Выбрать главу

‘Zelfmoord?’

De oude lijkschouwer knikte traag.

‘Het oude vrouwtje had kanker. Ze hadden haar gezegd dat er niets meer aan te doen was. Waarschijnlijk heeft ze alle pijnstillers die ze van haar dokter kreeg, opgespaard. Ze moeten het al een poosje van plan zijn geweest, die twee. En vanavond gingen ze beiden rustig slapend de dood tegemoet. Een zoon vond ze. De oude baas had al een paar maal tegen zijn kinderen gezegd dat hij het zonder moeder niet zo erg zag zitten.’ Hij zweeg even bij de herinnering. Daarna keek hij op naar De Cock. ‘Wat heb jij weer?’

De grijze speurder gebaarde naar het lijk op de vloer. ‘Het lijkt op een heroïneslachtoffer.’

Dokter Den Koninghe knielde bij de dode neer. Hij nam de zaklantaarn uit De Cocks hand, lichtte de oogleden iets op en scheen in de pupillen. Met krakende knieën kwam hij overeind, een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht. Hij gaf de zaklantaarn aan De Cock terug.

‘Ik zou morgen bij justitie op een gerechtelijke sectie aandringen. Volgens mij is hij aan vergiftigde heroïne overleden. Ik heb in de laatste weken al een paar van die dode junks geschouwd. Er moet een hele partij van die vergiftigde troep in de handel zijn. Jullie narcoticabrigade is er al een tijd mee bezig… de rechercheurs Loete en Wouterson.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Hoe lang is hij al dood?’

Dokter Den Koninghe maakte een weifelend gebaar.

‘Ruim geschat zo’n zesendertig à achtenveertig uur. Maar hou je daar niet te veel aan vast.’

‘Kan hij ook aan een overdosis zijn gestorven?’

Dokter Den Koninghe knikte heftig.

‘Zeker, dat kan een toxicologisch onderzoek uitwijzen. Maar dan was zijn lichaam toch al door die vergiftigde heroïne aangetast.’

De Cock staarde een tijdje naar het lijk op de vloer. Het vreemde was dat na de aanvankelijke schok, het overlijden van de man hem nauwelijks nog beroerde. Hij had moeite om er een meer dan ambtelijke belangstelling voor op te brengen. Hij trachtte het te analyseren. Het kwam vermoedelijk omdat hij het feitelijke gegeven van zijn overlijden al geestelijk had verwerkt. Betrokkenheid met het slachtoffer voelde hij niet. Wat nonchalant gebaarde hij naar de vloer.

‘Hij is officieel dood?’ vroeg hij volkomen overbodig.

De oude lijkschouwer keek naar hem op. Achter zijn brillenglazen blonk een twinkeling in zijn ogen.

‘Hij is dood, De Cock,’ sprak hij gelaten. ‘Officieel dood.’ Hij draaide zich om en wilde weglopen.

De grijze speurder pakte hem bij zijn arm vast. ‘Wacht even.’ Hij wenkte een van de jonge dienders. ‘Breng jij de dokter netjes naar beneden. Ik wil per se dat hij zijn pensioen haalt.’

Dokter Den Koninghe bromde protesterend, maar liet zich gewillig door de jonge diender leiden.

Kort nadat de oude lijkschouwer was vertrokken, kwam Bram van Wielingen de ruimte binnen. Aan zijn linkerhand bengelde een soort zoeklicht aan een kist. Het felle licht danste over gaten in de vloer, scheuren in de muur en flarden kalk aan het plafond. De fotograaf grinnikte uitbundig.

‘De Cock,’ gniffelde hij, ‘jij zoekt ook de gekste plekken uit om lijken neer te leggen.’

De Cock schudde bedroefd zijn hoofd.

‘Ik,’ sprak hij verontschuldigend, ‘ik leg ze niet neer. Dat doen anderen voor mij.’

Bram van Wielingen reageerde niet. Hij scheen met zijn zoeklicht in het gelaat van het slachtoffer. ‘Is dat nu die Peter Shot, naar wie jullie al een tijdje zoeken?’

‘Dat neem ik voorlopig aan. Ik moet zijn identiteit nog vaststellen.’

‘Heeft hij geen papieren bij zich?’

‘Daar hebben we nog niet naar gekeken. We zullen hem straks door de broeders laten uitkleden.’

Bram van Wielingen zette zijn zoeklicht neer. Hij hurkte bij zijn koffertje en nam daaruit een fraaie Hasselblad.

