Выбрать главу

Jelle Poelstra knikte.

'Klopt.'

'Waarvoor?'

'Verkrachting.'

De Cock hield zijn hoofd iets schuin.

'Verkeerde aanpak?'

Rond de mond van Jelle Poelstra dartelde een glimlach.

'Ik ben er voor gestraft.' Hij zweeg even en dacht na. 'En misschien geldt die straf nog. Ik heb het idee dat ik er nooit meer van los kom.'

De Cock liet de opmerking aan zich voorbijgaan.

'We hebben bij de zedenpolitie,' sprak hij vriendelijk, 'uw procesverbaal van die verkrachting gelicht en daarin is onder meer sprake van een oude loods van gegolfd plaatijzer op het Prinseneiland.

Wij hebben inzake ons onderzoek naar de moord op uw vriend Ferdinand de Graaf belangstelling voor die loods.'

In de lichtgroene ogen van Jelle Poelstra gloorde achterdocht.

'Waarom?'

'Dat is moeilijk uit te leggen,' sprak De Cock ontwijkend. 'We zijn tweemaal over het Prinseneiland gereden, maar we hebben die oude loods niet kunnen vinden.'

Jelle Poelstra schudde zijn hoofd.

'Die loods is er niet meer… gesloopt.'

De Cock gleed met zijn vingertoppen over zijn voorhoofd.

'Kunt u ons nog iets van die oude loods vertellen… waar stond die precies… bij wie was die loods in gebruik… hoe zag hij er van binnen uit?'

Jelle Poelstra plukte aan zijn scherpe neus.

'Hij stond,' sprak hij peinzend, 'net even over het kippenbruggetje, links, tegenover de teertonnen van Broms & Uijlenbroek. Die loods was leeg… werd niet gebruikt. Er stonden een paar lege houten vaten. Meer niet. Wij jongens speelden vaak in die loods. Het was er altijd schemerig en het rook er een beetje zurig, naar schimmel en verrot hout.'

' Vond u dat een prettige lucht?'

Jelle Poelstra trok zijn schouders op.

Daar heb ik nooit over nagedacht,' sprak hij lacherig. 'Het had… eh, het had wel iets geheimzinnigs… die hele loods had iets geheimzinnigs. Het geluid was er anders dan buiten, er waren donkere hoeken en achter die houten vaten kon je je goed verschuilen.'

Hij leunde iets achterover.

Het Prinseneiland,' ging hij verder, 'is niet meer het Prinseneiland van mijn jeugd. Vroeger was er handel en bedrijvigheid… zochten we in de pakhuizen naar cacaobonen. Nu zijn die prachtige pakhuizen opgedeeld in appartementen.'

De Cock knikte begrijpend.

Het Amsterdam van nu is ook niet meer het Amsterdam van mijn Jeugd.'

De oude rechercheur wuifde het onderwerp weg.

Kent u de heer Abraham van der Velde?'

Brammetje.'

De Cock knikte.

Inderdaad… Brammetje. We hebben hem vanmorgen gevonden…

In zijn oude loods aan de Houthaven… vermoord.'

De mond van Jelle gleed half open.

Brammetje… vermoord?'

In zijn stem trilde ongeloof.

De Cock knikte.

'Afgemaakt met een nekschot. In dezelfde oude loods van gegolfd plaatijzer, waarin wij Ferdinand de Graaf levenloos aantroffen.'

lelie schudde zijn hoofd.

Brammetje… ouwe gabber,' sprak hij verdrietig, 'altijd vrolijk, opgewekt. Ik heb hem nog nooit een dag uit zijn humeur gezien.'

Kende u Brammetje al lang?'

Jelle knikte.

Brammetje woonde vroeger hier bij mij in de buurt… in de Eerste Breeuwersstraat. Later is zijn familie verhuisd naar de overkant van het IJ.'

De Cock keek hem strak aan.

Waarmee chanteerde u Brammetje… uw ouwe gabber… en ook… uw goede vriend… Ferdinand de Graaf?'

Het klonk ongewild sarcastisch. De lichtgroene ogen van Jelle Poelstra flikkerden kwaadaardig.

'Wie zegt dat ik hen chanteerde?'

De Cock trok een grijns.

'Ze stuurden u maandelijks geld en u was niet bij hen in dienst.'

Jelle knikte nadrukkelijk.

'Ze stuurden mij geld… ja.'

'Waarom?'

De man klopte zich met zijn vuist op de borst.

