‘Ik… eh, ik vond het al zo vreemd,’ hakkelde ze.
‘Moeder was in mijn ogen geen vrouw die zichzelf van het leven zou beroven. Daarvoor was ze te opgewekt, te levenslustig.’ Ze maakte een onbeholpen gebaar.
‘Maar Angela zei dat het absoluut zeker was dat moeder zelfmoord had gepleegd. Volgens haar wees alles duidelijk in die richting.’
‘Dat hebt u toen maar aangenomen?’
‘Angela is altijd zo drammerig. In alles. Dan ga ik maar liever niet tegen haar in. Anders hebben we een huis vol ruzie.’ ‘En Beatrijs?’
‘Die is volgzaam.’
‘Gehoorzaam aan Angela?’
‘Ja.’
‘U had uw twijfels?’
‘Zeker.’
De Cock boog zich iets naar haar toe.
‘Bent u bereid om ons bij ons onderzoek naar de dader of daderes behulpzaam te zijn?’
‘Wat kan ik doen?’
De Cock schonk haar een beminnelijke glimlach.
‘Ons in het Speulder- en Sprielderbos de plek wijzen waar jullie moeder hebben begraven.’
‘Dat doe ik.’
‘U kunt die plek makkelijk terugvinden?’
Christina knikte.
‘We hebben moeders graf met een paar zwerfkeien gemarkeerd.’
‘Ligt ze in een kist?’
Christina schudde haar hoofd.
‘Dat vonden Angela en Beatrijs niet verstandig. Een doodkist bestellen, riep volgens hen vragen op. We hebben moeder in dubbel vijverfolie gewikkeld en de folie met speciale lijm dichtgeplakt.’
‘Om ongedierte tegen te gaan.’
‘Precies.’
De Cock wreef over zijn brede kin.
‘Wij… eh, wij zijn niet van plan,’ formuleerde hij voorzichtig, ‘om uw moeder in het Speulder- en Sprielderbos te laten liggen. We zullen een onderzoek naar de doodsoorzaak moeten instellen.’
‘Begrijpelijk.’
De Cock kauwde nadenkend op zijn onderlip. Hij wees naar Vledder.
‘Mijn collega en ik zijn hier te voet gekomen. Beschikt u over een auto?’
Christina knikte.
‘Een Peugeot drie-nul-zes, hij staat hier aan de wallenkant tussen de bomen.’
De Cock gleed met zijn pink over de rug van zijn neus. Het was een gebaar om tijd te winnen.
‘Ik… eh,’ begon hij aarzelend, ‘ik ben vanmorgen al een paar maal in aanvaring gekomen met uw zuster Angela. Zij wil er niets van horen dat uw moeder door een misdrijf om het leven kwam. Zij klampt zich vast aan zelfmoord en is fel gekant tegen een autopsie.’
Christina zuchtte.
‘Volgens mij is ze nog steeds niet van gedachte veranderd. Als Angela iets in haar hoofd heeft, dan sla je dat er met geen moker meer uit. Ze heeft Beatrijs en mij alleen gezegd dat u op de onzalige gedachte bent gekomen dat moeder is vermoord. Meer niet. Daarna stuurde ze mij naar beneden.’
De Cock staarde voor zich uit.
‘Ik vrees,’ sprak hij nadenkend, ‘dat we snel zullen moeten handelen. Wanneer we de exhumatie, de opgraving, van uw moeder niet onmiddellijk regelen, dan zou Angela, wellicht gesteund door Beatrijs, wel eens op de gedachte kunnen komen om uw moeder opnieuw te begraven, maar dan op een plek die voor u, en ons, geheim blijft.’
Christina keek hem vragend aan.
‘Wat wilt u?’
De Cock wees opnieuw naar Vledder.
‘U wijst mijn collega de plek waar uw moeder begraven ligt.’ Hij wendde zich tot Vledder.
‘Jij neemt contact op met de plaatselijke politie. Je legt uit wat er aan de hand is en vraagt of ze jou bij de exhumatie behulpzaam willen zijn. Vraag ook om een fotograaf voor een uitgebreide reportage van de werkzaamheden. Als de exhumatie eenmaal heeft plaatsgevonden, verlies je het lijk geen moment meer uit het oog. Je chartert een ambulancewagen en begeleidt het lichaam van mevrouw Alida van Boskoop naar Amsterdam en deponeert het in het sectielokaal op Westgaarde.’
