Выбрать главу

‘En?’

‘Mevrouw Van Doornenbosch zwichtte. Ze stond er zelfs op aan de overval een werkzaam aandeel te hebben. Zij kwamen overeen dat zij, als man verkleed, de wagen zou besturen waarmee de overval gepleegd zou worden.’

‘Zij was dus de derde man.’

De Cock knikte peinzend.

‘De eerste gunstige gelegenheid verliep door een fout van Wout Klarenbeek. Hij was zo zenuwachtig, dat hij onmiddellijk na de diefstal met de gestolen wagen tegen een lichtmast reed. Hij werd prompt gepakt en verhuisde voor ruim een maand naar de koepel in Haarlem.’

De ogen van Vledder lichtten op.

‘En daar kwam hij Peter van Geffel tegen.’

‘Hij kende hem al oppervlakkig van zijn bezoeken aan het café van Smalle Lowietje. In de gevangenis werden ze als lotgenoten meer intiem en Wout Klarenbeek vertelde in een vertrouwelijke bui van de grootse plannen voor een overval. Om een of andere reden verzweeg hij het aandeel van zijn zwager, de secretaris. Om meer indruk op zijn penozegabber te maken, legde hij het accent meer op zijn eigen aandeel in de onderneming. Hij vermeldde slechts een mannetje dat bij de maatschappij alles van de geldtransporten wist.’

De Cock stopte en staarde peinzend in het niets.

‘Op dat moment,’ zei hij somber, ‘waren de kaarten geschud. Alles wat later volgde, kwam hieruit voort. Het is een droeve gedachte dat in feite Flossie de raderen van het noodlot op gang bracht. Zij dwong Peter ertoe de maatschappij van de plannen op de hoogte te brengen.’

‘En Peter viel in handen van de secretaris.’

De Cock knikte.

‘Ik heb mij afgevraagd hoe Sluwe Pietje zo zonder argwaan in de val liep die Van Doornenbosch voor hem opstelde. Ik denk dat Pietje eenvoudig uit zijn gewone doen was. Hij had zich zijn hele leven van leugen en bedrog bediend en zich slechts met louche zaakjes beziggehouden. Hij was niet gewend op basis van eerlijkheid te onderhandelen. Vermoedelijk heeft de secretaris hem een beloning of iets dergelijks toegezegd. We zullen het nooit weten. In ieder geval lokte hij hem naar de duinen bij Noordwijk en stak hem daar de ponjaard in zijn rug.’ Vledder gebaarde met zijn gezonde linkerarm.

‘Maar Thijs zei dat de ponjaard van hem was en dat hij ermee had gestoken.’

De Cock glimlachte.

‘Thijs heeft die bekentenis later weer ingetrokken. Toen het hem duidelijk werd dat ik het aandeel van zijn zuster kende, werd hij openhartiger. De ponjaard was een oud familiestuk. Hij hing bij de jongens als decoratie aan de wand. Op de middag nadat de overval was geslaagd, bezocht Van Doornenbosch de beide jongens in hun schuilplaats aan de Boerensteeg. Hij gaf de gewonde Wout een standje omdat hij in de gevangenis te loslippig was geweest en vertelde toen heel kalm dat hij genoodzaakt was geweest Sluwe Pietje voor eeuwig het zwijgen op te leggen. De beide jongens waren woedend en dreigden de politie in te lichten. Van Doornenbosch gaf hun de raad dit niet te doen. Ten eerste zou hun zuster als medeplichtige aan een gewapende overval haar straf niet ontgaan en wat de moord betrof… die was gepleegd met een Italiaanse ponjaard met een bijzonder fraai bewerkt zilveren heft. Pas toen realiseerden de jongens zich dat zij de ponjaard al een paar dagen hadden gemist.’

‘Wat een schoft.’

De stem van Vledder trilde van verontwaardiging.

De Cock keek zijn jonge collega onderzoekend aan. Op het bleke gezicht lagen blosjes van opwinding.

‘Het lijkt mij beter dat ik ermee stop,’ zei hij fronsend. ‘Ik vertel je de rest wel een andere keer. Dit is niet goed voor je genezing.’ Hij greep naar zijn hoedje en maakte aanstalten om op te staan. Vledder drukte zich op zijn linkerelleboog iets overeind. Op zijn gezicht kwam een pijnlijke trek.

‘Als je nu stopt,’ zei hij dreigend, ‘stap ik zo uit dit bed en loop achter je aan tot je mij de rest hebt verteld.’

