Выбрать главу

De Cock blikte voor zich uit.

‘Dat is hemelsbreed niet zo ver van de Lastageweg,’ sprak hij peinzend. ‘De moordenaar schijnt zich in die omgeving goed thuis te voelen.’

Vledder knikte.

‘Alleen het Rembrandtpark, in het zesde district, ligt wat uit de route.’ Hij streek met zijn vingers door zijn lichtblonde haren. Zijn jong, fris gezicht, stond ernstig.

‘Jan-Willem Hoffmann, Alexander Peetersen, Rooie Bakker… drie moorden… dezelfde moordenaar… en we zijn nog geen stap verder.’

Er werd geklopt, zacht, bedeesd. De rechercheurs keken verstoord op. Vledder riep: ‘Binnen.’ Het klonk bars, bijna onvriendelijk. Langzaam gleed de deur open en een jongeman keek schuchter, verlegen om zich heen. De Cock schatte hem achter in de twintig. Hij was klein van stuk, slank, met een prettig, open gezicht. Donkerblond haar krulde tot diep in de nek. Hij droeg een bruin colbert van ruige tweed met leren ovaaltjes aan de ellebogen. Omzichtig stapte hij naar hen toe.

‘Kan ik hier rechercheur De Cock vinden?’

De grijze speurder glimlachte.

‘Dat kunt u.’ Hij tikte jongensachtig met een kromme vinger op zijn borst. ‘De Cock. Waarmee kan ik u van dienst zijn?’

De jongeman slikte, had duidelijk moeite zich te presenteren. ‘Mijn naam is Felix… Felix de Beaumonde. Ik wilde eens met u praten.’ Hij wierp schichtig een blik op Vledder. ‘Vertrouwelijk.’ De Cock wees op de stoel naast zijn bureau.

‘Gaat u zitten. En steekt u gerust van wal. Bij mijn collega is discretie verzekerd… op die voorwaarden hebben wij hem aangenomen.’

Felix de Beaumonde trok de broekspijpen van zijn onberispelijke pantalon iets op en nam schuchter plaats. Het grapje ontging hem. ‘Het gaat over mijn moeder… of feitelijk mijn stiefmoeder… Estella de Beaumonde.’

De Cock knikte.

‘We hebben haar vanmorgen bezocht.’

De jongeman friemelde nerveus aan zijn stropdas.

‘Dat heb ik van haar gehoord, ja. Ze eh… ze had een dreigbrief ontvangen.’

‘Ik beschouw het niet als een dreigbrief.’

‘Geen dreigbrief?’

De Cock schudde het hoofd.

‘Het heeft meer weg van een waarschuwing.’

‘Waarvoor?’

De Cock keek hem strak aan.

‘Een naderend onheil.’

Felix de Beaumonde maakte kleine tutgeluidjes en schudde bedroefd het hoofd.

‘Het is verschrikkelijk om het te moeten zeggen, rechercheur. Maar het is haar eigen schuld.’

De Cock trok zijn wenkbrauwen op.

‘Eigen schuld?’

De jongeman knikte heftig.

‘Ze zoekt het zelf op… ze zoekt voortdurend het gezelschap van louche figuren.’

‘Louche… in welk opzicht?’

Felix de Beaumonde zuchtte diep.

‘Al vrij kort na de dood van mijn vader begon Estella vreemde dingen te doen. Ze leek losgeslagen, ging duidelijk het verkeerde pad op. In plaats van uit te zien naar een degelijke heer om een huwelijk aan te gaan, zocht ze het gezelschap van jongemannen, die zich voor hun eh… gunsten laten betalen.’

‘Gigolo’s.’

De jongeman streek met zijn vingertoppen over zijn wang.

‘Dat eh… dat is, geloof ik, hun benaming. Ik heb diverse malen jongemannen van dat kaliber bij haar aangetroffen. Ik heb er wel eens iets van gezegd… een waarschuwend geluid laten horen. Maar daarvoor bleek ze ongevoelig.’

De Cock boog zich vertrouwelijk naar hem toe.

‘Uw stiefmoeder ziet er nog heel aantrekkelijk uit en is bovendien uiterst charmant. Het moet voor haar toch mogelijk zijn om op de gebruikelijke wijze contacten met mannen te onderhouden?’ Felix de Beaumonde draaide zijn hoofd iets weg.

‘Ik heb er mijn oude vader in het verleden nooit over horen klagen, maar misschien is Estella onmatig… stijgen haar verlangens, wensen, ver boven de mogelijkheden van een enkele man uit.’

De Cock grinnikte om de onnozelheid.

