Выбрать главу

‘Om Charmaine.’

‘Waarom?’

Lorette de Jong zuchtte diep. ‘Ik ben bang dat haar iets zal overkomen.’

De Cock duimde over zijn schouder. ‘U woont in Purmerend. Waarom gaat u met uw zorgen niet naar de plaatselijke politie?’

Lorette de Jong schudde haar hoofd. ‘Het gebeurt niet in Purmerend.’

‘Wat?’

‘Waar ik bang voor ben!’ riep Lorette geëmotioneerd. ‘Charmaine zit op de Wallen.’

De Cock kneep zijn ogen half dicht.

Lorette de Jong liet haar hoofd iets zakken.

‘Charmaine zat al op de Wallen toen ik haar twee jaar geleden op een vakantiereisje leerde kennen. Het was liefde op het eerste gezicht. Ik heb al vaak gezegd dat ze met dat vieze gedoe moest stoppen. Maar dat wil ze niet. Ze heeft schulden. Die wil ze eerst aflossen. Ze zegt dat haar dat als prostituee beter lukt dan als…’

De Cock onderbrak haar. ‘Charmaine Dupuitrain… een vreemde naam. Heeft ze de Nederlandse nationaliteit?’

Lorette de Jong knikte. ‘Ze is van Franse afkomst… hugenoten.’

‘Wat heeft ze voor schulden?’

‘Charmaine heeft een gedeelte van een pandje gekocht. Horizontaal eigendom noemen ze dat.’

‘Met hypotheek?’

Lorette de Jong keek bedenkelijk.

‘Geen hypotheek… dat kon niet… geloof ik. Ze heeft gewoon geld van iemand geleend.’

De Cock knikte begrijpend. ‘Met een hoge rente?’

‘Dat vermoed ik. Charmaine wil nooit over haar schulden praten. Dat is taboe. Maar ik vermoed dat ze een gevangene is.’

‘Een gevangene van haar schulden?’

‘Dat denk ik. Iemand houdt haar financieel in een wurgende greep.’

‘Waar is dat… eh, dat horizontaal eigendom van haar?’

‘Op de Achterburgwal… nummer 1017.’

De Cock trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

‘Nummer 1017? Dat was De Veilige Haven… vroeger een hotelletje. Dat is opgesplitst en er werd een hoerenpandje van gemaakt.’

Lorette de Jong trok haar schouders op. ‘Ik kom er nooit. Charmaine wil niet dat ik haar op haar werkplek opzoek. Ik ken de Wallen in feite alleen maar van horen zeggen.’

De Cock glimlachte.

‘Zo gevaarlijk is het beroep van prostituee niet,’ sprak hij geruststellend, ‘dat u zich daarover zorgen behoeft te maken.’

Lorette de Jong boog zich iets naar hem toe. ‘Ik ben niet bang,’ sprak ze hoofdschuddend, ‘dat haar als hoer iets zal overkomen.’

De Cock keek haar verwonderd aan. ‘Hoe dan wel?’

De vrouw greep met beide handen naar haar hoofd.

‘Het is… eh, het is zo moeilijk om het uit te leggen.’

In haar stem trilde wanhoop. ‘Charmaine weet niet dat ik hier ben. Dat mag ze ook nooit horen. Ze zou het mij nooit vergeven dat ik de recherche heb ingeschakeld. Maar Charmaine is bang. Dat merk ik aan alles. Ze is ervan overtuigd dat die vent haar vandaag of morgen iets aandoet.’

De Cock fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wat voor een vent?’

Lorette de Jong ademde diep. ‘Zo’n dag of tien geleden,’ sprak ze geduldig, ‘was er op een avond plotseling een man op de Achterburgwal, die belangstelling voor haar had.’

‘Als prostituee?’

Lorette de Jong trok een pijnlijk gezicht.

‘Dat is juist zo vreemd. Hij begluurde haar avond aan avond… stond aan de wallenkant van de gracht achter een boom naar haar te kijken. Soms kwam hij wat dichter bij haar raam, maar nooit lang. Steeds nam hij zijn plek achter die boom weer in. Charmaine kan dat niet verdragen. Ze wordt er gek van.’

‘Geen hengst?’

‘Wat is een hengst?’

De Cock grinnikte. ‘Zo noemen de hoeren een man die steeds kijkt, maar nooit koopt.’

Lorette de Jong schudde haar hoofd. ‘Ik heb Charmaine nooit het woord “hengst” horen gebruiken.’

‘Vergeeft u mij mijn interruptie,’ sprak De Cock verontschuldigend. ‘Gaat u verder.’

