Выбрать главу

‘Verdomme, De Cock, stop deze gek.’ Keesing trachtte onder de voet van Verduin uit te rollen. ‘Ik weet nergens van, man. Hou hiermee op!’

‘Hij heeft gelijk, Jaap, je bereikt hier niets mee. Behalve je eigen ongeluk.’ De Cock voelde een straaltje zweet langs zijn oog lopen en wreef met zijn hand over zijn voorhoofd. Jaap had zijn bovenlichaam half gedraaid zodat hij ook De Cock in de gaten kon houden, maar bleef vooral gefixeerd op Keesing.

‘Ik wil dat je bekent, smeerlap. Ik wil dat je mij nu bekent dat je Cindy hebt vermoord.’

‘In godesnaam: wie is Cindy?!’

Verduin wilde antwoord geven, maar tegelijkertijd verstarde zijn blik. Vanuit zijn ooghoek zag hij iets bewegen achter De Cock en op datzelfde moment voelde de grijze rechercheur hoe zijn hoedje over zijn voorhoofd schoof en voelde hij het koude metaal van een pistoolloop tegen zijn achterhoofd. De Cock verstarde.

‘Oswald!’ juichte Keesing.

Achter rechercheur De Cock stond Oswald, de in het zwart geklede chauffeur van Keesing. Hij had zijn zonnebril op zijn kale schedel geschoven en uit zijn kille ogen sprak geen enkele emotie. Hij hield het pistool op het achterhoofd van De Cock gericht en wachtte op instructie. Met een gecontroleerd gebaar, om vooral geen reactie uit te lokken, bracht De Cock zijn hand naar zijn hoedje en nam hij het af. Onder zijn hoedje was zijn grijze haar nat van het zweet. De Cock voelde zijn hart roffelen in zijn borstkas, alsof hij net de Westertoren had beklommen. Angst had hem in een kille greep, maar hij mocht niets laten blijken. Hij moest ogenschijnlijk de sterkste zijn en de situatie controleren. Hij concentreerde zich op zijn stem.

‘Dit lijkt mij niet verstandig, meneer Keesing. Dit hoort niet zo te gaan.’

Keesing hijgde oppervlakkig, maar leek zijn rust teruggevonden te hebben.

‘Het gaat hier ook om mijn leven, meneer De Cock! Het spijt me van de etiquette. Laat deze jonge gek liever dat pistool neerleggen.’

Nu bemoeide ook Verduin zich met het gesprek.

‘Ik dacht het niet.’

‘Doe niet zo stom, man. Hoeveel doden moeten hier vallen?’

‘Eentje is genoeg,’ antwoordde Verduin laconiek.

‘Ik ken Oswald.’ Keesing klonk hees en dwingend. ‘Niemand komt hier levend uit.’

Achter zich hoorde De Cock hoe Oswald zijn wapen spande.

‘Jaap,’ probeerde De Cock.

‘Nee! Verdomme, nee.’ Jaap schudde met zijn hoofd. Het zweet spatte alle kanten op. Verbeten richtte hij zijn blik alleen op zijn slachtoffer. Hij hield het pistool nu met twee handen vast om het trillen van zijn hand tegen te gaan.

‘Op mijn teken schiet Oswald rechercheur De Cock neer, dan schiet jij mij neer en vervolgens schiet Oswald jou dood. Is dat wat je wilt?’

Verduin aarzelde met zijn antwoord.

‘Nou?!’

De Cock voelde hoe de druk van het pistool op de achterkant van zijn hoofd toenam.

Keesing hief zijn lichaam zo ver omhoog als de voet van Jaap Verduin dat toeliet.

‘Wil je dat ik dat teken geef, Verduin?’

10

Oswald trok zijn mond in een scheve grijns, de situatie leek hem te amuseren, wat overigens niet te zien was aan de onaangedane blik in zijn ogen. Zijn vinger spande zich om de trekker, klaar om te schieten… maar toen ineens werd zijn hand waarin zich het wapen bevond weggeslagen. Het pistool viel op de grond en hij voelde hoe zijn pols in een ijzeren greep werd genomen en hoe zijn arm op de rug werd gedraaid en stevig aangetrokken. Hij liet een onderdrukte grom los, die zo te horen uit zijn tenen kwam. De Cock draaide zich razendsnel om en keek in het grimmige gelaat van zijn jonge collega.

‘Ik kan je ook geen ogenblik alleen laten, De Cock,’ klonk het verwijtend.

Oswald spande zijn spieren in een vruchteloze poging zich los te rukken, maar Vledder had zijn arm stevig vast en dwong hem op zijn knieën.

