‘En dat de feitelijke daad… het neerschieten, gevolgd door het vervoer en het plaatsen van de lijken tegen een boom, vrijwel onmogelijk door één man of één vrouw kon zijn gebeurd.’ De oude rechercheur spreidde zijn handen en zuchtte. ‘Maar al mijn overwegingen,’ vervolgde hij, ‘brachten mij geen steek verder. Ik kwam ook niet tot een sluitend motief. Steeds was daar als een storende dissonant die Arend Harredijke, die in het rijtje van slachtoffers feitelijk niet paste.
Er was wel iets dat mij bevreemdde. Zowel Van den Aerdenburg als Van Ieperen was door een goede schutter omgebracht. De kogelgaten in hun borst zaten in een kleine kring bij elkaar. Dat was een duidelijk teken dat de dader de schietkunst terdege beheerste. Wat mij een weinig verbaasde was, dat diezelfde schutter bij de moordaanslag op Arend Harredijke zo jammerlijk had gefaald. Maar dat bracht mij er toch niet toe om de journalist te verdenken. Naar mijn gevoel was hij nog steeds slachtoffer in plaats van dader.’
Commissaris Buitendam wenkte opnieuw om aandacht.
‘Het is ons inmiddels wel duidelijk wie de moorden heeft gepleegd,’ sprak hij met een licht sarcasme. ‘Ik wil weten waarom!’
In zijn stem trilde ongeduld.
De Cock knikte traag voor zich uit.
‘Tanja Geldrop,’ sprak hij somber, ‘was de enige dochter van Arend Harredijke.’
Vledder kwam met een ruk naar voren.
‘Zijn dochter?’
De Cock knikte opnieuw.
‘De dochter over wie Charlotte Overdinkel, de ex-vrouw van Emile van den Aerdenburg sprak toen ik haar vroeg of ze de heer Harredijke kende.’
Vledder slikte.
‘En het dode lichaam van die Tanja werd uit het water van de Keizersgracht gevist, exact op de plek waar later de lijken van Van den Aerdenburg en Van Ieperen tegen een boom werden gezet.’
‘Precies… als symbool.’
Buitendam zwaaide met zijn beide armen.
‘Als symbool van wat?’
De Cock keek in zijn richting.
‘Wraak… straf… vergelding.’ Hij nam een slok van zijn cognac. ‘Als u mij even de gelegenheid geeft, dan zal ik proberen de achtergronden te schetsen.
Ik heb vanmiddag Arend Harredijke urenlang verhoord… of feitelijk was het geen verhoor… meer een gesprek tussen twee al wat oudere mannen over emoties. Arend Harredijke is een merkwaardig man. Het type van Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Enige jaren geleden stierf zijn vrouw na een langdurige ziekte. Tanja was toen bijna meerderjarig. Ze wilde net als haar vader in de journalistiek. Ze had beslist aanleg. Harredijke zorgde ervoor dat ze als freelance-journaliste voor De Grafische Heraut kon werken.
Harredijke nam haar ook altijd mee naar de feestjes die Emile van den Aerdenburg in zijn woning aan de Churchilllaan gaf. Tanja verwonderde zich over de pracht en praal waarmee Van den Aerdenburg zich omringde. Het wekte haar nieuwsgierigheid. Toen ze erachter kwam dat de omvang van de textielhandel, die Van den Aerdenburg en zijn compagnon dreven, onmogelijk toereikend was voor de exclusieve levensstijl van de beide heren, besloot ze tot een verder onderzoek.
Het bleek haar, dat Emile van den Aerdenburg in het Verre Oosten… Thailand, Sri Lanka, maar ook in derdewereldlanden in Midden-Afrika, zoals Angola, Tanzania en Zaïre, regelmatig kleine modeateliers bezocht. Weliswaar deed hij kleine inkopen, maar zijn aandacht was veel meer gericht op de meisjes en jonge vrouwen die daar werkten.
Wanneer hij een geschikte jonge exotische vrouw vond, dan bood hij haar een job aan in Nederland als mannequin. Vele jonge vrouwen… vaak meisjes nog… gingen op zijn aanbod in. In Nederland kregen ze een korte opleiding in bewegingsleer en genoten daarna de eer om op te treden in de grote modeshows, die Emile van den Aerdenburg in zijn landhuis De Aerdenburcht hield. Het werd meestal ook hun laatste optreden als mannequin, want in het landhuis waren de eigenaars en uitbuiters van sekshuizen en bordelen uitgenodigd om de waar te bekijken en werden de vrouwen bij opbod verkocht.’