Vledder keek hem beteuterd aan.
‘Jij gaat niet mee?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Ik blijf op Bram van Wielingen en Ben Kreuger wachten. Als ik hier wegga, dan loop ik de kans dat onze Angela die houtvezelsporen aan de deur uitwist. Ik acht haar ertoe in staat.’ Vledder knikte begrijpend.
‘Als de plaatselijke politie moeilijk doet en geen medewerking wil verlenen?’
De Cock grijnsde.
‘Dan laat je hen mij bellen.’
‘Zal dat helpen?’
‘Absoluut.’
Vledder zuchtte.
‘Je draagt mij wel een klus op.’
De Cock knikte instemmend.
‘Je kunt het aan.’
De oude rechercheur liep op Christina toe en streelde met de rug van zijn hand liefdevol langs de olijfkleurige huid van haar wang.
‘En wees onderweg lief voor haar,’ sprak hij teder. ‘Wij zijn haar veel dank verschuldigd.’
De Cock schoof de mouw van zijn regenjas iets terug en keek op zijn horloge. Hij vond dat de fotograaf en dactyloscoop lang op zich lieten wachten.
Plotseling ging de deur van de behandelkamer open. In de deuropening stond Beatrijs.
‘Ik wil even met u praten,’ lispelde ze.
De Cock wenkte haar naderbij.
‘Zeg het maar.’
‘Is moeder echt vermoord?’
De Cock knikte.
‘Daar ga ik van uit.’
Beatrijs gebaarde omhoog.
‘Angela wil het niet geloven. Volgens haar is het flauwekul.’ De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Het is mijn vak. Om een moord door verwurging, met een zelfmoord door ophanging te camoufleren, is een oude truc, die in het verleden dikwijls succesvol is geweest.’
De oude rechercheur glimlachte.
‘Wij laten ons nu niet meer bedotten.’
Beatrijs knikte begrijpend. Daarna nam ze een lange pauze. Het was duidelijk dat ze met een probleem worstelde. ‘Ik ben getrouwd geweest,’ opende ze na een poosje. ‘Het heeft niet lang geduurd. Nog geen twee jaar.’
‘Gescheiden?’
‘Ja.’
‘Kinderen?’
‘Gelukkig niet.’
‘Hebt u nog wel eens contact met uw ex-man?’
Om de mond van Beatrijs gleed een glimlach.
‘Soms belt Patrick.’
‘Hij heet Patrick?’
Beatrijs knikte.
‘Patrick Nederveldt.’
Ze glimlachte.
‘Als ik de hoorn opneem, dan begint hij tegen me te praten. Hij is altijd wel lief en bezorgd; wil graag dat ik bij hem terugkom.’
De Cock fronste zijn wenkbrauwen.
‘En als de anderen de telefoon opnemen?’
‘Dat verbreekt hij de verbinding.’
‘Waarom?’
‘Patrick heeft een hekel aan Angela en aan mijn moeder. Hij wil niet met hen praten. Ze zijn er beiden schuld aan dat ons huwelijk is gestrand.’
‘Is dat zo?’
Beatrijs liet haar hoofd zakken.
‘Ik ben zo dom geweest om op hun influisteringen te reageren. Ze vertelden mij dingen over Patrick die achteraf niet waar bleken te zijn. Patrick is daar nogal verbitterd over. Hij wijdt het mislukken van ons huwelijk vooral aan mijn moeder, die van het begin af aan tegen het huwelijk is geweest. Ze mocht hem niet.’ ‘U wilt wel naar Patrick terug?’
‘Graag.’
De Cock keek haar verbaasd aan.
‘Dan gaat u toch?’
Beatrijs van Boskoop slikte. Er blonk een traan in haar donkere ogen.
‘Moeder en Angela zijn daar fel op tegen.’
Ze nam opnieuw een lange pauze.
De Cock keek haar schuins aan.
‘Wat wil je mij in feite vertellen?’
Beatrijs keek met een bleek gezicht naar hem op. Er gleed een traan over haar wang.
‘Als… eh, als moeder is vermoord,’ sprak ze zacht, ‘dan weet ik wie haar moordenaar is.’
De Cock kneep zijn ogen half dicht.
‘Patrick?’
Beatrijs knikte traag.
‘Hij heeft gezegd dat hij het zou doen.’
6
‘Heb je haar op Westgaarde?’
Vledder knikte.