’Die druk was Harold te veel?’
’Dat denk ik. Harold de Vries had in ’s-Gravenhage de Koninklijke Hogeschool voor Beeldende Kunsten, Muziek en Theater gevolgd. Hij is in zijn hart een artiest… een man die gruwt van handel en bedrog.’
’Handel en bedrog… synoniemen?’ vroeg De Cock. ’Soms.’
De oude rechercheur boog zich iets naar Jeroen toe. ’Heeft de familie De Bouchardon ook op u… als toekomstig lid van de familie… druk uitgeoefend?’
’Zeker.’
’En?’
Jeroen van Moerdijk glimlachte.
’Ik kan die druk wel aan. Ik ben geen kunstenaar, zoals Harold… geen man met een kunstenaarsziel. Ik heb een tijdje prehistorie gestudeerd met een bijzondere voorliefde voor het Moustérien. Diamanten liggen mij dus wel. Daarom, ik heb mijn keuze al bepaald. Ik kies voor Madeleine.’
De Cock grijnsde.
’Dus voor de Bouchardons.’
’Inderdaad.’
’En Harold de Vries.’
Jeroen van Moerdijk trok zijn gezicht strak.
’Die koos voor zichzelf.’
’Waarom viel hij haar dan na de scheiding nog steeds lastig?’
’Ik denk dat hij in stilte hoopte dat zij ondanks de scheiding voor hem zou kiezen, als hij maar lang genoeg aandrong.’
’In dat opzicht bent u, de huidige minnaar van Madeleine, voor hem een obstakel.’
Jeroen van Moerdijk trok zijn schouders op.
’Ik denk niet dat Harold dat zo voelt.’
’En u?’
’Wat bedoelt u?’
’Hoe beziet u de pogingen van Harold?’
Jeroen van Moerdijk liet zijn hoofd iets zakken.
’Als Madeleine opnieuw voor mijn oude vriend Harold zou kiezen, dan heb ik daar vrede mee. Het lijkt mij onverstandig om met een vrouw te trouwen die van een ander houdt.’
’U wordt geen stalker?’
’Zeker niet.’
De Cock zweeg geruime tijd, voor het effect.
’Wij hebben gisteravond het lijk van Harold de Vries gevonden. Iemand had met een of ander zwaar voorwerp zijn schedel ingeslagen.’
Jeroen van Moerdijk deinsde op zijn stoel terug. Zijn gezicht zag bleek en zijn mond viel open.
’Harold… vermoord?’
De Cock knikte.
’Absoluut. Er blijft geen ruimte voor een andere zienswijze.’ Jeroen van Moerdijk keek hem geschrokken aan.
’Maurice,’ hijgde hij. ’Maurice de Bouchardon… heeft hij het toch gedaan.’
4
Toen Jeroen van Moerdijk als een gebroken man, sloffend en met gebogen hoofd, de grote recherchekamer had verlaten, keek Vledder De Cock verrast aan.
’De dood van Harold de Vries heeft hem geschokt. Hij is er werkelijk kapot van.’
De Cock ademde diep.
’Als Harold de Vries een echte vriend van hem was, dan is dat begrijpelijk. Echte vrienden zijn zeldzaam.’
Vledder kwam achter zijn bureau vandaan.
’Wat doen we?’ vroeg hij. ’Gaan we nu onmiddellijk naar de Reguliersdwarsstraat?’
Zijn oude collega reageerde wat verward.
’Wat is daar?’
Vledder wees naar het telefoonboek voor zich op zijn bureau. ’Ik heb het even opgezocht. Daar woont Maurice de Bouchardon.’
’Wat wil je met Maurice de Bouchardon?’
In zijn stem vibreerde achterdocht.
’Hem arresteren. Wat anders? Hem condoleren met het verlies van zijn gewezen zwager.’
De Cock keek hem berustend aan.
’Bijvoorbeeld.’
’We pakken hem gewoon op. Een paar dagen cel doet soms wonderen.’
’Wil je nu al tot actie overgaan?’
Vledder knikte nadrukkelijk.
’De verklaring van Jeroen van Moerdijk laat volgens mij aan duidelijkheid niets te wensen over.’
’Hoe bedoel je?’
Vledder spreidde zijn armen.
’Maurice achtte zich als oudste zoon de enige relevante behoeder en beschermer van het aanzien en de eer van de oude en zeer eerbiedwaardige familie De Bouchardon.’
