Выбрать главу

Vledder tikte opnieuw op het proces-verbaal.

‘Wat doen we hier nu mee… weggooien? Pedro de Jaager is dood en strafvervolging, zo heeft de politie mij geleerd, vervalt bij de dood van de verdachte.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Laat Afra Molenkamp het proces-verbaal maar in de administratie verwerken. En als Afra het goed doet… en dat doet ze… dan kunnen we het altijd terugvinden. Ik heb het gevoel dat die affaire nog lang niet is afgelopen. Er lopen meer onderzoeken naar liquidatiemoorden door de duopassagier van een motorrijder.’

‘Niet bij ons,’ antwoordde Vledder.

‘Wij zijn ervoor gespaard gebleven… tot nu. Ik herinner mij een paar gevallen in het centrum van Rotterdam en Den Haag, en zelfs een op de snelweg. Het is een handige methode. Met een motor kan men snel manoeuvreren en in het verkeer verdwijnen. Bovendien bieden de helmen die motorrijders en hun passagiers dragen, weinig kans op herkenning.’

‘Mijn zegen hebben ze,’ riep Vledder. ‘Dat weet je. Hoe meer criminelen elkaar naar het hiernamaals helpen, hoe liever…’

De Cock schudde afkeurend zijn hoofd.

‘Hou daar nu eens mee op, dat is een onchristelijke gedachte.’

‘Goed, goed,’ kantelde Vledder, ‘hoelang kunnen die lui, in een dichtbevolkt en beschaafd land als het onze, elkaar ongestraft afmaken?’

‘Je hebt gelijk,’ sprak De Cock mat. ‘Dat is onbegrijpelijk. Het druist ook tegen elk rechtsgevoel in.’

Vledder trok een bedenkelijk gezicht.

‘Ik heb toch het idee,’ sprak hij weer op de oude toon, ‘dat de politie in het algemeen bij de oplossing van liquidatiemoorden maar weinig inzet toont en dat de meeste rechercheurs in hun hart denken, zoals ik denk.’

‘Namelijk: laten ze hun gang maar gaan.’

‘Precies.’

De Cock maakte een afwerend gebaar.

‘Dat is niet goed,’ sprak hij bestraffend. ‘Wij Nederlanders gruwelen alleen al bij de gedachte aan het invoeren van de doodstraf, maar in de boezem van het bendewezen worden regelmatig zonder enige gewetenswroeging doodvonnissen uitgesproken en uitgevoerd.’

‘En wie ligt daar wakker van?’

De Cock trok zijn schouders op. ‘Misschien een enkeling… iemand die weet dat hij het bij een bende heeft verbruid.’

Vledder schudde zijn hoofd.

‘Geen hond… het kan de gewone burger totaal niets schelen wat criminelen elkaar onderling aandoen.’

De Cock negeerde de opmerking.

‘Pedro de Jaager was vermoedelijk een van de topfi guren van de beruchte groep Tentakel. Hij zal naar alle waarschijnlijkheid uit rancune zijn vermoord in opdracht van de groep waartoe Arno de Graaf, alias het Muurbloempje behoorde.’

Vledder knikte instemmend.

‘Dat is de groep van de Hosselaars. Volgens de Narcoticabrigade bestrijden de Hosselaars en de Tentakels elkaar al jaren.’

Het gezicht van De Cock versomberde.

‘Elkaar bestrijdende bendes,’ sprak hij ernstig, ‘volgen vaak de regels van de vendetta, de bloedwraak, die voorkomt in een land waar in het overheidsgezag slecht is ontwikkeld.’

Vledder keek hem verrast aan. ‘Leven wij in zo’n land?’

De Cock plukte aan het puntje van zijn neus. ‘Bendeleden tonen in het algemeen weinig respect voor overheidsgezag. Omdat ze kapitaalkrachtig zijn, kunnen ze zich uitstekende advocaten veroorloven. Vaak ontlopen zij hun berechting, waardoor het aanzien van de rechtspleging in ons land steeds verder afbrokkelt.’

De oude rechercheur zuchtte.

‘Uiteraard heeft de onderlinge strijd ook een economisch aspect. Ik denk dat de Tentakelbende en de Hosselaars ongeveer dezelfde markt bestrijken.’

‘Door al die liquidaties is het zijn van bendelid een ongezonde bezigheid geworden,’ grapte Vledder.

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd. ‘Informeer eens bij Narcotica of er na de dood van Pedro de Jaager nog topfi guren van de oorspronkelijke Tentakelbende in leven zijn. Ik heb dat nooit zo goed bijgehouden.’

