Выбрать главу

Vledder keek hem wat ongelovig aan.

'Je bedoelt, dat hij daarom besloot om zich van Jaap van Santen te ontdoen?'

De Cock knikte.

'Je moet bedenken, dat Willy Haareveld niet weet tot hoever ons onderzoek reikt… of wij zijn activiteiten in de handel van drugs kennen. Jaap van Santen zou een vervelende getuige kunnen zijn.' Hij grijnsde. 'En wat was mooier dan hem in Antwerpen te laten arresteren met drie kilo heroïne op zak.'

Vledder slikte.

'Jaap van Santen kan toch altijd nog praten?'

De Cock glimlachte.

'Vanuit een Belgische cel wordt dat toch een stuk moeilijker.' Hij wreef over zijn kin. 'Het is speculatief. Misschien heeft Willy Haareveld niet eens zo ver doorgedacht… misschien vond hij het, gezien de duidelijke belangstelling die wij toonden, beter dat Jaap van Santen, zijn hulp en koerier, een poosje uit zijn omgeving verdween.' Hij schoof zijn dikke onderlip wat naar voren en kneep zijn ogen half dicht. 'Denk je eens in wat er was gebeurd als Evert Jagerman een andere tactiek had gevolgd.'

'Wat voor tactiek?'

De Cock gniffelde.

'Als hij Jaap van Santen niet in Antwerpen had laten arresteren, maar hem van daaruit met zijn drie kilo heroïne had gevolgd om te zien waar en aan wie hij het spul uiteindelijk afleverde?'

Vledder hijgde.

'Dan… eh, dan was Willy Haareveld zwaar in moeilijkheden gekomen.'

De Cock wees in zijn richting.

'Begrijp je? Daarom was die tip zo volledig. De narcotica-brigade moest er wel instappen. Het lokaas was te verleidelijk.'

Vledder liet zijn hoofd wat zakken en wreef achter in zijn nek. De theorieën van De Cock overrompelden hem. Eerst na enige tijd keek hij op.

'Zou Mien van Leeuwen toch gelijk hebben gehad? Zouden Jaap van Santen en Jan RouweIer in het pension, in de kamer van Erik Baveling, toch naar heroïne hebben gezocht? En zouden de moorden op de beide jongens toch verband houden met handel in narcotica?'

De Cock antwoordde niet direct. Het was alsof er een zekere loomheid over hem viel.

'En waarom werd Mien van Leeuwen dan vermoord?' vroeg hij mat.

'Omdat ze van die handel wist. Begrijp je? Om praktisch dezelfde reden als waarom Willy Haareveld de Amsterdamse narcoticabrigade tipte en Jaap van Santen in Antwerpen liet arresteren.'

'En wie zou die moord dan hebben gepleegd?'

Vledder trok zijn lippen in een harde lijn.

'Jan Rouweler.'

Op de hoek van de Achterburgwal en de Barndesteeg hield De Cock de bruine, met leer afgezette gordijnen opzij en stapte het café binnen. Het was schemerig donker in het intieme lokaaltje, dat Smalle Lowietje deftig zijn etablissement noemde.

Aan een smal tafeltje bij het raam zaten twee oude bedaagde vrouwtjes uit de business achter een zoet likeurtje. Ze keken op en wuifden ter begroeting. Aan de bar zat niemand.

De Cock slenterde naar de laatste kruk bij de muur en hees zijn negentig kilo omhoog.

Smalle Lowietje veegde zijn handjes aan zijn morsige vest en liepop hem toe. Zijn vriendelijk muizensmoeltje glom van genegenheid.

'Ik heb je hier nog nooit zo vroeg gezien,' babbelde hij vrolijk. 'Hebben ze op de Kit niets meer voor je te doen?' Hij dook onder de tapkast en kwam omhoog met een fles fijne Franse cognac Napoleon. 'Moet je er nu al één?'

De Cock knikte.

'Laten we het maar doen. Misschien raak ik dat katterige gevoel kwijt.'

Smalle Lowietje keek hem bezorgd aan.

'Ben je er nog niet uit?'

De Cock schudde zijn hoofd. Op zijn gezicht lag een droeve trek.

'Het klinkt misschien gek… maar ik ben feitelijk nog net zo ver als in het begin. De caféhouder frunnikte nerveus aan zijn vest.'

'Ze hebben Mien ook gemold… heb ik gehoord.'

De Cock zuchtte diep.

