Выбрать главу

‘En dat trok u aan?’

Mevrouw Peetersen antwoordde niet direct. De plooien rond haar mond verstarden.

‘Ik zal er in ieder geval op toezien dat mijn zoon Richard als man wel zijn verantwoordelijkheden kent.’

‘Alex kende die niet?’

‘Niet altijd… meestal niet.’

De Cock streek over zijn haar. De starre, haast koele houding van de vrouw beviel hem niet. Het was alsof ze rond haar hart een veste had gebouwd, een onneembaar bastion, waarachter zij haar diepere gevoelens verborg. Koortsachtig zocht hij naar een opening. ‘Die schulden,’ begon hij voorzichtig, ‘zouden dat speelschulden geweest kunnen zijn?’

‘Of hij wel eens in casino’s kwam?’

De Cock glimlachte.

‘Er gaat meer geld om in illegale gokhuizen dan in wettelijk toegestane casino’s. Die geheime speelholen zijn erg in trek. Bovendien heeft men daar krediet… tot bepaalde limieten.’

Ze keek hem onderzoekend aan.

‘U bedoelt, dat Alex die eh… die bepaalde limieten heeft overschreden?’

‘Bijvoorbeeld.’

Mevrouw Peetersen schudde ferm het hoofd.

‘Ik denk meer aan chantage.’

De Cock trok zijn wenkbrauwen op.

‘Chantage… hebt u aanwijzingen in die richting?’

‘Nee, dat niet. Geen enkele. Het is meer een gevoel.’

De Cock kwam uit zijn fauteuil overeind. Het gesprek verliep niet zoals hij wilde. Het leek hem beter aan het onderhoud een eind te maken.

‘Weet u wat voor wagen uw man heeft?’

Ze trok achteloos haar schouders op. ‘Hij had een Chevrolet, maar hij zal inmiddels wel weer een nieuwe wagen hebben.’

De Cock slenterde naar de hal.

‘Wie kan het weten? Wij hebben behalve zijn rijbewijs geen autopapieren bij hem gevonden.’

Mevrouw Peetersen stapte achter hem aan.

‘Misschien weten ze het op kantoor.’ Ineens veranderde haar stem. ‘En zij zal het weten.’

De Cock draaide zich met een ruk om. De veranderde toon had hem verrast.

‘Wie?’

Ze toonde voor het eerst iets van emotie.

‘Jozefien Hoffmann.’

De Cock slikte.

‘Jozefien… uit Amstelveen?’

De mond van mevrouw Peetersen werd een strakke lijn. Haar neusvleugels trilden en in haar ogen blonk haat.

‘Die del uit de goot… ze heeft al meer dan een jaar een verhouding met hem.’

6

‘Een verhouding?’

De Cock knikte. ‘Volgens mevrouw Peetersen al meer dan een jaar.’

Vledder trok een droeve grimas. ‘Dat is toch niet zo’n mooie ontwikkeling voor Jozefien. Ik denk dat de officier van justitie er nu weinig voor zal voelen haar op korte termijn in vrijheid te stellen.’

De Cock haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het niet. Het heeft weinig zin,’ sprak hij achteloos, ‘om eerst je man en daarna je minnaar om zeep te laten brengen.’

Er dartelde een glimlach om zijn lippen. ‘Je blijft als jonge vrouw dan zo onverzorgd achter.’

Vledder knikte met een ernstig gezicht. Het grapje ontging hem. ‘Hoe je het ook bekijkt… het zijn twee mannen uit haar directe omgeving. Het motief voor beide moorden moet toch op een of andere manier aan haar persoon zijn gekoppeld.’

De Cock ging in de stoel achter zijn bureau zitten. ‘Volgens jou moet Jozefien Hoffmann ons de draad naar de oplossing kunnen geven.’

‘Ja, zij of haar vader, mogelijk in combinatie met Rooie Bakker.’ De Cock leunde in zijn stoel achterover en legde zijn benen op de rand van zijn bureau. ‘En hoe wil je daar een motief tussen schuiven?’

Vledder gebaarde in zijn richting. ‘We kunnen gevoeglijk aannemen, dat Rooie Bakker zich met smerige praktijken bezighoudt… chantage, oplichting.’

De Cock schudde het hoofd. ‘Maar hij lijkt mij geen moordenaar. Daarvoor is hij mijns inziens te laf.’

‘Hij kan het laten doen.’

