‘Dat… eh, dat ik hier boven bij u zit,’ vroeg ze met enige aarzeling, ‘betekent dat mijn arrestatie?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Absoluut niet. Ik kan geen enkele wettelijke grond bedenken om u in arrest te nemen.’
Ze zuchtte diep.
‘Goddank.’ Het kwam uit de grond van haar hart.
De oude rechercheur schonk haar zijn beminnelijkste glimlach.
‘Uw naam is Andrea van Loosduinen?’
De jonge vrouw knikte.
‘Dat heb ik al aan die agent opgegeven. Hij was heel vriendelijk en attent. Hij heeft ook mijn geboortedatum en adres opgeschreven.’
De Cock glimlachte opnieuw.
‘U bent voor ons een belangrijke getuige,’ sprak hij vriendelijk. ‘Daarom wil ik ook nu, op dit late uur, nog met u spreken. Neemt u me dat niet kwalijk.’
Andrea schudde haar hoofd.
‘De heer Van Maathuizen is op een gruwelijke wijze in zijn woning van het leven beroofd en u hebt die moord ontdekt.’ Andrea liet haar hoofd op haar borst zakken. Haar blonde haren gleden als een gordijn voor haar gezicht.
‘Het was een verschrikkelijke ervaring,’ sprak ze zacht. ‘Ik zal dit nooit vergeten.’ Ze keek weer op en haar haren gleden langzaam terug. Het fascineerde De Cock.
‘Antonie zag er vreselijk uit,’ ging ze verder, ‘die dode ogen, dat opgeblazen gezicht en die uitstekende tong. Ik heb een tijd lang bij zijn stoel staan gillen van verdriet en ellende. Ik was geschokt en verbijsterd. Het heeft even geduurd voor ik tot het besef kwam dat ik werd geconfronteerd met een brute moord en dat ik de politie moest waarschuwen.’
De Cock knikte begrijpend.
‘U moest uw emoties eerst verwerken.’
‘Precies.’
De Cock schoof zijn hand over het bureau in haar richting.
‘U was in het bezit van een sleutel van het huis van de heer Van Maathuizen?’
‘Ja.’
‘A lla ng?’
‘Een maand of drie… vier.’
‘Ik neem aan dat Antonie… zo heet hij toch…?’
‘Ik zou niet anders weten,’ antwoordde Andrea wat onzeker. ‘…dat Antonie u de sleutel van zijn woning persoonlijk heeft gegeven?’
Andrea van Loosduinen knikte. Ze glimlachte met vrolijk opkrullende mondhoeken.
‘Antonie was een bijzondere man. Hij genoot ervan als hij mijn voetstappen in de marmeren gang van zijn huis hoorde naderen. Dat tiktak van mijn hakken op het bleke marmer gaf hem een prikkelend gevoel.’
De Cock knikte begrijpend.
‘Vandaar die sleutel. Hij liet zich elke keer als het ware verrassen door uw komst.’
‘Inderdaad.’
Het gezicht van De Cock versomberde.
‘Hij heeft dit keer uw voetstappen niet gehoord,’ sprak hij met medeleven.
Andrea schudde haar hoofd, waarbij haar blonde haar sierlijk meegolfde.
‘Een of andere dwaas heeft hem van het leven beroofd,’ sprak ze somber. ‘Hij zal nooit meer naar mijn voetstappen kunnen luisteren.’
Cock nam uit eerbied voor de dood een kleine pauze. Andrea zat er met haar bleke gezichtje bij als een zielig hoopje mens. Ze frommelde in haar tasje en trok er een zakdoekje uit tevoorschijn waarmee ze haar ogen depte. Het leek of het gebeuren van die avond opnieuw tot haar doordrong.
De Cock realiseerde zich wat het voor de vrouw betekende. Eerst de ontdekking van haar vermoorde vriend en nu dit late verhoor in een helverlichte kille ruimte. Toch ging hij rustig verder.
‘Hebt u… eh, hebt u ook vanavond die sleutel gebruikt om binnen te komen?’
‘Nee.’
‘Hoe bent u dan binnengekomen?’ vroeg hij vriendelijk. ‘De buitendeur stond op een kier.’
‘Dat verbaasde u?’
‘Zeker.’
De Cock keek haar schattend aan.
