'Je wilt die oude zaak van een kwart eeuw geleden toch niet weer gaan oprakelen?' riep hij ontstemd. 'Haar verkrachting zal voor die Edith Kuijters beslist een traumatische ervaring zijn geweest.
Daar kun je haar toch niet meer mee lastigvallen? Misschien is ze nu wel gelukkig getrouwd… heeft ze lieve kinderen… dat alles kun je toch niet verstoren? En waarvoor? Wat dacht je er mee te bereiken?'
De Cock gaf geen antwoord. Hij keek Vledder vriendelijk glimlachend aan. Het emotionele betoog van zijn jonge collega bezorgde hem een warm gevoel, maar bracht geen verandering in de lijn van zijn gedachten.
Na een verder zwijgende rit, parkeerde Vledder licht morrend de Golf in de Warmoesstraat voor de ingang van het politiebureau.
De rechercheurs stapten uit en gingen het bureau binnen.
In de hal wenkte Jan Kusters De Cock naderbij.
De oude rechercheur liep op hem toe.
'Is de revolver met de munitie naar het hoofdbureau gebracht?'
De wachtcommandant boog zich naar hem toe.
'Ze zit boven,' sprak hij geheimzinnig.
'Wie?'
'Die mooie meid, die vanmiddag met Roger ter Beek dat wapen bracht.'
De Cock trok een bedenkelijk gezicht.
'Wat moet ze?'
'Ze wil jou spreken.'
'Heeft ze gezegd waarover?'
Jan Kusters schudde zijn hoofd.
Ik heb er ook niet naar gevraagd.'
De Cock draaide zich om en besteeg de stenen trappen naar de tweede etage. Vledder volgde met lichte tred. Op de bank bij de deur van de grote recherchekamer zat Florentine de Graaf. Ze kwam meteen overeind toen ze De Cock in het oog kreeg.
Mag ik nog even met u babbelen? Ik zal het niet lang maken.'
De oude rechercheur ging haar voor de recherchekamer in, slingerde zijn hoedje missend naar de kapstok en liet Florentine naast zijn bureau plaatsnemen.
Steek van wal.'
Het klonk niet vriendelijk.
Florentine de Graaf keek hem hoofdschuddend aan.
Het is geen koek en ei met Roger. Daar begin ik niet meer aan.'
Met zijn regenjas nog dichtgeknoopt, liet De Cock zich achter zijn bureau zakken.
Jullie liepen lachend en stijfgearmd weg.'
Florentine maakte een hulpeloos gebaar.
Moeder had met u gesproken over de revolver, die Roger ter Beek mij in mijn handen duwde toen ik destijds eens pisnijdig op mijn vader was. Moeder en ik vroegen ons af of Roger misschien uit wraak vader had vermoord en die revolver had gebruikt.'
'En?'
Ik ben naar Roger gestapt en heb hem gevraagd of ik die revolver nog eens mocht zien.'
'Dat mocht?'
Florentine knikte.
'Roger zei dat hij die revolver bij u moest inleveren. Ik ben toen met hem meegegaan naar het politiebureau om te zien of hij dat ook werkelijk deed.'
Ze keek naar De Cock op.
'Is die revolver gebruikt?'
'Dat is nog in onderzoek.'
'Hoor ik van u als hij is gebruikt?'
De Cock knikte traag.
'Dat hoor je van mij.'
Florentine schonk hem een zoete glimlach.
'Ik deed het alleen maar om u te helpen.'
De Cock tuitte zijn lippen.
'Dat is lief. Heb je verder nog iets?'
Het gezicht van Florentine versomberde.
'Moeder is bang.'
'Voor wie… voor wat?'
Florentine zuchtte.
'Vanmiddag ging ze naar het kantoor van vader om iets met zijn secretaresse te bespreken. Ze trof juffrouw Van Heeteren in het privé-kantoor van mijn vader knuffelend met een vreemde man.'
'Een vreemde man?'
Florentine knikte.
'De secretaresse was woedend, omdat moeder ongevraagd en onaangekondigd was binnengestapt. Ze eiste meteen een aanstelling als directrice. Die vreemde man zou haar daarin juridisch bijstaan.'
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
'Weet je inmiddels de naam van die vreemde man?'
Florentine knikte.
'Meester Martin van Heerlen.'
