De Cock knikte. 'Ja, ja,' zei hij traag, 'ik ken het. Het viel mij alleen op, dat u het gebruikte met betrekking tot uw relatie met de heer Delszsen. Dat is alles.'
Ria Kluffert kwam uit haar fauteuil, plotseling, vurig. In haar volle lengte rees ze voor De Cock op. 'Ik heb het recht mijn eigen leven te leiden.' Ze schreeuwde bijna. 'Niemand hoeft mij voor te schrijven wie ik lief mag hebben en wie niet.'
De Cock knikte. 'Zeker,' zei hij bedaard, rustig, 'dat is juist. Als u van Alex Delszsen hield, was dat uw goed recht. Volkomen. Ik ben wel de laatste die u daarover een verwijt zou willen maken. Het is volgens mij een goed ding dat jonge mensen de stem van hun hart volgen… een goed ding.' Hij pauzeerde even, trok lichtjes zijn schouders op. 'Daarom…' hij gebaarde in haar richting, 'daarom begrijp ik niet waarom u niet naar de Brouwersgracht ging toen Alex die avond op zich liet wachten. Hij kwam toch altijd op tijd… u dacht toch dat er iets was gebeurd… en u was toch bezorgd?'
Haar gezicht vertrok. 'Ja,' gilde ze, 'ik was bezorgd!' De Cock spreidde zijn beide armen. 'Wel, waarom ging u dan niet?' Ze keek De Cock een tijdje met grote ogen aan. Weifelend nog, onzeker. Ze proefde de vriendelijke onverzettelijkheid van die grote brede man voor haar op de rand van het bed. Ze begreep dat zijn vragen zouden terugkomen, onontwijkbaar, in een steeds dwingender vorm. Ze wist dat ze hem uiteindelijk niet zou kunnen weerstaan en besloot tot capitulatie. Zuchtend liet ze zich terugvallen in haar fauteuiltje en vouwde haar handen in haar schoot. 'Mijn broer…' haar stem klonk zacht, haast fluisterend, 'hij wilde niet dat ik met Alex omging. Hij mocht Alex niet.' Ze drukte haar sterke tanden in haar onderlip. 'Hij haatte hem.' De Cock keek haar scherp aan. 'Haatte… waarom?' Om haar lippen gleed een droeve glimlach. Haar lange slanke vingers friemelden aan het steile haar. 'Om mij… geloof ik, om Alex' interesse in mij… blond… blauwe ogen… blanke huid. Ik denk… ik denk dat hij bang was dat mijn… mijn reinheid zou worden bevlekt.' Het klonk uit haar mond bijzonder wrang, haast cynisch. 'Mijn reinheid…' ze grinnikte met een onderdrukte snik,'de dwaas… wat weet hij ervan.' Ze boog het hoofd en haar schouders schokten. De Cock liet haar even begaan. Hij dacht dat ze huilde. Maar toen ze naar hem opkeek, zag hij geen tranen. 'U ging die avond niet naar het dispuut omdat u bang was daar uw broer te ontmoeten.' Hij aarzelde even. 'Was dat de reden?'
Ze knikte traag. 'Ik wilde niet dat mijn broer wist dat ik nog met Alex omging. Hij had mij al een paar maal uitdrukkelijk gezegd dat het uit moest zijn. Alex was slecht, zei hij. deugde niet, had avontuurtjes met vrouwen van laag allooi. Het moest uit zijn, voorgoed. Als hij nog eens zou merken dat ik connecties met Alex onderhield, zou hij…' Ze zweeg abrupt. 'Dreigementen?'
Ze schoof met de rug van haar hand langs haar mond, wreef een veeg lipstick over haar wang. 'Ja,' hijgde ze, 'dreigementen.'
De Cock stond moeizaam op en begon door de kamer te stappen. Hij waggelde om het bed als een wat logge eend, de handen diep in de zakken van zijn broek, het hoofd voorover. Zijn gezicht stond ernstig. Er was iets dat hem niet zinde, dat hij niet begreep. In zijn gedachten ging hij het hele onderhoud met Ria Kluffert nog eens na, vanaf de eerste begroeting. De Cock kon dat. Hij had in de loop der jaren dat vermogen ontwikkeld, verder uitgebouwd, en een hoge graad van perfectie bereikt. Het leek een extra zintuig. Het flitste door zijn hoofd, flarden van zinnen, woorden, reacties, korte weifelingen, intonaties…
Achter haar fauteuiltje bleef hij staan en legde zijn handen op haar stevige schouders. Hij voelde de warmte van haar huid tintelen in de toppen van zijn vingers. Een zoete geur van viooltjes steeg uit haar haren op. Het bedwelmde hem een beetje. Over haar heen keek hij naar het middenpaneel van de grote klerenkast en vond haar spiegelend terug. Ze was mooi, stelde hij opnieuw vast, mooi en bijzonder sterk. 'U bent,' zei hij zacht vleiend,'een doortastend meisje, moedig en dapper. U lijkt mij niet de jonge vrouw die haar grote liefde zou verloochenen.' Hij pauzeerde even, peilde haar reactie. 'En Alex… Alex was toch uw grote liefde?' Ze slikte. 'Ik hield van Alex.'
