Выбрать главу

Behoedzaam, zij aan zij, schuifelden De Cock en Yolanda van Ulvenhout de begraafplaats op. Er hing een vreemde, onheilspellende stilte. Een koele wind deed de oude cederbomen fluisteren en bleek maanlicht wierp lange schaduwen over het pad.

Even voorbij een manshoge heg van groene jeneverbesstruiken ontwaarden ze op een zijpad, liggend in het volle maanlicht, het lichaam van een man. Hij lag op zijn rug met iets gespreide benen. Ter hoogte van zijn knie lag een uit zijn rechterhand gegleden revolver.

De Cock hurkte bij hem neer. Een enkele blik vertelde hem dat de man was overleden.

Yolanda van Ulvenhout boog zich over hem heen.

‘Wouter,’ hijgde ze, ‘dood.’

De Cock knikte en kwam traag overeind. Hij zag hoe de houding van de jonge vrouw voor hem veranderde. Haar grijze ogen werden groot, puilden bijkans uit de kassen. Ineens rende ze van hem weg. Haar lange zwarte haren wapperend in de wind.

‘Vader… vader.’

Haar van angst trillende stem galmde over de graven, resoneerde tegen de rij grafstenen langs het pad.

De Cock liet haar begaan. Intuïtief wist hij waar hij Charles van Ulvenhout kon vinden… liggend naast de roodgranieten grafsteen bij het graf van zijn vriend… Frederik Johannes van Fluijtenberg.

18

Ze zaten in de gezellige zitkamer van huize De Cock. Ontspannen en languit in brede, gemakkelijke fauteuils. De grijze speurder tilde een fles omhoog en tikte met zijn wijsvinger op het etiket.

Vledder lachte.

‘Cognac Napoleon.’

De Cock glimlachte.

‘Een geschenk van Smalle Lowietje. Hij kwam het vanmiddag persoonlijk brengen.’

Vledder reageerde verbaasd.

‘Was er iets te vieren?’

De Cock knikte.

‘Volgens Smalle Lowietje wel. De caféhouder had gehoord van de dood van Wouter en Walter van Fluijtenberg… Double U en Double U… en dat vond hij beslist een felicitatie waard. De beide broers vormden, volgens hem, al jaren een smet op het eerlijke blazoen van het penozegilde.’

Fred Prins boog zich naar voren. ‘Wat had dat duel in de nacht op Sint Barbara te betekenen?’

De Cock keek hem aan.

‘Duel in de nacht,’ herhaalde hij peinzend. ‘Dat is een goede omschrijving. Het was een duel.’

Fred Prins grinnikte vreugdeloos.

‘Maar waarom?’

De Cock wreef over zijn brede kin.

‘Ik vraag mij af waar ik moet beginnen. Wijlen Frederik Johannes van Fluijtenberg was niet alleen een geniale misdadiger, maar hij was ook een beminnelijk mens… zo aimabel, zo beminnelijk, dat hij de innige vriendschap verwierf van Charles van Ulvenhout, een broer van de vrouw met wie hij zijn leven deelde.

Het was niet alleen een hechte, maar ook een bijzondere vriendschap. Frederik Johannes van Fluijtenberg kwam uit een arm milieu en had weinig opleiding genoten. Charles van Ulvenhout was een intellectueel, een geleerde met een universitaire opleiding.’

Fred Prins spreidde zijn beide handen.

‘Die vriendschap was de aanleiding tot dat duel?’

De Cock knikte traag voor zich uit.

‘Dat was het.’ Hij zweeg even en schudde zijn hoofd. ‘Maar zo eenvoudig, zo simpel is het niet. Het was ook een afrekening… een rechtvaardiging… het inlossen van een ereschuld… een in zijn ogen nobele daad, die Charles van Ulvenhout met de dood heeft moeten bekopen.’

De mond van Vledder viel open. ‘Charles van Ulvenhout is dood?’

De Cock knikte met toegeknepen lippen.

‘Ik was er vanmorgen in het AMC, samen met Yolanda bij toen hij stierf. Charles van Ulvenhout had naar mij gevraagd. Hij was kort voor zijn dood bijzonder helder van geest.’

Vledder slikte.

‘Schoot hij in Brasschaat op Walter?’

‘Ja.’

Fred Prins schudde zijn hoofd.

‘Ik begrijp het niet. Ik bedoel, zonder achtergronden is mij dat duel niet duidelijk.’

De Cock zuchtte.

