Выбрать главу

De rechercheur wees naar de zilveren lijst. ‘Is dat hem?’

Mevrouw Van Slooten deed de deur dicht en knikte.

‘Als hij wilde deugen… een schat van een jongen. Geloof me, er zit geen kwaad bij.’ Ze kwam wat dichterbij en zuchtte omstandig. ‘Maar hij heeft de aard van mijn exman… een hang naar luxe. Alles moet duur zijn aan hem. Anders is hij niet tevreden. Dure hemden, dure kostuums, dure auto’s… dure vrouwen. Het fijnste is nog niet goed genoeg.’

De Cock nam de foto op en bekeek hem aandachtig. Vledder had gelijk, Richard van Slooten was in zijn soort een knappe jongeman. Regelmatige trekken, helblauwe ogen en hoogblond haar. Hij zette de foto terug op het dressoir en draaide zich naar de vrouw toe.

‘Er is vanmorgen een gewapende overval gepleegd op een geldtransport. De wagen met geld werd op de Nieuwmarkt klemgereden door een snelle Alfa Romeo. Er sprongen twee mannen uit. Ze dwongen de transporteurs om uit hun wagen te komen en de achterdeur te openen. Daarna schoten ze er een neer.’

Mevrouw Van Slooten sloeg van schrik haar hand voor haar mond. Haar hals kleurde. ‘Dood?’

De Cock knikte traag. ‘Een vader van drie kinderen.’

Ze liet zich op een poef zakken. Haar gezicht zag bleek. ‘Dat heeft Richard niet gedaan,’ sprak ze toonloos. ‘Richard niet. Die heeft geen revolver. Dat moet die ander zijn geweest.’

De Cock keek haar strak aan.

‘Welke ander?’

Mevrouw Van Slooten antwoordde niet. Ze zat wat ineengedoken. Haar hoofd voorover.

De Cock knielde bij haar neer. ‘Welke ander?’ riep hij dwingend. Ze schudde haar hoofd en snikte. ‘O god… O god.’ Ze hief haar betraand gezicht naar hem op. ‘Ik kan toch mijn eigen kind niet verraden?’

3

Ze reden van de Palmgracht via het Haarlemmerplein en de Haarlemmer Houttuinen terug naar de Warmoesstraat. Vledder, aan het stuur van de gammele Volkswagen, keek wat nors voor zich uit.

‘Het lukte niet,’ sprak hij spijtig.

De Cock trok een treurig gezicht.

‘En dat is eeuwig zonde.’ Het kwam uit de grond van zijn hart. ‘Als mevrouw Van Slooten ons de medeplichtige van haar zoon had genoemd, waren wij in één slag een stuk verder gekomen.’ Vledder maakte een wrevelig gebaar.

‘Ik begrijp haar niet. Als ze toch met zoveel woorden te kennen geeft dat haar zoon bij de overval is betrokken… en ze er bovendien heilig van overtuigd is dat hij niet verantwoordelijk is voor de dood van die transporteur… waarom speelt ze dan geen open kaart?’

De Cock schoof zijn oude hoedje iets naar voren. ‘De buit.’

Vledder reageerde scherp. ‘De buit, wat heb je nog aan geld als je de gevangenis in gaat?’

De Cock trok achteloos zijn schouders op.

‘Onze huidige heren rechters zijn uiterst vriendelijke lieden. Ik bedoel… als Richard van Slooten kan bewijzen dat hij niet de man was die heeft geschoten, dat hij dat ook per se niet heeft gewild, wat zal dan zijn straf voor die overval zijn… anderhalf, twee jaar?’ Hij blikte opzij. ‘Kun jij in zo’n korte tijd anderhalf miljoen verdienen… belastingvrij?’

Vledder trok rimpels in zijn voorhoofd. ‘Jij denkt dat mevrouw Van Slooten tegen ons heeft gezwegen om haar zoon de tijd te gunnen om zijn buit in veiligheid te brengen?’

‘Mogelijk. We weten niet welke afspraken er zijn gemaakt. Misschien moet de medeplichtige wel voor het wegzetten van het geld zorgen en komt over enige dagen Richard van Slooten met zijn moeder aan de arm ons politiebureau binnen om te zeggen dat hij het persoonlijk allemaal niet zo slecht heeft gemeend. En zijn moeder zal het beamen… Richard had zo’n hang naar dure dingen.’

Vledder grinnikte. ‘Dan zal hij toch de naam van zijn medeplichtige moeten noemen.’

