekenen van rouw of verdriet. Integendeel.'

'Hoe reageerde zij op uw aanbod tot hulp?'

Van Amerongen staarde enkele seconden nadenkend voor zich uit.

'Niet direct enthousiast,' formuleerde hij voorzichtig. 'Koel en een tikkeltje gereserveerd. Mathilde vroeg mij alleen om tijdelijk het beheer van de zaak van haar man over te nemen… tot ze een geschikte opvolger had gevonden.'

'Mathilde nodigde u wel uit om de begrafenis van haar man bij te wonen?'

Van Amerongen knikte.

'Om praatjes te voorkomen wilde ze niet dat ik met een volgauto mee reed.'

'Wat voor praatjes?'

'U weet hoe mensen zijn.'

De Cock glimlachte.

'Dat weet ik niet,' sprak hij hoofdschuddend. 'Als ik precies wist hoe mensen waren, was mijn werk veel eenvoudiger. Ze zijn veel gecompliceerder dan men oppervlakkig zou denken.'

De oude rechercheur boog zich iets naar Van Amerongen toe.

'U kende Mathilde ook van vroeger?'

Van Amerongen reageerde niet direct. Het leek alsof hij zijn antwoord overwoog.

'Ferdy en ik waren rivalen,' sprak hij zacht.

De Cock ploegde een denkrimpel in zijn voorhoofd.

'Rivalen… naar de gunst van Mathilde?'

'Exact.'

'Was dat de reden dat uw vriendschap met de heer De Graaf bekoelde?'

Van Amerongen zuchtte diep.

'Ze koos voor Ferdy.'

'Er wordt gefluisterd dat Mathilde de Graaf al maanden voor de dood van haar man een buitenechtelijke verhouding had.'

Van Amerongen toonde zich verrast.

'Met wie?'

De Cock stak zijn rechterwijsvinger naar hem uit.

'Met u?'

Van Amerongen lachte.

'Mathilde is een aantrekkelijke vrouw. Begeerlijk voor iedere man.'

'Ook voor u?'

Van Amerongen knikte nadrukkelijk.

'Ook voor mij. Absoluut. Ik ben min of meer gelukkig getrouwd, maar als Mathilde… nu na de dood van haar man… toenadering tot mij zoekt, dan zal ik die toenadering beslist niet afwijzen.'

De Cock gniffelde.

'Een prachtige formulering. Het betekent dat u als getrouwd man niet zou schromen om een verhouding met Mathilde aan te gaan?'

Van Amerongen knikte.

'Als zij dat wenst.'

De Cock keek de zakenman onderzoekend aan.

'Nu… na de dood van haar man… is de weg naar de begeerlijke Mathilde vrij.'

Van Amerongen knikte weer.

'Er zijn geen belemmeringen meer.'

Over het brede gezicht van De Cock gleed een grijns.

'Hoeveel was het u waard om uw vroegere rivaal in de liefde uit te schakelen en de weg naar Mathilde vrij te maken?'

De joligheid gleed van het gelaat van Michel van Amerongen. In zijn donkere ogen kroop achterdocht.

'Ik… eh, het was… eh.' Hij stotterde. 'Ik… eh, ik begrijp u niet.'

De grijns op het gezicht van De Cock bleef. Hij hield zijn hoofd iets schuin.

'Was die weg u een moord waard?'

8

De beide rechercheurs reden in hun trouwe Golf van de Van der Madeweg terug naar de Kit. Vledder, aan het stuur, staarde somber voor zich uit. De jonge rechercheur was zichtbaar uit zijn humeur.

De Cock keek hem peilend aan.

'Ging het niet naar je zin?'

Vledder schudde zijn hoofd.

'Onze kring van verdachten,' riep hij wrevelig, 'wordt steeds groter. Blijkbaar hadden velen een motief om de viriele Ferdinand de Graaf naar de andere wereld te helpen.'

De Cock knikte.

'De vraag is welk motief indringend genoeg was. Mathilde had een slecht huwelijk, Brammetje koesterde een wrok en Michel van Amerongen wilde een rivaal kwijt.'

De oude rechercheur schudde zijn hoofd.

'Als er niets bij komt, vind ik in geen van deze motieven een argument voor moord.'

Vledder keek even opzij.

'Wat bedoel je met: als er niets bij komt?'

De Cock zuchtte.

'Factoren die wij nog niet kennen… factoren die aan de motieven van Mathilde, Brammetje en Michel van Amerongen een extra dimensie geven.'

'Hoe komen wij daar achter?'

De Cock glimlachte.

'Snuffelen. Wroeten. De kring van verdachten blijven prikkelen.

Het zou mij bijvoorbeeld niets verbazen wanneer op dit moment Michel van Amerongen met zijn Mathilde belt.'

'Denk je dat hij de geheimzinnige minnaar van mevrouw De Graaf is?'

De Cock maakte een grimas.

'Het heeft er alle schijn van. Tenzij er nog een andere man uit haar omgeving opduikt. Mooie, rijpere vrouwen zoals Mathilde, zijn aanlokkelijk voor mannen in vrijwel alle leeftijdsgroepen.'

De sombere trek op het gezicht van Vledder verdween.

'We zijn nog geen pubers in ons onderzoek tegengekomen,' sprak hij lachend.

De Cock liet zich wat onderuitzakken.

'Wie weet,' gromde hij. 'Ik heb het idee dat in deze zaak nog van alles mogelijk is.'

Hij keek schuin omhoog.

'Ik heb nog geen verslag van je gekregen van de gerechtelijke sectie.'

Vledder trok achteloos zijn schouders op.

'Een nekschot… vernieling van het verlengde merg… een vrijwel onmiddellijke dood.'

'En de kogel?'

'Zat pal onder het schedeldak. Ook de hersenen waren door de baan van de kogel zwaar beschadigd. Volgens onze wapendeskundige is het een negen millimeter, vermoedelijk afgevuurd uit een revolver. Maar daarover had hij geen zekerheid.'

'Krijgen we nog een uitgebreid verslag?'

Vledder knikte.

'Dat heeft hij beloofd.' De jonge rechercheur grinnikte. 'Hij vroeg of wij het wapen al hadden gevonden.'

'Optimist.'

Vledder parkeerde de Golf op de houten steiger achter het bureau.

Ze stapten uit en slenterden via de Oudebrugsteeg naar de Warmoesstraat. Op de kruising liep De Cock rechtdoor naar de Lange Niezel.

Vledder bleef midden op de kruising staan en gebaarde naar links.

'Het politiebureau is daar,' schreeuwde hij uit volle borst. 'Ben je dat na vijfentwintig jaar Warmoesstraat vergeten?'

De Cock slofte onverstoorbaar verder.

Vledder holde achter hem aan.