‘Frederik Fluweel had voor zijn misdadige capriolen een bijzondere constructie bedacht: een legale transportonderneming met personeel dat voor geringe activiteiten vorstelijk werd beloond. Zij kregen echter geen aandeel in de buit. Tot dat personeel behoorden zijn beide neven Wouter en Walter van Fluijtenberg. Toen zijn vriendin Liesbeth stierf, besloot Frederik Fluweel met zijn misdadige carrière te stoppen. Hij had genoeg schatten vergaard.’

De Cock zweeg. Hij pakte opnieuw de fles cognac Napoleon ter hand en schonk in. Toen hij de diepbolle glazen had rondgedeeld, ging hij verder.

‘Frederik Fluweel was in zijn leven driemaal met MS geconfronteerd… de ziekte multiple sclerose. Zijn zuster stierf eraan en bij Patricia Roosendaal, een kind van zijn zuster openbaarde zich de ziekte al op jonge leeftijd. Toen ook zijn zoon Freddy aan MS bleek te lijden en Frederik Fluweel zag hoe snel die ziekte zijn zoon tot een invalide maakte, besloot hij nog eenmaal zijn slag te slaan.’

Vledder gebaarde voor zich uit.

‘De Banque Nationale de Lyondas in Luxemburg.’

De Cock knikte.

‘Frederik Fluweel bracht zijn transportbedrijf opnieuw tot leven, mobiliseerde zijn beide neven en verwierf een fabelachtige buit van om en nabij de vijfeneenhalf miljoen Amerikaanse dollar.

‘Frederik Johannes van Fluijtenberg had voor dat geld een bestemming. Het moest ten goede komen aan stichtingen en instellingen die tot doel hadden de ziekte MS te bestrijden en het leed van de slachtoffers van die ziekte te verzachten.

‘Frederik Fluweel had zijn beide neven niet van de bestemming van dat geld op de hoogte gebracht. Tot hun stomme verbazing meldde hun oom Frederik zich een paar dagen na de overval bij de politie in Utrecht en liet zich zonder enig verweer tot zeven jaar gevangenisstraf veroordelen. Vermoedelijk heeft Frederik Fluweel een gewelddadige actie van zijn beide neven tegen hem verwacht en achtte hij zich veilig achter gevangenismuren.’

De Cock stak gebarend zijn beide armen omhoog.

‘Het was een misvatting. Wouter en Walter beraamden een plan en ontvoerden hun oom… tegen zijn zin… uit de Bijlmerbajes, brachten hem naar zijn villa aan de Zuidelijke Wandelweg en eisten hun aandeel in de buit.

Frederik Fluweel weigerde. Ook na enige martelingen wilde hij niet zeggen waar dat geld was gebleven. Wouter van Fluijtenberg had echter nog een pijl op zijn boog: scopolamine.’

Appie Keizer hijgde.

‘Waarheidsserum.’

De Cock knikte.

‘Scopolamine is een alkoloïde dat vooral voorkomt in planten van de familie van de nachtschade. Het beïnvloedt het centrale zenuwstelsel en belemmert de wil. Mensen die onder de invloed van scopolamine verkeren, hebben een verminderde geestelijke weerstand en blijken vaak bereid om naar waarheid te antwoorden op gestelde vragen… vandaar waarheidsserum.’

De Cock kneep zijn lippen samen.

‘Wat er nu precies in die villa is gebeurd, zal wel nooit helemaal duidelijk worden. Vermoedelijk gaf Wouter zijn oom een overdosis aan scopolamine. Hij stierf, zo bekende Walter zijn vriendin later, onder hun handen.’

Vledder boog zich naar voren.

‘Waarom hebben ze zich toen niet gewoon van het lijk ontdaan… weggemoffeld… dan had er naar de dood van Frederik Fluweel nooit een haan gekraaid?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Wouter had een ander plan. Hij wilde het vermogen van zijn oom erven en daartoe moest Frederik Johannes van Fluijtenberg officieel sterven.

Hij liet dokter Achterbosch komen en dwong hem een verklaring van overlijden af te geven van een natuurlijke dood aan hartverlamming.

Omdat Wouter begreep dat de dood van Johannes Frederik van Fluijtenberg door politie en justitie niet zonder meer zou worden aangenomen en hij op z’n minst een onderzoek kon verwachten, zorgde hij er via Peter van Oosterwijker voor, dat het overlijden van zijn oom niet op de computeruitdraai van het Bevolkingsregister voorkwam.’