‘Vind je het echt belangrijk?’ vroeg Vledder. ‘Hun plaatsen worden onmiddellijk door zogeheten adjudanten overgenomen. De hasjtransporten gaan gewoon door. Zolang er in onze samenleving vraag is naar drugs, wordt er voor aanbod gezorgd.’

‘Wat ik opmerkelijk vind, is dat ook leden van de Hosselaargroep op dezelfde manier door de duopassagier van een motorrijder werden geliquideerd. Het lijkt erop dat beide bendes zich van dezelfde huurmoordenaars bedienen.’

De oude rechercheur stond plotseling op.

‘Daar… eh, daar… eh, daar moet toch een wig tussen te drijven zijn. Als je de huurmoordenaars vangt, dan… dan kun je toch achter de opdrachtgevers komen?’

Hij struikelde over zijn woorden.

Vledder keek hem lachend aan.

‘Je bent toch niet van plan om je met concurrerende bendes te gaan bemoeien? Dat is zonde van de tijd. Dat de Narcoticabrigade ons met de zaak Pedro de jaager heeft opgezadeld, vind ik al vervelend genoeg.’

De Cock knikte.‘Met de liquidatie van Pedro de Jaager hebben we gelukkig niets te maken. Dat behoort tot de competentie van de politieregio Gooi-en Vechtstreek. Je moet onze collega’s in Maarssen wel van onze bemoeienissen in deze affaire op de hoogte brengen.

’Hij zweeg even.

‘Het wordt overigens tijd dat er een landelijk rechercheteam op die liquidatiemoorden wordt gezet. Het loopt langzamerhand…’De deur van de recherchekamer werd met een klap opengegooid en meester Van Hardenberg stormde met wapperende haren op De Cock toe.

‘Ik stel u verantwoordelijk,’ brieste hij. ‘Verantwoordelijk voor de dood van mijn cliënt.’

De Cock keek hem verward aan.

‘Ik… eh, ik verantwoordelijk?’ vroeg hij niet-begrijpend.

Meester Van Hardenberg knikte nadrukkelijk.

‘U hebt zijn moordenaar ingelicht. U hebt hem gezegd dat Pedro de Jaager werd vrijgelaten. Dat kan niet anders. Nog geen uur na zijn vrijlating joeg zijn moordenaar hem een reeks kogels door zijn lijf. Men heeft hem bij de afslag Maarssen opgewacht.

Men heeft geweten dat Pedro de Jaager na enkele dagen detentie als vrij man op weg was naar zijn huis aan de Vecht.’

De Cock keek hem onbewogen aan.

‘Waarom legt u uw claim niet bij justitie?’ vroeg hij met een ondertoon van verbazing.

‘Justitie?’

De Cock knikte.

‘De officier van justitie is… zo staat in de wet… opsporingsambtenaar bij uitnemendheid. Ook hij wist dat Pedro de Jaager zou worden vrijgelaten. Het was zijn beslissing.’

De oude rechercheur zweeg even voor het effect. Hij ging rustig zitten en hing lui achterover.

‘En u, heer Van Hardenberg,’ sprak hij zalvend, ‘u was toch de eerste man die vernam dat Pedro de Jaager uit zijn gevangenschap werd ontslagen. Het verzoek om zijn invrijheidstelling kwam van u. U… eh, u zou zich toch liefdevol over hem ontfermen?’

Meester Van Hardenberg reageerde fel.

‘U suggereert dat ik… eh, dat ik…’

De Cock onderbrak hem.

‘Als u uw cliënt had geadviseerd om ons de waarheid omtrent de liquidatie van Arno de Graaf te vertellen… ons te openbaren waar het lijk van het Muurbloempje werd gedumpt… dan had uw cliënt nu beslist nog geleefd. Voor sommige bendeleiders is de bajes een veiliger oord dan de openbare weg.’

Vledder lachte vrijuit.

‘Je hebt meester Van Hardenberg goed aangepakt. Prachtig. Hij ging op kousenvoeten weg.’

De Cock bromde.

‘Hij zal toch wel weer klagen over “lekken” bij politie en justitie.’

Vledder gniffelde.

‘Dan komt zijn naam weer eens in de krant en dat is goed voor de klandizie. Zo bouwen sommige advocaten aan hun reputatie.

Het zou mij niets…’

Er werd op de deur van de recherchekamer geklopt. Vledder riep: ‘Binnen.’

De deur ging langzaam open en in de deuropening verscheen een opzichtige dame in een donkerblauw mantelpakje, waaronder een witzijden blouse met volanten.