'Ik heb eerst gedacht dat ik er nog wel uit zou komen, maar die moord op Mien van Leeuwen maakt de puzzel compleet. Ik zie het verband niet meer.'

Smalle Lowietje schonk voorzichtig in.

'Waar is je maatje?'

De Cock glimlachte.

'Mijn maatje… zoals jij dat noemt… heb ik vanmorgen op de trein naar Antwerpen gezet. Ze hebben daar een knapie gearresteerd, in wie ik wel belangstelling heb.'

'Ken ik hem?'

De Cock lachte hartelijk.

'Ben je nieuwsgierig?'

De tengere caféhouder trok een verongelijkt gezicht.

'Misschien kan ik je helpen? Je weet het nooit. Ik heb nogal wat relaties.'

'Jaap van Santen.'

Smalle Lowietje wipte zijn neus iets op.

'Ik ken hem. Magere Jack… een heel vies ventje. Voor alles in.'

'Ook voor moord?'

De tengere caféhouder knikte heftig.

'Hij doet tegenwoordig veel samen met ene Utrechtse Jantje en dat is ook al geen beste.'

De Cock nam een slok van zijn cognac.

'Ben je goed in muziek?'

Smalle Lowietje keek hem verwonderd aan.

'Muziek… hoezo?'

De Cock zette zijn glas neer en boog zich vertrouwelijk naar voren.

'Jij vertelde mij de vorige keer, dat Jean-Paul Stappert… Mister Melody voor jou… liedjes speelde op met water gevulde glazen.'

'Ja?'

'Ik kreeg het idee, dat hij dat maar één keer heeft gedaan.'

Smalle Lowietje schudde zijn hoofd.

'Het werd een spelletje. Ik liet de glazen op het laatst ook gestemd staan. Goed voor de klandizie.'

De Cock keek hem schuins aan.

'Dat begrijp ik niet.'

De smalle trok zijn muizensmoeltje tot een grijns.

'Als het 's avonds gezellig druk was, dan vroeg ik aan dat joch of hij voor mij dat kunstje met de glazen wilde doen en dan had hij veel bekijks.'

'En telkens speelde hij wat anders?'

De caféhouder knikte instemmend.

'Hij had een heel repertoire.'

'Ken je daar nog melodieën van?'

Lowietje plooide denkrimpels op zijn voorhoofd.

'Niet uit mijn hoofd, maar als ik ze hoor…' Hij maakte zijn zin niet af. 'Ik ken wel een stel mensen die altijd heel enthousiast naar Mister Melody kwamen luisteren.'

De Cock staarde enige tijd peinzend voor zich uit.

'Zet ze eens voor me op een lijstje.'

'Wie?'

'De mensen die naar Mister Melody kwamen luisteren.'

Smalle Lowietje keek hem achterdochtig aan.

'Wat moet je daarmee? Ik lever mijn klandizie niet graag aan de prinsemarij uit.'

De Cock maakte een hulpeloos gebaartje.

'Dat weet ik nog niet, Lowie… echt niet. Maar ik beloof je, als ik er eventueel gebruik van maak, dan kom ik het je eerst zeggen.'

De tengere caféhouder weifelde even.

'Oké,' zei hij na een poosje. Hij wees naar het lege glas van De Cock. 'Zal ik nog eens inschenken?'

De Cock knikte.

'Het doet me goed. Ik begin dat katterige gevoel al wat kwijt te raken.' Hij zweeg even. 'Hoelang zit Willy Haareveld al in de heroïne?'

Smalle Lowietje keek scheef omhoog.

'Zit hij daarin?'

De Cock lachte hartelijk.

'Dat weet je niet?'

Lowietje stak zijn beide handjes afwerend omhoog.

'Hoor eens, De Cock,' sprak hij ernstig, 'ik wil best een graantje meepikken en als er hier een gozertje komt die een aardig handeltje voor mij weet, dan stop ik mijn oren niet dicht. Maar met heroïne, cocaine… die gore troep… daar wil ik niets mee te maken hebben.'

De Cock knikte hem vriendelijk begrijpend toe.

'Ik zou ook geen poot meer in je etablissement zetten.'

Smalle Lowietje liep even bij hem weg en spoelde een paar glazen om. Daarna kwam hij terug.

'Weet je wie hier van de week nog even was?'

'Nou?'

'Handige Henkie.'

De Cock fronste zijn wenkbrauwen.

'Zei hij nog wat?'