'Ik ben zo blij dat ik je weer zie, De Cock, geloof me, ik ben zo blij dat ik je weer zie.' Het klonk verdraaid oprecht.
9
'En wie heeft je dat sprookje verteld?' Vledder reageerde fel. 'Het is geen sprookje,' riep hij verontwaardigd. 'Bijna alle leden van het dispuut zijn ervan overtuigd dat Alex Delszsen zelfmoord pleegde.' 'Waarom?'
Vledder gebaarde voor zich uit. 'Omdat… omdat student Delszsen het plegen van zelfmoord onder bepaalde omstandigheden aanvaardbaar achtte. Hij heeft dat ettelijke malen beweerd. Openlijk. Bovendien verheerlijkte Delszsen de dood.'
De Cock trok zijn gezicht in een grimas. 'Er zijn mensen die vurig naar de hemel verlangen. Maar dat betekent nog niet dat ze willen sterven.' Hij keek de jonge rechercheur een tijdje onderzoekend aan. 'Maar heb je iets? Iets concreets. Ik bedoel, zijn er omstandigheden die duidelijk in de richting van zelfmoord wijzen?'
Vledder schudde traag het hoofd. 'Die zijn er niet. Maar er zijn ook geen omstandigheden die wijzen in de richting van een moord. Er is geen herkenbaar motief. Niemand had belang bij de dood van vriend Delszsen.' De Cock grinnikte. 'Geen motief voor moord… dus zelfmoord.' Zijn woorden hadden een ondertoon van spot. Vledder trok zijn schouders op, spreidde zijn armen in een hulpeloos gebaar.
'Wat moet ik doen?' riep hij wanhopig. 'Ik ben al bezig mijn proces-verbaal in die richting op te bouwen.' De Cock stak een sigaret op en inhaleerde diep. 'Geloof jij,' zei hij langzaam, 'geloof jij echt dat Alex Delszsen zelfmoord pleegde?'
Er verscheen een pijnlijke trek op het gezicht van Vledder. 'Nee,' zei hij wrevelig, 'ik… ik persoonlijk, ik geloof niet in zelfmoord. Ik geloof er helemaal niet in. Dat is nu juist het ellendige. Ik heb er de hele week over lopen piekeren. Ik kom er niet uit. Ik kom er gewoon niet uit. Ik kan niets vinden. Het is allemaal zo verward, zo onlogisch. Het past niet… noch het een, noch het ander.' 'Wat zeggen de studenten?'
Vledder zuchtte. 'De studenten van het dispuut willen van moord niets weten. Het is voor hen volkomen onaanvaardbaar. Moord wijzen ze verontwaardigd van de hand. Alleen een zelfmoord lijkt hun acceptabel. De student Van Gelder denkt zelfs aan een zelfmoord uit idealistische overwegingen… zoiets als de zelfverbranding van een boeddhistische monnik. In de dood door parathion ziet hij een symbolische daad… een protest tegen het gebruik van insecticiden.' 'Heb je het vergif gevonden?' 'Nee.'
De Cock keek verwonderd op. 'Je hebt geen vergif gevonden?' vroeg hij.
Vledder schudde het hoofd. 'Ik heb met een paar collega's het hele huis ondersteboven gehaald. Grondig, geloof me. Maar er is geen parathion of enig ander vergif tevoorschijn gekomen. Niemand van het dispuut weet ook iets van vergif af. En toch moet Delszsen het gif in het huis aan de Brouwersgracht hebben ingekregen.' 'Is dat zeker?'
Vledder knikte overtuigend. 'Vrijwel. Ik heb nog eens met doctorandus Eskes gebeld. Volgens hem kwam het gif niet langer dan vierentwintig uur voor de dood van Delszsen in zijn lichaam. Dat was wel de uiterste termijn.' 'En.'
'Uit mijn onderzoek is gebleken dat Alex Delszsen de laatste vierentwintig uur het dispuut aan de Brouwersgracht niet heeft verlaten… voordat hij die noodlottige dag naar zijn afspraak ging.' 'Hoe laat was dat?'
'Half acht. Hij verliet het dispuut om half acht. Dus ongeveer een halfuur voordat hij op het Damrak door de agenten Kraaijenbrink en De Vries werd opgepakt.' De Cock wreef langs zijn brede kin. 'Was er drank in huis?'
Vledder schudde krachtig het hoofd. 'Geen druppel.' Hij glimlachte. 'Ik begrijp wat je bedoelt. Hoe kwam Alex Delszsen aan dat percentage alcohol in zijn bloed?' 'Precies.'
'Ik heb dat nagegaan. Natuurlijk. Vanaf de Brouwersgracht in de richting van het Damrak ben ik elk cafeetje binnengestapt dat ik tegenkwam.' 'En?'