‘Dat was al die tijd dat u Antonie kende nooit eerder voorgekomen?’
‘Nee.’
‘Ik bedoel, voor hij u die sleutel gaf, liet hij de deur niet op een kier staan… om het binnenkomen voor u gemakkelijker te maken?’
Andrea schudde haar hoofd.
‘Absoluut niet. Die deur stond nooit op een kier. Toen ik die open deur ontdekte, ben ik enige tijd boven op het bordes blijven staan. Ik dacht eerst aan inbrekers. Ik heb die deur daarom goed bekeken, maar daar mankeerde niets aan. Volkomen gaaf. Uiteindelijk ben ik maar naar binnen gegaan. Het licht in de marmeren gang brandde niet. Dat vond ik ook vreemd. Antonie zorgde er altijd voor dat er licht was, ook in de hal.’
‘Hebt u verder nog bijzonderheden opgemerkt?’
‘Het licht in de woonkamer van Antonie brandde wel,’ antwoordde Andrea mat. Ze pakte het zakdoekje en snoot haar neus.
‘Wat hebt u gedaan nadat u had ontdekt dat de heer Van Maathuizen was vermoord?’
Andrea maakte een hulpeloos gebaar.
‘Ik kan u echt niet precies vertellen hoelang het heeft geduurd voor ik weer goed kon nadenken en besloot de politie te bellen. Mijn mobieltje heb ik altijd in mijn tas. Ik ga altijd ’s avonds om negen uur naar Antonie. Hier aan de Warmoesstraat zal men zeker hebben genoteerd wanneer mijn melding binnenkwam. U kunt zo wel nagaan hoelang het duurde voor ik de politie belde.’
‘Wat hebt u gedaan na dat telefoontje?’
Andrea verschoof iets op haar stoel.
‘Ik ben naar buiten gegaan, het was te erg om in die kamer te blijven. Op het bordes heb ik gewacht tot een politiewagen verscheen. Een jonge politieman liet mij op de achterbank plaatsnemen.’
De Cock leunde iets achterover.
‘Hoe zou ik uw relatie met de heer Van Maathuizen moeten typeren?’
Andrea keek hem aan. Om haar mond gleed een flauwe glimlach.
‘In het normale spraakgebruik noemt men onze relatie een verhouding.’
De Cock grijnsde.
‘Met alles wat daar zo aan kleeft?’
‘Dat woord “kleven” vind ik ongepast,’ zei Andrea met afkeer in haar stem. ‘Het klinkt zo negatief. Zo was onze verhouding niet. Er kleefde niets. Ik was erg op Antonie gesteld. Ik leefde ook in de overtuiging dat hij van mij hield. Wanneer dit verschrikkelijke niet was gebeurd, zou onze verhouding zeker tot een huwelijk hebben geleid.’ Ze vertrok haar gezicht smartelijk.
‘Hoe hebt u hem leren kennen?’
‘Bij ons op kantoor.’
‘En dat is?’ vroeg De Cock met gefronste wenkbrauwen. ‘Ik werk al jaren op het kantoor van het modehuis Gerbrandsen aan de Singel. Antonie van Maathuizen kwam daar regelmatig. Op een dag nodigde hij mij uit voor een toneeluitvoering in de Stadsschouwburg.’
‘En daarmee is het begonnen?’
‘Inderdaad,’ knikte Andrea. ‘Het was het begin van de gelukkigste tijd van mijn leven.’ Ze zuchtte en depte weer haar ogen. De Cock boog zich iets naar voren.
‘Waarom kwam de heer Van Maathuizen regelmatig op het kantoor van het modehuis Gerbrandsen? Ik heb begrepen dat die twee modehuizen elkaar beconcurreren.’
‘Er waren plannen voor een fusie.’
‘Een fusie?’ De Cock speelde verbazing.
Andrea knikte nadrukkelijk.
‘Ik mag er eigenlijk niets over zeggen, maar er waren… er zijn… plannen… Nadat de heer Verbruggen zich uit de zaak zou terugtrekken, wilden ze de activiteiten van de twee modehuizen verenigen.’
De Cock hield zijn hoofd iets scheef.
‘Had de heer Verbruggen te kennen gegeven dat hij zich uit de zaak wilde terugtrekken?’