Vledder sloeg zijn rechterhand voor zijn mond.
‘Vrouwenhandel.’
De Cock knikte.
‘Een uiterst lucratieve zaak. Tanja Geldrop, die voor ons verwarrend, de naam voerde van de man met wie ze slechts een klein jaar getrouwd is geweest, besloot de heren aan de kaak te stellen. Met behulp van Sonja van Poeldijk, haar vriendin, schreef ze over de affaire een serie artikelen. Voor ze die ter publicatie aanbood, stuurde ze een kopie naar de beide heren compagnons om commentaar.
Ik denk dat Van den Aerdenburg en Van Ieperen hevig zijn geschrokken. Ze nodigden Tanja uit voor een gesprek in hun kantoor aan de Keizersgracht. Tanja ging. Wat er in dat kantoor is gebeurd, zullen we nooit meer weten. Vermoedelijk heeft men haar bedwelmd en haar lichaam in de gracht laten glijden, waarna ze verdronk. Een paar dagen later dreef haar lijk in de Keizersgracht.’
De Cock zweeg. Vermoeid. Eenieder was stil. Zelfs de commissaris bewoog niet.
De oude rechercheur schonk nog eens in en nam een slok.
De warmte van de cognac dreef iets van de kilte uit zijn botten. Pas na een paar minuten ging hij verder.
‘Arend Harredijke wist niets van het onderzoek van zijn dochter. Na het bericht van haar dood nam hij contact op met Sonja van Poeldijk en las toen voor het eerst wat Tanja had geschreven.
Arend Harredijke was er onmiddellijk van overtuigd dat Emile van den Aerdenburg en zijn compagnon voor de dood van zijn dochter verantwoordelijk waren. Sonja van Poeldijk wilde de artikelen aan de politie overhandigen voor een nader onderzoek naar de dood van Tanja en het gedrag van beide heren.
Harredijke wilde daar niets van weten. Hij wantrouwde politie en justitie. Het strafrechtelijk klimaat in Nederland achtte hij niet geschikt voor een effectieve berechting. Wereldvreemde psychiaters, milde rechters, cellentekort, justitiële blunders… alles kon ertoe bijdragen dat Van den Aerdenburg en Van Ieperen hun gerechte straf zouden ontlopen.
Hij besloot tot executie en vroeg aan Sonja van Poeldijk om hem daarbij behulpzaam te zijn.’
Commissaris Buitendam ademde diep.
‘Eigenrichting.’
De Cock knikte traag voor zich uit.
‘Arend Harredijke smeedde een ingenieus plan… met als basis dat de beide compagnons van alles zouden proberen om de publicatie van de voor hen zo belastende artikelen tegen te gaan. Sonja van Poeldijk zou daarbij als lokaas fungeren. Ze zou de heren dreigbrieven sturen en hen telefonisch benaderen met de mededeling, dat zij nu in het bezit was van de artikelen van haar vriendin Tanja en dat zij bereid was om over de artikelen te onderhandelen. Niet met beide heren samen, zoals Tanja had gedaan, maar met ieder afzonderlijk.
Sonja van Poeldijk vond het een goed plan en was bereid om haar medewerking te verlenen… onder één voorwaarde.’
Vledder keek gespannen naar hem op.
‘En dat was?’
De Cock gebaarde in zijn richting.
‘Dat na de executie van de beide mannen de serie artikelen van Tanja alsnog werd gepubliceerd… met een aanvullend artikel van Harredijke, waarin beiden hun daad motiveerden, waarna zij zich voor een berechting bij de politie zouden melden.’
Commissaris Buitendam vouwde zijn beide handen.
‘Daarin stak toch iets nobels.’
De Cock reageerde niet.
‘Toen de executie was voltrokken,’ ging hij verder, ‘kreeg Arend Harredijke… wat men zou kunnen noemen… een vlaag van hoogmoedswaanzin. Hij meende twee perfecte moorden te hebben gepleegd… zo perfect, dat zelfs een bekwaam rechercheur als De Cock ze niet had kunnen ontrafelen.
Hij meende ook dat hij in zijn positie als vader van een vermoorde dochter volkomen het recht had om dat vonnis ten uitvoer te brengen. Dat Sonja van Poeldijk als intieme vriendin van zijn dochter hem daarbij had geholpen, vond hij vanzelfsprekend.