'Het was een kruistocht. Pas bij het achtste cafeetje had ik geluk. Op de Martelaarsgracht. Je kent het wel, Het Dorstige Hert. Ik liet de caféhouder een foto van Delszsen zien. Hij herkende hem onmiddellijk. Delszsen kwam daar wel vaker. Op die bewuste avond kwam hij om even over half acht Het Dorstige Hert binnen. Delszsen zag er belazerd uit. Grauw. Hij zei ook dat hij zich niet lekker voelde. Hij dacht dat hij een zware griep onder zijn leden had en vroeg om cognac. Hij heeft kort achter elkaar drie cognacjes gedronken en is toen weggegaan. De caféhouder raadde hem nog aan direct onder de wol te kruipen, maar daar wilde Delszsen niet van horen. Het kon niet, zei hij, hij had een afspraak.'
De Cock knikte peinzend. 'Alex Delszsen kwam alleen het café binnen en ging ook alleen weer weg?'
'Ja.'
'Hij voelde zich niet lekker?' 'Nee.'
De Cock streek met zijn pink over de rug van zijn neus. 'We kunnen dan,' zei hij aarzelend, 'wel aannemen dat hij het vergif niet gelijk met de alcohol heeft ingekregen. Op het moment dat Alex Delszsen zijn cognacjes dronk, was het gif zijn dodelijke werking al begonnen. De alcohol heeft het alleen maar gestimuleerd.' Hij staarde Vledder een tijdlang nadenkend aan. 'Volgens de caféhouder,' memoreerde hij, 'dronk Delszsen drie cognacjes snel achter elkaar?' 'Ja.'
'Hij zag er slecht uit en zei van zichzelf dat hij dacht dat hij een zware griep onder de leden had?'
'Ja.' 'Delszsen dronk de cognac dus als… medicijn?'
Vledder knikte aarzelend. 'Ja,' zei hij verwonderd, 'dat is toch heel normaal?'
De Cock schoof zijn dikke onderlip naar voren. 'Heel normaal,' herhaalde hij traag, nadenkend. 'Daarom valt uit de verklaring van onze caféhouder een conclusie te trekken.' 'Een conclusie?'
De Cock knikte met een ernstig gezicht. 'Een belangrijke conclusie… Alex Delszsen wist niet dat hij was vergiftigd.' 'Wat?'
De Cock schudde het hoofd. 'Alex Delszsen was zich het gevaar niet bewust. Hij dacht aan een zware griep en nam cognac… als medicijn. Hij dacht helemaal niet aan vergif.' Vledder staarde hem plotseling met grote ogen aan. 'Verdomme,' hijgde hij, 'je hebt gelijk. Daar heb ik helemaal niet aan gedacht. Maar natuurlijk… als Delszsen zelf het gif had ingenomen, dan had hij het geweten… dan had hij geweten dat het geen zware griep was…' De Cock glimlachte. 'En hieruit volgt?' Vledder grijnsde. 'Dat Delszsen de parathion niet zelf had ingenomen. Niet bewust. Hij stierf niet door zelfmoord…' De Cock knikte hem toe.'… maar door moord.' Er viel een diepe stilte. Het beeld van de donkere student drong zich scherp aan hem op. De dood van Alex Delszsen had ineens een nieuwe dimensie… de dimensie van zijn moordenaar.
10
Vledder keek zijn oude leermeester bewonderend aan. 'Weet je, De Cock… met jou samen gaat het allemaal zo gemakkelijk… lijkt het dóódsimpel.' Hij lachte opgewekt, bevrijd. 'Wil je geloven dat ik er weer zin in krijg? Mensen, mensen, wat zat ik in de put. Ik wist me gewoon geen raad. Ik zag er geen gat meer in.'
De Cock keek hem spottend aan. 'En toen dacht je… het zal wel een doodgewone zelfmoord zijn. Laat ik het daar maar op aansturen.' In zijn stem trilde een zoet sarcasme. Het gezicht van de jonge Vledder kleurde van schaamte. 'Nou ja,' zei hij verontschuldigend, 'je moet het mij maar niet kwalijk nemen. Je weet hoe moeilijk gifmoorden zijn. Je hebt het zelf gezegd. Bovendien… ik heb niet zoveel ervaring als jij.'
De Cock snoof. 'Ik dacht anders,' zei hij quasi verwonderd, 'dat je het wel aankon. Dat zei je toch? Jij zou de moordenaar van Alex Delszsen wel even ontmaskeren… alleen.' Vledder beet op zijn onderlip. Hoewel hij besefte de hoon en spot van zijn oudere collega te hebben verdiend, had hij moeite het te verwerken. 'Ik moest toch een kant uit,' zei hij somber.