Het klonk spottend.
’En?’
De jonge rechercheur grijnsde.
’Uit dien hoofde meende Maurice, de resolute en sterke broer van Madeleine, zo snel mogelijk tot daden te moeten overgaan. Zijn kreet Ik sla die ellendeling vandaag of morgen zijn hersens in, is gisteravond realiteit geworden.’
De Cock trok een bedenkelijk gezicht.
’Mensen,’ relativeerde hij, ’zeggen in hun hartstocht en opwinding wel meer dingen waarvan zij op dat moment de draagwijdte niet willen of wellicht niet kunnen overzien.’
’Jij acht het een loze kreet?’
’Dat weet ik niet,’ antwoordde De Cock onzeker. ’Ik vind de verklaring van Jeroen van Moerdijk te gering van gewicht om nu al tot een ingrijpende arrestatie over te gaan. We hebben verder niets… niets concreets… geen aanwijzingen, geen sporen. Misschien heeft Maurice de Bouchardon voor het tijdstip van de moord wel een waterdicht alibi.’
Hij zweeg even.
’En denk eens aan de dichtregels van wijlen Willem Elsschot: Hij dacht, ik sla haar dood en steek het huis in brand.’ Vledder grinnikte.
’Maar doodslaan deed hij niet,’ vervolgde hij declamerend, ’want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.’
De jonge rechercheur zweeg even. De Cock wist nu dat ook hij zijn klassieken kende.
’Denk jij,’ vroeg hij peinzend, ’dat wetten en praktische bezwaren voor Maurice de Bouchardon een beletsel hebben gevormd?’
’Praktische bezwaren… wellicht.’
’Wetten?’
De Cock schudde traag zijn hoofd.
’Wie laat zich in dit tijdperk van ziekelijk narcisme nog door wetten weerhouden?’
Vledder negeerde de cynische opmerking van zijn oude collega. ’De woede-uitbarsting van Maurice de Bouchardon en zijn daarbij uitgesproken bedreigingen hebben op Jeroen van Meerdijk diepe indruk gemaakt.’
’Het zal met veel theater zijn geventileerd.’
’Show?’
’We zullen Maurice de Bouchardon daarover aan de tand moeten voelen. Kijken hoe hij op zijn uitlatingen reageert?’ De oude speurder staarde secondenlang voor zich uit. ’Er is mij iets vreemds opgevallen.’
’Wat?’
’Herinner jij je nog wat Madeleine de Bouchardon in haar wanhoop zei?’
Vledder knikte.
’Dat zij bang was dat haar ex-man, Harold de Vries, zou worden vermoord omdat hij haar als stalker het leven vergalde.’ De Cock keek hem vragend aan.
’Door wie?’
’Wat bedoel je?’
’Door wie zou hij worden vermoord?’
’Ze noemde ons haar vriend, haar vader en mogelijk een van haar broers.’
De Cock knikte opnieuw.
’Precies. In die volgorde.’
’Wat wil je daarmee zeggen?’
De Cock hield een gestrekte wijsvinger voor zijn neus. ’Zij achtte Jeroen van Moerdijk wel degelijk tot een moord in staat en noemde hem het eerst… terwijl ze moet hebben geweten dat tussen Jeroen en haar ex-man vriendschappelijke betrekkingen bestonden.’
Het gezicht van Vledder trok strak.
’Dezelfde vriendschappelijke betrekkingen,’ sprak hij verbeten, ’die Jeroen van Moerdijk aanvoert om ons te doen geloven dat hij nooit tot een moord op Harold de Vries in staat zou zijn geweest.’
De jonge rechercheur schudde mistroostig zijn hoofd. ’De Cock,’ sprak hij met een zucht, ’we zitten weer midden in de ellende.’
De oude rechercheur knikte.
’Hoe laat is de sectie?’
’Vanmiddag om twee uur.’
’Neem Madeleine de Bouchardon vanmiddag mee naar Westgaarde. Laat haar het lijk van Harold de Vries zien. Uiteraard vóórdat dokter Rusteloos met zijn sectie begint. We kunnen de confrontatie als een officiële herkenning gebruiken. Let… eh, let bij het tonen scherp op haar reacties. Vergeet niet, dat ook zij een mogelijke verdachte is.’