Door het gevecht dat zich achter hem afspeelde werd Verduin verder zijn atelier in gedwongen en verslapte de druk die hij op de rug van Keesing uitoefende. Die zag zijn kans schoon en rolde onder de voet van Verduin vandaan. Toen hij op zijn rug lag haalde hij met zijn rechtervoet uit en probeerde hij Verduin hard in zijn kruis te trappen. Hij miste half, maar toch kromp Jaap Verduin ineen van de pijn, struikelde hij verder achteruit en drukte toen onbedoeld af! Een oorverdovende knal vulde de kleine ruimte. Iedereen verstarde. En toen schreeuwde Keesing het uit.

De Cock keek naar de jammerende kunsthandelaar en zag dat die in zijn been was geschoten. Jaap Verduin hield een hand voor zijn kruis, zijn gezicht vertrokken in een pijnlijke grimas, maar met zijn andere hand hield hij zijn pistool nog gericht op Keesing, die krimpend van de pijn op de grond lag. Bij de deur had Vledder Oswald handboeien omgedaan en hij trok hem langzaam omhoog. De Cock had zijn hoedje opgeraapt. Zijn hartslag was nog steeds te hoog maar hernam langzaam zijn oude ritme. Hij draaide zich om naar zijn jonge collega om hem te bedanken voor de manier waarop hij de explosieve situatie had opgelost. Maar toen bleek dat er van een oplossing nog geen sprake kon zijn, omdat Jaap Verduin het gevecht niet op wilde geven.

‘Dat was één been, Keesing,’ sprak hij hijgend. ‘Nu volgt het andere!’

Keesing, die zijn handen om zijn dijbeen hield in een poging het bloed te stelpen dat uit de schotwond liep, keek Verduin bijna smekend aan. Zijn ogen vulden zich met tranen. Pijn of spijt? De Cock gokte op het eerste.

‘Nee… Nee, stop hiermee, niet doen. Niet doen! Ik kan… Oké, oké… ik kan niet ontkennen dat ik…’ het kostte Keesing zichtbaar moeite om de woorden uit zijn strot te krijgen. ‘Verdomme… dat ik zijdelings… ermee te maken heb.’

‘Dat je opdracht hebt gegeven!’ hield Verduin aan.

‘Ja!’ gaf Keesing toe. ‘En laat dat ding nou maar zakken!’

Ondanks de complexe situatie maakte het hart van De Cock een klein sprongetje. Hier had hij een bekentenis. Keesing bekende de moord op Cindy de Vries en voldoende getuigen hadden het gehoord. Hij zette een stap naar Verduin en legde zijn hand op diens arm.

‘Geef mij dat pistool maar.’

Maar Verduin liet zich niet tegenhouden. Hij schudde de hand van De Cock van zich af.

‘Nee. Ik maak het karwei toch maar af.’

‘Jaap,’ probeerde De Cock weer.

‘Rot toch op, man! Wees blij dat je er levend van afgekomen bent.’

Het brede hoofd van De Cock liep rood aan. Ineens had de oude rechercheur meer dan genoeg van het puberale gedrag van de kunstenaar, die met zijn impulsieve actie te veel levens op het spel had gezet. Met een bruusk gebaar manoeuvreerde hij zich tussen Verduin en zijn slachtoffer.

‘Stop hiermee, Jaap. Ik kan dit niet langer toestaan. Doe dat pistool weg. Nu!’

Maar Verduin was niet van plan het pistool weg te doen. Integendeel, het stond nu gericht op de borst van De Cock.

‘Jij kan dit niet toestaan?’ Jaap lachte kort. ‘Wie denk jij wel dat je bent? Het spijt me voor jou, De Cock, maar als het moet schiet ik dwars door je heen!’

Over de schouder van Verduin bespeurde De Cock een verandering in de houding van Vledder, die als door een wesp gestoken reageerde op de woorden van Verduin.

Zijn oudere collega reageerde scherp, maar wendde zijn blik niet af van zijn belager.

‘Niet doen, Dick! Hou jij die Oswald maar onder schot.’ En hij richtte zich weer tot Verduin. Zijn stem klonk zacht en meelevend, maar aan de hardheid van zijn woorden viel niet te twijfelen.

‘Dit wordt moord met voorbedachten rade, Jaap. Zo staat dat in het Wetboek geschreven. Als je Keesing nu doodschiet, dan geeft jou dat vijf minuten bevrediging. Daarna ga je voor vele jaren de bak in en heb jij je jonge leven vergooid.’

‘En die schoft gaat vrijuit!’ De woorden kwamen als gal naar buiten, en het speeksel vloog in het rond.

‘Die schoft gaat minimaal twaalf jaar de gevangenis in. Dat beloof ik je. Maar ik ga hier niet weg.’ De Cock zette zich onverzettelijk in postuur en schermde daarmee Keesing af. ‘Ik stap niet opzij.’