De Cock knikte. ‘Chantage,’ zei hij gelaten.

Vledder grinnikte. ‘Noem het zoals je wilt.’

De Cock zuchtte omstandig. ‘Goed dan,’ zei hij berustend, ‘wat wil je nog weten?’

Vledder schudde wanhopig zijn hoofd.

‘Alles natuurlijk. Hoe kwam je er bijvoorbeeld toe om mevrouw Van Doornenbosch te verdenken? Ik heb tijdens het hele onderzoek niets ontdekt dat in haar richting wees.’

De Cock grijnsde.

‘Mevrouw Van Doornenbosch maakte een foutje. Toen zij op de dag na de overval naar de Boerensteeg trok om met haar broers beraad te houden, wist zij niet dat Smalle Lowietje de jongens kort tevoren naar een andere schuilplaats had overgebracht. Tot haar schrik en verbazing werd zij in het magazijn door ons overvallen. Om haar aanwezigheid te verklaren, zei ze dat ze op zoek was naar haar man en het adres aan de Boerensteeg uit zijn agenda had geput. Dit wekte mijn argwaan. Zie je, een gedegen secretaris gaat gewoonlijk niet zonder zijn agenda op stap. Toen wij hem later aan het Gein vonden, bleek hij zijn agenda ook bij zich te hebben. Ik heb het agendaboekje blaadje voor blaadje doorgenomen. Het adres in de Boerensteeg kwam er niet eens in voor.’

Vledder glimlachte.

‘Ze had dus gelogen en wist van de overval en de daders veel meer dan zij deed voorkomen.’

‘Precies. Er bestond alle reden om mevrouw Van Doornenbosch nauwlettend in het oog te houden. Toen zij op het bureau verscheen, zogenaamd om naar haar man te informeren, viel ze flauw toen ik haar vroeg of ze in het bezit was van een kat. Dit gaf, gezien de kattenharen op de jas van de secretaris, steun aan mijn vermoeden dat zij inderdaad iets met de moord op haar man te maken had. Ik stuurde je daarom met haar mee. Toen je terugkwam uit Haarlem en meldde dat je bij haar thuis geen spoor van een kat had aangetroffen, raakte ik wat op een dwaalspoor. Maar niet lang. Het verhaal van de Van der Bents over het vinden van de Simca, het geld en de dode Van Doornenbosch, bracht het spoor bij haar terug.’

Vledder keek hem niet-begrijpend aan.

‘Dat begrijp ik niet.’

De Cock krabde in zijn nek.

‘Herinner je je nog dat je na het vinden van het lijk in de Simca vroeg: “Waarom liet de moordenaar het geld liggen?”’ ‘Ja.’

‘Het was op zich een goede vraag, maar de vraagstelling was verkeerd.’

‘Hoezo?’

‘Je had moeten vragen: waarom legde degene die Van Doornenbosch doodde het lichaam in een bed van bankbiljetten? En niet zomaar een aantal bankbiljetten, maar exact een bedrag van zeshonderdvijfentwintigduizend gulden.’

‘Je bedoelt dat het geld onder het lijk een bijzondere betekenis had?’

‘Juist. Zeshonderdvijfentwintigduizend gulden was precies het vierde gedeelte van de buit van tweeënhalf miljoen. Begrijp je, het aandeel van Van Doornenbosch.’

Vledder glunderde.

‘Verrekt ja. En daaruit volgde ook dat er nog drie anderen waren.’ De Cock knikte.

‘Maar dat niet alleen. Het betekende ook dat bij de moord op de secretaris andere motieven dan geld een rol speelden. Een normale bende van vier had na de liquidatie van de secretaris de buit verder onder de drie overblijvenden verdeeld. Zie je, dat was nu niet gebeurd. Charles van Doornenbosch kreeg zijn volledige aandeel. Hij werd daarmee na zijn dood naar de villa aan de Amstel gebracht. Waarom? Zoals wij nu weten had de heer Van der Bent met de hele affaire feitelijk niets te maken. Maar mevrouw Van der Bent wel. Ze kreeg haar minnaar voor de deur van haar huis gepresenteerd, compleet met zijn aandeel in de buit… maar morsdood.’

De Cock wreef met de rug van zijn hand langs zijn ogen. ‘Dit staaltje van cynisme,’ zei hij bitter, ‘kon alleen geboren worden uit het brein van een jaloerse vrouw.’