‘De gebruikelijke shots?’ Hij giechelde als een kind. ‘Dat is erg toepasselijk dit keer.’

De Cock glimlachte.

‘De gebruikelijke shots,’ herhaalde hij kalm. ‘Een paar totaalbeelden en enkele details… van de rechterhand bijvoorbeeld, met die spuit. En probeer zijn gezicht een beetje christelijk op een plaatje te krijgen. Ik heb zijn snuit nodig voor de herkenning.’

Bram van Wielingen monteerde een flitslicht.

‘Ik zal je op je wenken bedienen,’ reageerde hij schamper. ‘Ze moeten zeker vannacht nog klaar.’

‘Als het je huwelijksgeluk niet stoort.’

Bram van Wielingen flitste in het dode gezicht.

‘Daar kom jij niet tussen,’ schertste hij.

Geholpen door de jonge diender die de oude lijkschouwer naar beneden had gebracht, kwam Ben Kreuger het vertrek binnen. Hij schudde Van Wielingen en De Cock de hand en knikte minzaam naar Vledder. Daarna pakte hij het zoeklicht van Van Wielingen op en bescheen daarmee de omgeving.

‘Wat valt hier te kwasten?[9]

De Cock reageerde wat kriegel.

‘Dat zoek je zelf maar uit. Jij bent dactyloscoop… ik niet.’

Ben Kreuger gebaarde om zich heen.

‘Hier hebben in de loop der jaren hele zwermen hippies, zwervers en junkies rondgehangen. Wil je je moordenaar daaronder zoeken?’

De Cock antwoordde niet. Hij liep naar de twee jonge dienders, die wat achteraf stonden.

‘Jullie kunnen nu wel gaan.’

De agent die hem had geleid, schudde zijn hoofd. ‘Als u het met onze brigges in orde maakt, willen we graag blijven. Wij hebben dit nog nooit eerder meegemaakt.’

De Cock weifelde even.

‘Ik maak het in orde.’

Ben Kreuger stapte driftig op de grijze speurder toe en tikte hem met zijn rechterhand op de schouder. In zijn linkerhand, in een klem, hield hij een injectiespuit.

De Cock draaide zich om.

‘Wees voorzichtig,’ riep hij geschrokken, ‘als je je aan die naald prikt, heb je zo een leveraandoening.’

De dactyloscoop hield de spuit omhoog.

‘Het zit niet goed.’

‘Wat niet?’

‘Die spuit… daar zit niets op.’

‘Niets?’

Ben Kreuger schudde zijn hoofd.

‘Geen enkele afdruk… zelfs geen fragmentje.’

16

Vledder stapte met een plastic vuilniszak op zijn rug de recherchekamer binnen. Hij schoof met zijn vrije hand een tafel tegen de muur en stortte de inhoud van de zak daarop uit. Tussen sterk vervuilde kleding kletterde een wapen op het tafelblad. De Cock nam het in zijn hand. Het was een klein kaliber revolver met een fraai bewerkte kolf en een korte loop.

‘Had Peter Shot dit bij zich?’

Vledder knikte. ‘In een leren beenholster, een stukje boven de enkel van zijn linkervoet.’

‘Het is mij niet opgevallen.’

Vledder gebaarde naar het wapen. ‘Het kwam ook pas tevoorschijn toen de broeder bij het ontkleden van het lijk de pantalon uittrok. In een van de zakken van die pantalon zat ook een handjevol patronen.’

De Cock legde de revolver weer op tafel.

‘We zullen het wapen door het gerechtelijk laboratorium in Rijswijk moeten laten onderzoeken.’

Vledder knikte. ‘Ze hebben daar al de kogels, die uit de lichamen van Martin van der Meulen en moeder en Richard van Slooten zijn verwijderd. Als blijkt dat ze met dit wapen zijn afgevuurd, hebben we de zaak rond.’

De Cock reageerde niet. ‘Heeft Ben Kreuger nog een dactyloscopisch signalement van Peter Shot gemaakt?’

Vledder knikte heftig. ‘Hij heeft mij beloofd onmiddellijk een afdruk van de slip naar Houston te zenden ter attentie van detective-sergeant Hollander. Ik heb de sergeant al gebeld dat de vingerafdrukken onderweg zijn. Hij was uitermate enthousiast en hij zou mij berichten zo gauw hij iets had gevonden.’

вернуться

9

Met een dasharen kwast wordt de aluminiumpoeder aangebracht, die vingerafdrukken zichtbaar maakt.