'Om mij uit de puree te helpen.' Zijn stem trilde van pure verontwaardiging. 'Chanteren… hoe komen jullie er in godsnaam bij?'

'U zat in moeilijkheden?'

Jelle stoof van de bank op.

'Toen ik destijds uit de gevangenis kwam, kon ik nergens werk vinden. Ik heb mij het vuur uit de sloffen gelopen. Niemand wilde een verkrachter in dienst.'

De Cock gebaarde Jelle om weer te gaan zitten.

'Toen hebben Ferdinand de Graaf en Brammetje u spontaan financiële hulp geboden? Uit liefdadigheid?'

Jelle knikte heftig terwijl hij weer ging zitten.

'Uit liefdadigheid. Ze konden het missen.'

De Cock ging op een ander onderwerp over.

'Gaat u naar de begrafenis van Brammetje?'

'Absoluut.'

'Op de begrafenis van Ferdinand de Graaf heb ik u niet gezien.'

Jelle schudde zijn hoofd.

'Dat komt door zijn vrouw. Mathilde wilde niet dat iemand mij in haar nabijheid zag.' De Cock pakte zijn vilten hoedje van de houten vloer en kwam uit zijn fauteuil omhoog.

'U bent in korte tijd,' sprak hij plechtig, 'op een gewelddadige wijze twee vrienden kwijtgeraakt.'

Op het gezicht van Jelle Poelstra kwam een droevige trek.

'Brammetje was de tweede.'

De Cock boog zich iets naar hem toe.

'Weet u wie de derde is?'

Ze reden met hun Golf van de Nieuwe Teertuinen terug naar de Kit. Het was zachtjes gaan regenen. Vledder deed de ruitenwissers aan en De Cock liet zich wat onderuitzakken. Op het gezicht van de oude rechercheur lag een ontevreden trek.

'Het klopt voor geen meter,' sprak hij plotseling.

Het klonk als de conclusie van een denkoefening.

Vledder keek verrast opzij.

Wat klopt niet.'

Dat verhaal van Jelle Poelstra.'

Wat is daar verkeerd aan?'

Ik geloof niet,' sprak De Cock wrevelig, 'dat Ferdinand de Graaf en Brammetje hun gabber Jelle Poelstra blijmoedig financieel steunden. Ik ben een dergelijke daad van charitas in mijn lange praktijk als rechercheur nog nooit eerder tegengekomen.'

Vledder glimlachte.

Het is toch mogelijk. De Graaf en Brammetje konden het geld missen en waarom zouden ze hun oude vriend niet helpen? En Jelle Poelstra is er in ieder geval niet rijk van geworden. Een blind paard kon bij hem thuis geen schade doen.'

De Cockzwaaide afwerend.

Dat zegt niets. Dat kan camouflage zijn.'

'Waar is dat geld dan gebleven?'

De Cock grinnikte.

Misschien heeft hij wel dure hobby's.'

'Zoals?'

'Vrouwen. Jelle Poelstra is geen charmeur… geen man die door zijn persoonlijkheid liefde en genegenheid verwerft.'

Die moet hij kopen?'

De Cock knikte.

Dat vermoed ik. Je moet morgen bij Annette van Heeteren, de secretaresse van het slachtoffer De Graaf, eens informeren hoe groot de bedragen waren die zij aan Jelle Poelstra overmaakte… wanneer die betalingen zijn gestart en hoe de betaling verliep nadat Brammetje het compagnonschap had verlaten.'

Vledder liet van emotie het stuur van de Golf even met beide handen los.

Waarom zoveel belangstelling voor Jelle Poelstra?' riep hij gesukkeld. 'Misschien pleegde hij wel chantage. Maar wat doet dat er toe. Je hebt zelf gezegd dat een chanteur vrijwel nooit tot moord komt.'

De Cock drukte zich weer overeind.

Van wanneer dateert die verkrachting?'

Bijna vijfentwintig jaar geleden. Ga maar na. Jelle Poelstra was zestien.'

'Hoe heette dat slachtoffertje ook weer?'

'Edith Kuijters.'

'Die was toen dertien?'

Vledder knikte.

'Als ze nog leeft is ze nu achtendertig.'

De Cock beet peinzend op zijn onderlip.

'Heb je uit dat proces-verbaal van de zedenpolitie nog het adres in je hoofd waar die Edith Kuijters toen woonde?'

Vledder schudde zijn hoofd.

'Niet in mijn hoofd. Maar ik kan het zo nakijken in het procesverbaal.'

De jonge rechercheur keek zijn oude collega van terzijde misprijzend aan.