De Cock zuchtte diep. Het deed hem pijn dat hij haar zo moest kwellen. Hij had het liever vermeden, maar zag geen andere mogelijkheid. 'Toch,' zei hij met een licht verwijt in zijn stem, 'toch liet u hem in de steek. Zelfs toen uw vrouwelijke intuïtie u zei dat er iets met hem was gebeurd, ging u niet naar het dispuut om te zien of hij uw hulp misschien nodig had.' Hij schudde droef het hoofd. 'Dat begrijp ik niet. Was u zó bang voor uw broers dreigementen?' 'Ja.'
De Cock fronste zijn wenkbrauwen. 'Wat kon hij u doen?' Onder zijn handen voelde hij haar lichaam trillen. Haar borst ging heftig op en neer.
'Wat kon hij u doen?' herhaalde De Cock dwingender. Ze beet op haar onderlip. 'Mij…' hijgde ze, 'mij niets.' 'U niets?' 'Nee.'
De Cock boog zich langzaam naar voren. Zijn lippen beroerden het blonde haar. 'Wie,' fluisterde hij,'wie dan wel?' Ze antwoordde niet.
De Cock klemde zijn vingers wat steviger om haar schouders en trok zijn mond in een vastberaden plooi. 'Waarom zegt u het niet,' vroeg hij dwingend. 'U weet toch wie Alex Delszsen heeft vermoord?' Ze knikte nauwelijks merkbaar. De Cock bracht zijn mond bij haar oor. 'Wie?' Ze boog het hoofd. Het lange blonde haar viel als een gordijn voor haar gezicht. 'Ernst… mijn broer.'
13
'Gaan we hem arresteren?' 'Wie?'
Vledder keek verwonderd op. 'Kluffert natuurlijk.' 'Wanneer?'
'Nu.' Vledder wees naar de grote klok in de recherchekamer. 'Het is kwart over een. We maken een goede kans dat hij thuis in zijn bed ligt.'
De Cock tilde zijn beide benen op het bureau en leunde behaaglijk in zijn stoel achterover. 'Ik weet het niet,' zei hij aarzelend. 'Ik sta er eerlijk gezegd nog wat huiverig tegenover. Het is zo vaag.'
Vledder snoof. 'Vaag?' reageerde hij verbaasd. 'Ernst Kluffert heeft onomwonden gezegd dat hij Alex Delszsen zou vermoorden als zijn zuster de verhouding niet verbrak.' Hij trok zijn gezicht in een grimas. 'Wel, zusterlief heeft de verhouding niet verbroken en Alex Delszsen is vermoord. Wat wil je nog meer? Uitgerekend op de dag van de afspraak stierf Delszsen door vergiftiging.' De Cock glimlachte. 'Je bent een goede aanklager. Zoals jij het stelt, klinkt het simpel en overtuigend. Toch ben ik bang dat er in het hele land geen rechtbank is te vinden die daarop een veroordeling geeft. Waar zijn de bewijzen?' Vledder knikte. 'Je hebt gelijk,' zei hij wat mismoedig. 'Bewijzen hebben we niet. We weten niet eens of Ernst Kluffert op de hoogte was van het feit dat zijn lieve zuster de relatie met Alex Delszsen mét had verbroken.' Hij zuchtte, spreidde zijn armen in een hulpeloos gebaar. 'En daarmee valt of staat het hele motief.'
De Cock keek hem aan, een kleine twinkeling in zijn ogen. 'Soms,' zei hij gnuivend, 'lijkt het net alsof je werkelijk hersens hebt.' Hij bukte snel. Een zwaar wetboek vloog rakelings over zijn hoofd en klapte achter hem tegen de muur.
Op dat moment rinkelde de telefoon. Nog grijnzend nam De Cock de hoorn op. Het was de wachtcommandant. 'Ik heb hier beneden een jongeman,' toeterde hij. 'Gewond. Hij moet nodig naar het ziekenhuis. Maar hij wil eerst met jou spreken. Het gaat over Delszsen.'
'Wie is het?'
'Van der Duijn.'
De Cock smeet de hoorn op het toestel en rende de kamer uit. Vledder volgde in zijn kielzog. 'Naar het Binnengasthuis. Vlug.'
De Cock keek bezorgd naar de student en monsterde het bleke gezicht. 'Hoe is het?' Van der Duijn sloot de ogen. 'Het gaat wel.' Zijn stem klonk zacht, fluisterend.
De wagen trok gierend door een bocht. De Cock drukte de jonge student tegen zich aan, voelde aan zijn kleren het bloed dat uit de wond sijpelde. 'Stommerik,' siste hij hartgrondig. 'Waarom ben je eerst naar de Warmoesstraat gekomen? Je had rechtstreeks naar het ziekenhuis moeten gaan.' De student trok zijn oogleden op. 'Ik wilde eerst u zien!' 'Waarom?'