12
Met een ontevreden trek op zijn gezicht kwam Vledder de grote recherchekamer binnen en liet zich in de stoel achter zijn bureau zakken.
De Cock keek hem onderzoekend aan.
'Problemen?'
'Files… eindeloze files,' bromde Vledder geërgerd. 'Voor je vanaf Westgaarde de Warmoesstraat hebt bereikt, ben je bijna twee uur kwijt. Ze kunnen ons rechercheurs beter een bromfiets geven.'
De Cock keek hem misprijzend aan.
'Ik stap niet op zo'n ding. Voor geen goud.'
Vledder gniffelde.
'Ik zie je al met een helm op.'
De Cock liet het onderwerp rusten.
'Hoe was de sectie?'
Tijdverspilling. Ik had ook thuis kunnen blijven. Ik kende het resultaat al. Een nekschot is een nekschot… alleen het lijk is anders.'
De Cock schudde afkeurend zijn hoofd.
'Je bent er niet alleen voor het resultaat.'
'Waar dan voor?'
De Cock stak zijn wijsvingers omhoog.
'Formeel,' legde hij uit, 'hebben wij het lijk van Abraham van der Velde na de moord in beslag genomen. Na die inbeslagneming hebben we dat lijk in ons beheer. Voor het doen van een gerechtelijke sectie dragen wij het lijk over aan de patholoog-anatoom. Na de sectie krijgen wij weer de beschikking over het stoffelijk overschot. Dat is de procedure. Je kunt dus nooit wegblijven, want dan gaat de sectie niet door.'
'Onzin.'
De Cock keek hem bestraffend aan.
'Geen onzin. De rechter moet later de zekerheid hebben dat het sectierapport van dokter Rusteloos inderdaad betrekking heeft op het lijk van Brammetje… en niet op het stoffelijk overschot van iemand anders. Voor die zekerheid ben jij verantwoordelijk.'
'Zo heb ik het nooit gezien,' sprak Vledder verlegen. 'Ik heb altijd alleen maar gelet op het resultaat. De rest vond ik niet belangrijk.'
De Cock glimlachte.
"Vroeger hadden we zelfs wit lijkenlint. Dan gingen we met lint, kaars en kandelaar, lucifers, karton, een pijp rode lak en een koperen politie-lakstempel op pad om rond de linkerpols van het slachtoffer een daad verzegeling en inbeslagneming te doen.'
Vledder lachte.
'Wat een gedoe. Ik ben blij dat al die poespas is verdwenen. Ik heb dit keer wel aan de assistent van dokter Rusteloos gevraagd om Brammetje zo gaaf mogelijk af te leveren.'
'Waarom?'
'De vrouw van Brammetje wil per se dat hij van huis uit begraven wordt.'
'Een bijzondere reden?'
'Emotioneel. Ze wil hem nog even dicht bij haar hebben.'
'Wanneer is de begrafenis?'
'Morgenochtend om elf uur. Op Zorgvlied.'
De Cock strekte zijn arm naar zijn jonge collega uit.
'Doe morgen een net pak aan,' sprak hij beslist. 'We gaan er samen heen.'
Vledder trok een beteuterd gezicht.
'Je weet dat ik niet graag naar…'
De Cock wuifde zijn bezwaren resoluut weg.
'Een net pak,' riep hij beslist. 'De dood verdient eerbied.'
De oude rechercheur kwam uit zijn stoel omhoog en beende naar de kapstok.
Vledder liep hem na.
'Waar gaan we heen?'
'Naar de Houtmankade.'
'Wat is daar?'
De Cock draaide zich half om.
'Toen jij naar de sectie was, heb ik wat navraag gedaan. Edith Kuijters, het slachtoffertje van Jelle Poelstra, woont al meer dan tien jaar in een rijtjeshuis in Almere-Stad. Zoals jij al veronderstelde, is zij gelukkig getrouwd en heeft zij twee kinderen… een jongen van zestien en een meisje van veertien jaar.'
Vledder keek hem verwonderd aan.
'Wat moeten wij dan op de Houtmankade?'
De Cock wurmde zich in zijn regenjas.
'Daar woonde Edith Kuijters ten tijde van haar verkrachting… gelijkstraats, op nummer driehonderdzeventien. Haar ouders wonen daar nog.'
'En daar wil je heen?'
De Cock knikte.
'Ik wil weten wat zij zich nog herinneren.'
Vledder maakte een wrevelig gebaar.