‘Dat is nog geen reden om liefde te kopen. Ik ken genoeg vrouwen die seksuele relaties met meer mannen onderhouden en zich daar heel prettig bij voelen.’

Felix de Beaumonde friemelde met zijn handen.

‘Ik weet niet wat eraan schort… wat Estella mankeert. Ik zou het graag willen weten, maar ik ben als stiefzoon feitelijk niet in een positie om haar naar de reden van haar gedrag te vragen.’

De Cock reageerde verwonderd, een tikkeltje kwaad.

‘Waarom zou u? Ik vind haar gedrag, zoals u mij dat schetst, niet exceptioneel, uitzonderlijk. Er zijn mensen verslaafd aan alcohol. Anderen gaan aan drugs ten onder. In de zin van onmatigheid… prefereer ik seks.’

Felix de Beaumonde schudde wat wrevelig het hoofd.

‘Toch maak ik mij zorgen.’

De Cock keek hem onderzoekend aan.

‘U neemt die waarschuwing ernstig?’

‘Ja, dat doe ik.’

‘En u vermoedt dat hij komt uit de kring van de jongemannen met wie zij verkeert?’

‘Beslist.’

‘Kent u die mannen?’

Felix de Beaumonde stak zijn handen omhoog.

‘Estella heeft mij bij gelegenheid wel eens een enkele jongeman voorgesteld. De namen zijn mij echter ontschoten. Ze interesseerden mij ook niet. Integendeel, ze wekten weerzin bij mij op.’ De Cock streek nadenkend over zijn kin.

‘De moeilijkheid is… hoe wilt u in die context zo’n waarschuwing plaatsen? Wat is de reden? Onenigheid? Jaloezie? Zegt u het maar.’

Felix de Beaumonde trok zijn schouders op.

‘Dat weet ik niet, misschien chantage. Ik ken geen achtergronden. Estella gunt mij geen blik in haar privéleven. Dat grendelt ze zorgvuldig af. Ik weet niet op welke wijze zij in moeilijkheden is geraakt.’

‘Is zij dat?’

De jongeman knikte ernstig.

‘Ze heeft een tweede brief ontvangen.’

‘Wanneer?’

‘Ze vond hem vanmiddag in de hal, blijkbaar onder de deur geschoven. Estella belde mij erover voor ze naar Bloemendaal ging.’

‘Niet per post?’

‘Nee.’

‘En de tekst?’

Felix de Beaumonde zag bleek.

‘Vlucht…u bent te jong om te sterven.’

De woorden weerkaatsten nog tegen de kale wanden van de recherchekamer toen Felix de Beaumonde al enige minuten was vertrokken.

Vledder keek zijn collega bezorgd aan.

‘Wat moeten we daar nu mee?’ riep hij kriegel. ‘Zou Estella werkelijk in gevaar verkeren? Hoe en waarom dan? Ik kan het amper geloven. Het lijkt mij meer een sinistere grap.’

De Cock bromde.

‘Ik kan er de humor niet van inzien.’

Vledder kwam naast hem staan.

‘Die eh… die mooie gladde jongens,’ sprak hij aarzelend, ‘die gigolootjes zijn toch in de regel niet gewelddadig? Ken jij daar voorbeelden van?’

De Cock schudde het hoofd.

‘Als er voor Estella de Beaumonde gevaar dreigt, dan niet uit die hoek. Daar ga ik van uit. Zolang zij die jongens voor hun diensten en gunsten betaalt, blijven ze komen. Betaalt ze niet meer, dan blijven ze weg. Tenzij een van hen het zelf prettig heeft gevonden en de relatie con amore voortzet.’ Hij zweeg even, staarde voor zich uit. ‘Ik ken wel gevallen van chantage door gigolo’s. Maar als chantageobject lijkt Estella mij niet zo geschikt. Ze is een “vrije” vrouw, zonder morele bindingen. En als ik goed heb geluisterd naar Felix de Beaumonde, dan weet Estella deksels goed wat ze wil en is ze best in staat om op zichzelf te passen.’

Er werd weer geklopt. Ze keken elkaar aan. Vledder grinnikte. ‘Het is vanavond druk aan ons stalletje,’ grapte hij. Hij zette zich in postuur en riep heel luid: ‘Binnen.’

Tot hun verbazing werd de deur geopend door Smalle Lowietje. De caféhouder vertoonde zich vrijwel nooit in het politiebureau aan de Warmoesstraat. Hij wilde niet graag, dat de penoze hem daar zag, bang om voor versliecheraar[10] te worden uitgekreten. De Cock liep vriendelijk lachend op hem toe.

вернуться

10

Verklikker.