De Cock keek hem verbaasd aan. ‘Waarom? Wij hebben geen enkel rechtsmiddel om Richard daartoe te dwingen. En uit eigener beweging zal hij dat beslist niet doen. Dan brengt hij zijn eigen buit in gevaar.’ Hij zweeg even. ‘Bovendien is het zwijgen van Richard een machtig wapen om zijn medeplichtige eraan te helpen herinneren dat hij recht heeft op de helft van het geld. En misschien zelfs nog meer.’

Vledder keek verrast op. ‘Nog meer?’

De Cock knikte. ‘Bedenk dat wanneer Richard zijn straf volledig heeft uitgezeten, de andere man nog steeds wordt gezocht voor een gewapende overval… en een moord.’

Hij bracht zijn wijsvinger naar het puntje van zijn neus. ‘En wie is dan onze voornaamste getuige?’

‘Richard van Slooten.’

‘Precies, zo is het. En daarmee heeft Richard een prachtig middel achter de hand om zijn vroegere compagnon in het kwaad te chanteren.’ Hij schoof zijn dikke onderlip iets naar voren. ‘Geloof me, als het spelletje zo wordt gespeeld, dan zijn we nog heel ver…’ Hij stokte plotseling en wees naar een grote wenkende man aan de rand van het trottoir van het Damrak. ‘Daar staat Stoffel de Graaf.’

Vledder zwenkte de wagen naar rechts en De Cock draaide het portierraam open. ‘Is er wat, grote?’

Rechercheur De Graaf boog zijn baardig gezicht naar hem toe. ‘Ga je nu direct terug naar de Kit? Er zit al een tijdje een griet op je te wachten.’

‘Wat voor een griet?’

‘Een beauty… een schoonheid… een beeld van een meid. Gewoon een plaatje. Ik heb haar al gevraagd of ze het met mij afkon, maar ze wilde alleen met jou praten.’

‘Waarover?’

Stoffel de Graaf maakte een grimas en plukte aan zijn zwarte baard. ‘Seksuele herbewapening, weet ik veel. Ik heb het haar niet gevraagd.’ Hij kneep even beide ogen dicht. ‘Maar het is wel iets moois.’

De Cock glimlachte. ‘Als jij het zegt…’ Hij maakte zijn zin niet af en draaide het portierraam dicht.

Stoffel de Graaf wuifde en Vledder reed via de Dam de Warmoesstraat in.

Met kittige pasjes tippelde ze in de grote recherchekamer voor hem uit. Haar heupen wiegden bevallig en het lange blonde haar danste op haar schouders. De Cock trok zijn neus iets op en snoof. De milde geur van haar parfum slierde zinnestrelend langs hem heen. In het kamertje van verhoor wenkte hij naar de stoel achter het tafeltje en nam tegenover haar plaats. Schattend liet hij zijn blik langs haar gezicht glijden. Ze was mooi, ervoer hij, betoverend mooi. Haar matte huid glansde zacht en in haar bruine, amandelvormige ogen straalde een exotisch licht.

‘U… eh, u hebt naar mij gevraagd?’ vroeg hij bijna bedeesd.

Ze knikte wat onzeker. ‘U bent rechercheur De Cock?’

De grijze speurder toonde zijn beminnelijkste glimlach.

‘Met ceeooceekaa,’ reageerde hij automatisch.

Ze lachte ontspannen. ‘Ik ben Monique… Monique van het Veer.’ Ze lachte opnieuw. Haar mondhoeken krulden. ‘Men had mij gezegd dat u de zaak zou behandelen.’

‘Welke zaak?’

‘Die gewapende overval van vanmorgen. Nu er een transporteur is gedood, zei men, zal De Cock zeker de zaak in behandeling krijgen.’

‘Wie is men?’

Ze maakte een afwerend gebaartje. ‘Vrienden, van wie ik liever geen namen noem.’

De Cock tuitte zijn lippen. ‘Uw… eh, uw vrienden zijn goed geinformeerd.’

Monique van het Veer negeerde de opmerking. ‘Het was voor mij een verrassing. Ik had nooit gedacht dat Richard het zou doen.’

De Cock veinsde onbegrip. ‘Wat?’

‘Die overval… daar was Richard bij.’

‘Welke Richard?’

‘Richard van Slooten.’

De Cock keek haar scherp aan. ‘Hoe komt u aan die wetenschap?’ Monique van het Veer maakte een nerveus gebaar.