Выбрать главу

Fred Prins knikte begrijpend.

‘Politie en justitie bleven dus onkundig van zijn overlijden.’

De Cock ademde diep. De uiteenzetting vermoeide hem.

‘Frederik Johannes van Fluijtenberg,’ ging hij cynisch verder, ‘werd heel officieel begraven en kreeg op zijn graf op Sint Barbara van zijn geliefde neven een fraaie roodgranieten grafsteen.

Daarna werd notaris Van den Hoeve bewerkt. De notaris genoot geen beste reputatie. Vermoedelijk door chantage kregen ze hem zover, dat hij het testament van Frederik Fluweel veranderde ten gunste van de beide neven.

Na afwikkeling van de erfenis vertrokken Wouter en Walter van Fluijtenberg naar Brasschaat en hadden daar nog lang en gelukkig kunnen leven als niet plotseling drie jaar later een kennisgeving van overlijden voor paniek had gezorgd.’

Vledder vroeg om aandacht.

‘Wie verstuurde die kennisgevingen van overlijden?’

De Cock glimlachte.

‘Charles van Ulvenhout. Freddy in Antwerpen had van notaris Van den Hoeve in Amsterdam bericht gekregen dat hij niet in het testament van zijn natuurlijke vader voorkwam. Charles van Ulvenhout onderhield regelmatig contact met het kind van zijn zuster en kwam er op die manier achter, dat zijn vriend Frederik Johannes van Fluijtenberg was overleden. Charles van Ulvenhout had toen al het idee, dat zijn vriend geen normale, natuurlijke dood was gestorven. Het feit dat de erfenis naar de beide neven was gegaan, sterkte hem in zijn overtuiging, dat Wouter en Walter, die hij beiden kende, bij de dood van zijn vriend waren betrokken.

Hij wist alleen niet hoe en wat. En hij vond ook niets dat zijn duister vermoeden kon staven. Tot… tot zijn in Antwerpen studerende dochter Yolanda hem vertelde dat zij een verhouding had met ene Walter van Fluijtenberg, een schatrijke jongeman met een kapitale villa in Brasschaat.

Charles van Ulvenhout was inwendig razend… liet daar uiterlijk niets van merken en verbrak de relatie met zijn dochter niet. Toen Walter in een openhartige bui aan Yolanda vertelde wat zich rond de dood van Frederik Fluweel had afgespeeld en Charles van Ulvenhout dat verhaal enige tijd later van zijn dochter vernam, ging hij tot actie over… en hoe?

Het verzenden van de kennisgeving van overlijden met daaronder de namen van de lieden die rond het overlijden van Frederik Johannes van Fluijtenberg een rol hadden gespeeld, was… naar mijn mening… psychologisch een meesterlijke zet.

Wat Charles van Ulvenhout verwachtte, gebeurde ook werkelijk. De beide neven, bang dat de zaak in de openbaarheid zou komen, moordden de getuigen uit. Eerst de in paniek geraakte notaris Van den Hoeve en daarna de louche huisarts Achterbosch. Peter van Oosterwijker vormde geen probleem meer. Hij was al overleden.’

Vledder boog zich naar voren.

‘Heeft Charles van Ulvenhout werkelijk geld op het hoofd van de beide neven gezet?’

De Cock knikte.

‘Toen niemand bereid bleek om de klus te klaren, besloot Charles van Ulvenhout zelf de beide neven uit te moorden. Volgens hem was dat geen misdadige actie. Hij beschouwde dat, zo vertelde hij mij, als een daad van gerechtigheid.

Walter was na de aanslag niet direct dood. Toen Wouter hem vond was hij nog bij vol bewustzijn en vertelde zijn broer wie op hem had geschoten. Na de dood van Walter trok Wouter naar Amsterdam om de dood van zijn broer te wreken.

We weten nu dat Charles van Ulvenhout hem naar de begraafplaats Sint Barbara lokte voor een duel.’

De Cock zakte in zijn fauteuil achterover. Hij voelde zich afgemat. Ook teleurgesteld. De oude rechercheur had een dergelijk einde niet gewild.

Fred Prins trok een denkrimpel in zijn voorhoofd.

‘Wat is er van die vijfeneenhalf miljoen Amerikaanse dollar terechtgekomen… zijn die echt naar die instellingen en stichtingen voor MS gegaan?’

De Cock trok zijn schouders op.

‘Dat geheim heeft Frederik Fluweel meegenomen in zijn graf en ik acht het niet mijn taak om dat geheim te ontsluieren.’ De grijze speurder maakte een hulpeloos gebaar. ‘Ik heb ook nooit begrepen,’ ging hij verder, ‘waarom na het vonnis van zeven jaar de Banque Nationale de Lyondas in Luxemburg geen aanspraak op het vermogen van Frederik Fluweel heeft geclaimd.’

‘Dat is niet gebeurd?’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Zover ik weet niet. Anders hadden de neven niet al dat geld kunnen erven.’

Vledder zwaaide.

‘Komt het geld van de neven nu terecht bij Richard, Patricia en Freddy?’

De Cock trok een bedenkelijk gezicht.

‘Dat zal nog een hele juridische klus worden.’

Na zijn laatste woorden viel er een diepe stilte. De grijze speurder schonk nog eens in. Na enige tijd werd het gesprek algemener.

Het duel in de nacht en de daaraan gekoppelde verwikkelingen zakten naar de achtergrond.

Mevrouw De Cock ging naar de keuken en kwam terug met schalen vol lekkernijen.

Tegen middernacht namen de jonge collega’s afscheid. Toen ze waren vertrokken, schoof mevrouw De Cock een poef bij en ging tegenover haar man zitten.

‘Vond jij die Frederik Johannes van Fluijtenberg een goed mens?’

Het gezicht van de grijze speurder kreeg een pijnlijke uitdrukking. ‘Ik wil,’ sprak hij aarzelend, ‘die vraag liever niet beantwoorden.’

‘Waarom niet?’

De Cock kauwde op zijn onderlip.

‘Ik had van de week daarover al bijna ruzie met Vledder.’ De grijze speurder zuchtte omstandig. ‘Hoe het ook zij… Frederik Fluweel deed iets, waarvan hij zelf oprecht geloofde dat het goed was. Die overtuiging… dat geloof… werd zijn dood.’ De oude rechercheur staarde enige tijd peinzend voor zich uit. ‘Ik denk,’ zo besloot hij, ‘dat dit meetelt… meetelt bij Hem, die eens over ons allen zal oordelen.’