Lorette de Jong friemelde nerveus aan een knoop van haar colbert. ‘Gisteravond, toen ze pas een klant had uitgelaten, kwam hij achter die boom vandaan, liep naar haar toe en vroeg wat het kostte. Charmaine durfde hem niet te weigeren. Ze vroeg de gebruikelijke prijs. Hij ging met haar mee naar binnen en betaalde.’

Ze stokte.

De Cock keek haar vragend aan.

‘En?’

‘Niets.’

‘Wat bedoelt u met niets?’

Lorette de Jong slikte.

‘Hij keek even rond, streek met de toppen van zijn vingers langs haar slanke hals en liep toen de deur weer uit.’

‘Zonder van haar diensten als prostituee gebruik te maken?’ vroeg De Cock ongelovig.

Lorette de Jong schudde haar hoofd.

‘Hij deed niets, wilde niets. Charmaine stond te rillen als een riet. Toen hij weg was durfde ze niet verder te werken. Ze heeft de boel direct gesloten en is naar huis gekomen.’

‘Heeft ze hem nadien nog gezien?’

Lorette de Jong knikte traag. ‘Ze belde mij vanavond op… doodzenuwachtig. “Hij staat er weer,” zei ze, “achter de boom.” Ik heb mij toen onmiddellijk aangekleed en ben in Purmerend-Overwhere op de trein gestapt.’

‘Om mij dit alles te vertellen.’

‘Precies.’

‘Heeft Charmaine u een beschrijving… een signalement van die man gegeven?’

Lorette de Jong tastte in een binnenzak van haar colbert naar een notitie.

‘Ik heb het thuis opgeschreven.’ Ze vouwde het briefje met bevende vingers open. ‘Niet groot,’ las ze hardop, ‘ongeveer mijn lengte. Hij heeft zwart haar, donkere ogen en heeft een brede snor, zoals Turkse mannen die wel dragen. Op de rug van zijn rechterhand heeft hij een tatoeage in de vorm van een zonnetje. Charmaine zag die tatoeage toen de man geld uit zijn portefeuille pakte om haar te betalen.’

‘Nederlander?’

‘Hij heeft alleen gezegd “Wat kost het?” en daar kon Charmaine niets uit opmaken.’

De Cock kwam uit zijn stoel overeind. Lorette de Jong keek met een angstige blik naar hem op.

‘Wat gaat u doen?’

De Cock glimlachte.

‘Wat u van mij verwachtte… uw verhaal serieus nemen.’

Ze slenterden vanuit de Warmoesstraat naar de Lange Niezel. Het was er druk. Uit de cafés dreunden flarden muziek. Voor het sekstheater stonden mannen in de rij. Aan het einde van de Lange Niezel gingen ze rechtsaf de Achterburgwal op. Een leger van behoeftigen drentelde langs de etalages met schaars geklede vrouwen in barmhartig rood licht.

Vledder staarde nors voor zich uit.

‘Dat jij vanavond nog wilt gaan kijken.’

Het klonk als een verwijt.

De Cock keek hem van terzijde aan.

‘Waarom niet? Het is toch een kleine moeite om eens een babbeltje met die glurende man te maken?’

‘Een stom verhaal,’ morde Vledder. ‘Als een hoer niet kan verdragen dat een man naar haar kijkt, dan moet ze niet achter het raam gaan zitten.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Er is wel degelijk wat aan de hand. Die Lorette de Jong komt niet laat in de avond nog vanuit Purmerend naar Amsterdam om ons fabeltjes te vertellen. Haar laatste trein is weg. Ze moet met een taxi naar huis.’

‘Er is toch niets gebeurd,’ gromde Vledder. ‘Inbeelding… louter inbeelding. Die Lorette de Jong is alleen bang dat ze haar liefje kwijtraakt.’

‘Die man keek, betaalde en deed niets,’ merkte De Cock op.

Vledder grinnikte vreugdeloos.

‘Misschien is die Charmaine wel een oerlelijk wijf. Toen die man haar van dichtbij zag, schrok hij en verging hem de lust.’

De Cock reageerde niet.

Voor nummer 1017 bleef hij staan en bekeek het pand aandachtig. De gevel van het oude hotelletje De Veilige Haven was grondig veranderd. Hij ontdekte meerdere ingangen en de ramen waren vergroot.

De gordijnen van het peeskamertje[2] gelijkstraats waren dicht en het licht was uit. De oude rechercheur draaide zich half om en keek naar de boom aan de wallenkant van de gracht. Er was geen man met een snor. Hij liep naar de toegangsdeur van het peeskamertje en voelde aan de klink.

вернуться

2

Kamertje waar een hoer haar klanten afwerkt.