Vledder keek zijn oudere collega onderzoekend aan.
'Je wilt mij kwijt?'
De Cock glimlachte.
'Je weet wel beter.' Hij legde vertrouwelijk zijn hand op de schouder van de jonge rechercheur. 'Het is echt goed dat je je even laat nakijken. Je hebt in die kamer een flinke smak gemaakt.' Er kwam een grijns op zijn gezicht. 'Het zou voor jou vrijdag de dertiende kunnen zijn. Je bent niet erg gelukkig vandaag. Het is beter om verdere ongelukken te voorkomen.' Hij wendde zich tot brigadier Kusters. 'Wil jij hem even met een wagentje laten wegbrengen?'
Kusters knikte instemmend. De Cock draaide zich om en ging de trap op.
Met gemengde gevoelens keek Vledder hem na.
Rechercheur De Cock klopte op de deur. Toen hij onmiddellijk daarna de kamer van de commissaris binnenstapte, viel er een stilte. Het duurde even voor men zich had hersteld.
Mr. Schaaps gunde hem een genadig hoofdknikje. Buitendam liep met een rood gezicht op hem toe en gebaarde naar twee mannen in de lage stalen fauteuils van het zitje in de hoek.
'Dat is de heer Baveling,' sprak hij geaffecteerd. 'Met zijn rechtskundige, mr. van Mechelen.'
De Cock boog vormelijk. Intussen tastte hij de gezichten af. Mr. Van Mechelen kende hij. De corpulente advocaat had eens een onderzoek van hem in een moordzaak tijdens de terechtzitting volledig afgekraakt. Grof, onelegant en op een wijze dat hij zich niet had kunnen verdedigen. Sindsdien was hij bijzonder op zijn hoede wanneer de rechtskundige zijn pad kruiste.
De heer Baveling maakte op hem geen onsympathieke indruk. Een lange slanke man met een scherpgesneden gezicht en veel grijs aan de slapen. Hij was uiterst correct gekleed in een fraai donkerblauw kostuum, waaronder een wit overhemd met een parelgrijze stropdas. De Cock schatte hem op voor in de vijftig.
Commissaris Buitendam kuchte.
'De beide heren zijn in hun verontrusting naar onze Officier van Justitie, mr. Schaaps gestapt en hebben opheldering gevraagd.'
De Cock veinsde verbazing.
'Waarover?'
'Ramón, de zoon van de heer Baveling, is verdwenen.'
'Sinds wanneer?'
Mr. van Mechelen nam het woord.
'Vanmiddag. De heer Baveling had om één uur een afspraak met zijn zoon om in Amsterdam in het restaurant van het Sonesta-hotel te lunchen. De heer Baveling wilde tijdens de lunch zijn zoon aan een paar medewerkers van hem voorstellen. Het is met name de bedoeling, dat Ramón een functie in de onderneming gaat bekleden. Maar Ramón kwam niet opdagen.'
'En toen?'
Mr. Van Mechelen wenkte opzij.
'De heer Baveling begreep er niets van. Ramón is doorgaans erg punctueel. Hij belde naar zijn huis in Heemstede. Daar vertelde een bediende hem, dat Ramón met zijn wagen was vertrokken.'
'Was mevrouw Baveling niet thuis?'
Mr. Van Mechelen schudde zijn hoofd.
'Die was weg om… eh, om de begrafenis van haar zoon Erik te regelen.'
De Cock beluisterde de toon en de zinsbouw.
'Sindsdien is er niets meer van Ramón vernomen?' vroeg hij bezorgd.
Mr. Van Mechelen trok zijn vet gezicht in een ernstige plooi. Hij opende het deksel van zijn leren aktenkoffertje voor zich op tafel, nam daaruit een vel papier en reikte dat De Cock aan.
'Dit vond de heer Baveling een paar uur geleden in de kamer van Ramón. Misschien heeft u er een verklaring voor.' Het klonk messcherp.
De Cock nam het vel gelaten aan en las hardop.
'De recherche van het bureau Warmoesstraat heeft het plan mij voor de moord op Brik en die andere jongen te arresteren. Het is daarom beter, dat ik verdwijn. Veel liefs, Ramón. PS. Pa, regel je het voor me?' De Cock gaf het vel papier grijnzend aan de advocaat terug. 'En daar bent u nu mee bezig.'
'Wat?'
'Dat "regelen".'
Mr. Van Mechelen kwam uit zijn fauteuil overeind.
'Ik eis namens mijn cliënt van u een verklaring.'
De Cock trok wat nonchalant zijn schouders op.
'Heeft Ramón die beide moorden gepleegd?'