De Cock vroeg: ‘Waar ligt dan zijn winst? Rooie Bakker is een sluwe, geslepen man. Iemand, die steeds op eigen voordeel is bedacht. Een man ook, die alle risico’s vermijdt.’ Hij zuchtte diep. ‘Als het in de combinatie ligt die je noemde, dan blijft alleen Handige Henkie als mogelijke dader over. Hij kan gevoelsmotieven hebben, geweven om zijn enige dochter, met wie hij een sterke emotionele band heeft.’ Hij keek naar Vledder op. ‘Toen ik uit Purmerend wegreed, heb ik zelfs even aan mevrouw Peetersen gedacht. Zij is een onderkoelde vrouw, gedreven door hartstocht en haat.’

‘Haat… jegens wie?’

‘Jozefien… die del uit de goot.’

Ze reden met een matig gangetje achter het Koninklijk Paleis om naar de Raadhuisstraat en de Rozengracht. Vledder reed met het gemak van een ervaren coureur. Hij keek naar De Cock, die naast hem zat. ‘Denk je dat we erbij mogen?’

De Cock grinnikte. ‘Zeker. Dat durft Van Wijngaarden mij niet te weigeren. Door de verklaring van mevrouw Peetersen is Jozefien Hoffmann ook een onderdeel van mijn onderzoek geworden. We zullen de zaken toch moeten coördineren. Heb je al een uitslag van het laboratorium?’

Vledder schudde zijn hoofd. ‘Ik heb gebeld. Het onderzoek is nog niet helemaal voltooid, maar het rapport volgt spoedig. Het ziet er wel naar uit, zeiden ze, dat de hulzen die gevonden zijn bij Hoffmann en bij Peetersen, uit hetzelfde wapen afkomstig zijn.’

De Cock knikte begrijpend.

‘Hoe was de sectie?’

Vledder glimlachte. ‘Dokter Rusteloos werkte als een bezetene. Ik geloof dat hoe ouder hij wordt, hoe sneller hij gaat werken. Hij was in ruim vijf kwartier klaar.’

‘En?’

‘Alle drie schoten waren dodelijk. Dwars door het hart. Hij heeft ook met een sonde de baan van de schoten laten zien. Als je aanneemt… en dat lijkt mij redelijk… dat Peetersen rechtop stond op het moment dat de kogels hem troffen, dan is de schutter of een bijzonder klein gebouwde man of vrouw, of hij of zij schoot vanuit de heup. In dat laatste geval moet de schutter of schutster over bijzondere vaardigheden beschikken.’

‘Was de baan van de schoten bij Hoffmann identiek?’

Vledder knikte heftig. ‘Ik heb er dokter Rusteloos speciaal naar gevraagd. Hij zag ook in beide moorden dezelfde hand.’

Ze reden een tijdje zwijgend voort. Toen ze het politiebureau aan de Lodewijk van Deysselstraat naderden, hees De Cock zich wat omhoog. Hij plukte aan het puntje van zijn neus.

‘Rijst?’ vroeg hij achteloos.

Vledder gniffelde.

‘Inderdaad. Rijst. Het was een uitstekend idee. Peetersen heeft kort voor zijn dood nog uitgebreid Chinees gedineerd.’

‘Heb je er al wat mee gedaan?’

Vledder knikte nadrukkelijk.

‘Ik heb nog tijdens de sectie… Rusteloos was nog niet aan het dichtnaaien toe… Fred Prins gebeld en hem gevraagd om met een foto van de dode Peetersen de Chinese restaurants in de omgeving na te gaan. Hij was dan ook al op weg voordat jij van dat verhoor in Purmerend terugkwam.’

De Cock keek zijn collega van terzijde aan.

‘Weet je, Dick Vledder,’ in zijn stem trilde bewondering, ‘jij wordt nog eens een groot rechercheur.’

Rechercheur Van Wijngaarden drukte de speurder hartelijk de hand.

‘De grote meester,’ sprak hij met milde spot, ‘komt voor de tweede maal hoogstpersoonlijk naar het nederige politiebureau aan de Lodewijk van Deysselstraat. Dat moet worden vastgelegd. Ik zal straks beneden in het dagelijks rapport van de wachtcommandant een mutatie plaatsen… dertien uur vijf… De Cock was hier.’

Vledder grinnikte vrolijk.

‘Kun je nagaan wat mij allemaal overkomt. Met zo’n beroemdheid ben ik bij nacht en ontij in de weer.’