'Belachelijk.'
'Waarom verdwijnt hij dan?'
De advocaat snoof.
'Omdat hij niet onschuldig door u gearresteerd wenst te worden.'
De Cock schudde zijn hoofd.
'Ik arresteer geen onschuldige mensen.'
'Heeft u bewijzen… aanwijzingen, dat Ramón bij die moorden is betrokken? '
'Neen.'
Mr. Van Mechelen klapte een paar maal met zijn nagels tegen het vel papier.
'Hoe kan Ramón hier dan schrijven dat u het plan heeft hem te arresteren?'
De Cock grinnikte.
'Een goede vraag, meneer de advocaat. Waar haalt hij het vandaan? Maar misschien is Ramón niet zo onschuldig als u voorgeeft… misschien is zijn angst om gearresteerd te worden niet ongegrond.'
Mr. Van Mechelen keek hem minachtend aan.
'Dat zijn loze veronderstellingen.'
De Cock knikte.
'Dezelfde loze veronderstellingen die Ramón bewogen om van het toneel te verdwijnen, want ik heb niet het plan hem te arresteren. Nog niet.' De Cock zweeg even en ademde diep. 'Door uw. aanwezigheid hier, heb ik het onbestemde gevoel, dat u over bewijzen beschikt die ik nog mis en dat het verdwijnen van Ramón gewoon een truc is van een handige advocaat om een mogelijke verdachte aan mijn nasporingen te onttrekken.'
Het gezicht van mr. Van Mechelen kleurde dieprood. Hij posteerde zich wijdbeens voor De Cock. Het vet van zijn nek puilde over zijn boordje.
'Dat zijn insinuaties.'
Hij schreeuwde.
De Cock keek hem fel aan. De wrevel over die afgekraakte moordzaak kwam weer bij hem boven.
'U mag ze noemen hoe u wilt,' sprak hij kalm. 'Ik zeg u alleen, dat ik met de mogelijkheid die ik u aangaf, ernstig rekening houd.'
Commissaris Buitendam kwam geschokt tussenbeide.
Hij strekte gehaast zijn arm naar de deur.
De Cock stak afwerend zijn hand op.
'Stil maar… ik ga al.'
Toen hij de kamer afstapte danste er een glimlach van triomf om zijn lippen.
De Cock keek Vledder bij zijn binnenkomst lachend aan.
'Wat zeiden ze in het ziekenhuis? Zaten al jouw botten nog op hun juiste plaats of was er iets verschoven?'
Een lange nachtrust had de jonge rechercheur zichtbaar verkwikt.
Zijn ogen stonden helder en zijn gezicht had weer wat kleur. Hij wierp zijn jas op de kapstok en liet zich in zijn stoel achter zijn bureau zakken.
'Volgens die dokter waren mijn botten onbeschadigd. Ik had aan mijn rug alleen een paar schaafwondjes en blauwe plekken. Hematomen heet dat deftig.'
'En je maag?'
Vledder wuifde nonchalant.
'Als pijn en misselijkheid aanhouden, moet ik terugkomen voor een foto. Maar ik voel al niets meer.' Hij keek op. 'Ik ben verrekte nieuwsgierig. 'Hoe… eh, hoe was het comité van ontvangst?'
De Cock grijnsde.
'Ik denk niet dat ik vrienden heb gemaakt.'
Vledder hield zijn hoofd scheef.
'Ben je weer tekeergegaan?'
De Cock trok achteloos zijn schouders op.
'Mr. Van Mechelen, de advocaat van de heer Baveling, begon hoog van de toren te blazen. Ramón had thuis een afscheidsbrief geschreven, waarin hij vermeldde, dat wij, recherche van het bureau Warmoesstraat, het plan hadden om hem te arresteren en dat hij het daarom raadzaam vond om te verdwijnen. Van Mechelen eiste van mij daarover een verklaring.'
Vledder beet op zijn onderlip.
'Dat komt van Kiliaan Waardenburg,' sprak hij spijtig. 'Die heeft uit mijn verhoor de conclusie getrokken, dat wij Ramón verdachten.'
'Duidelijk.'
'Heb je dat gezegd?'
De Cock schudde zijn hoofd.
'Dat leek mij niet zo handig. Ik heb de zaak gewoon omgedraaid. In plaats van beschuldigd te worden, beschuldigde ik. Ik vroeg onomwonden aan de advocaat of Ramón Baveling de beide moorden had gepleegd. Toen mr. Van Mechelen dat een belachelijk idee vond, vroeg ik hem waarom Ramón verdween als hij onschuldig was.'