Выбрать главу

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Dat weet ik niet. De dood is ons steeds een slag voor. Onze getuigen sterven voordat…’

De telefoon op het bureau van De Cock rinkelde. Vledder nam de hoorn op en luisterde. Al na enkele seconden legde hij de hoorn op het toestel terug.

De oude rechercheur keek hem vragend aan.

‘Wie was dat?’

Het gezicht van Vledder verstarde.

‘Commissaris Buitendam. Je moet onmiddellijk bij hem komen.’

Commissaris Buitendam, de lange statige chef van het politiebureau aan de Amsterdamse Warmoesstraat, wenkte met een slanke hand.

‘Kom binnen, de Cock,’ sprak hij geaffecteerd, ‘en ga zitten.’

De grijze speurder trok zijn gezicht in een onwillige plooi. ‘Als het u hetzelfde is… Ik blijf liever staan.’

De commissaris verschoof iets op zijn stoel.

‘Zo je wilt.’ Hij kuchte. ‘Ik… eh, ik neem aan dat je vanmorgen het ochtendblad hebt gelezen.’

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Door ons onderzoek naar de moord op Marjolein Ridderspoor is het gisteravond nogal laat geworden. Ik had vanmorgen nog geen trek in een ochtendblad.’

Over de vale wangen van de commissaris zwiepte een zenuwtrek. ‘Ik had vanmorgen wel trek in een ochtendblad,’ riep hij cynisch. ‘Ik heb elke morgen trek in een ochtendblad.’ Hij trok de lade van zijn bureau open en hield de krant omhoog.

‘Ervaren rechercheur blundert opnieuw.’

De Cock las de kop hardop.

Buitendam liet de krant zakken.

‘Weet jij wie de ervaren rechercheur is?’

Op het gezicht van De Cock verscheen een milde grijns.

‘Uit het enthousiasme waarmee u mij die krantenkop laat zien, neem ik de vrijheid te concluderen dat ik die blunderende ervaren man ben.’

Het klonk spottend.

Buitendam knikte heftig.

‘Inderdaad… jij.’

De Cock keek hem onbewogen aan.

‘En waarmee heb ik dit keer geblunderd?’

Buitendam snoof.

‘Je… eh, je,’ stotterde hij, ‘je hebt de moordenaar van die vrouw laten ontsnappen.’

De Cock keek hem verbaasd aan.

‘Wie zegt dat?’

Commissaris Buitendam pakte de krant weer op.

‘De journalist Pieter van Vlietland. Hij schrijft dat jij in de zaak van de Gehangen Vrouwen de ene blunder op de andere stapelt. Na tweemaal een gecamoufleerde moord niet te hebben doorzien, zagen jullie gisteravond de moordenaar uit de woning van het slachtoffer vluchten en deden geen enkele moeite om die vlucht te beletten.’

De Cock trok zijn gezicht in een milde grijns.

‘Dat klopt.’

Buitendam keek hem verbijsterd aan.

‘Dat klopt?’

De Cock knikte.

‘Wij zagen inderdaad een man uit haar woning vluchten, maar volgens mij was hij niet de moordenaar, de man die wij zoeken.’

‘Jij kent die man?’

‘Bob Verhagen.’

Commissaris Buitendam strekte zijn rug.

‘Ik wil dat je die man onmiddellijk arresteert.’

‘Op basis waarvan?’

Buitendam kneep zijn lippen opeen.

‘Is het feit,’ vroeg hij vol onbegrip, ‘dat een man vlucht uit een woning waar een moord is gepleegd, niet voldoende?’

De Cock zette zijn benen iets uit elkaar. Een vleugje adrenaline stuwde door zijn bloed. Het irriteerde de oude rechercheur mateloos wanneer de commissaris zich met zijn zaken bemoeide. Om zijn woede te bedwingen duwde hij zijn nagels in de palm van zijn handen.

‘Voor u?’ siste hij.

‘Wat bedoel je?’

‘Is dat voor u een afdoend bewijs? Is uw fantasie zo gering, zo beperkt, dat u tot geen andere conclusie kunt komen, dan dat zo’n vluchtende man ook werkelijk de moordenaar moet zijn?’

Het duurde even… luttele seconden. Toen kwam commissaris Buitendam met een ruk uit zijn stoel overeind. Zijn neusvleugels trilden en op zijn vale wangen lagen blosjes van woede en opwinding. Hij strekte zijn rechterarm naar de deur.

‘Eruit!’

De Cock ging.

Vledder keek hem verwonderd aan.

‘Hoe weet Pieter van Vlietland dat wij een man uit de woning van Marjolein Ridderspoor zagen rennen?’

De oude rechercheur wreef over zijn kin.

‘Ik denk, dat hij, net als wij gisteravond, een soort buurtonderzoek heeft verricht. Ongetwijfeld zullen er buren zijn die Bob Verhagen hebben zien wegrennen.’

Vledder grinnikte.

‘Heeft die Pieter van Vlietland iets tegen jou?’

De Cock trok zijn schouders op.

‘Ik heb hem een keer ontmoet. Dat was hier in het bureau na de moord op Sarah Harreveld. Verder heb ik die man nooit een strobreed in de weg gelegd. Ik ben zelf al jaren op zijn krant geabonneerd… de krant voor de uitgeslapen Nederlander.’

Op het gezicht van de oude speurder brak een glimlach door.

‘Ik gun die Pieter van Vlietland zijn journalistieke vrijheid… zijn neus voor publiciteit… zijn eigen uitleg.’

Vledder zuchtte.

‘Hij doet afbreuk aan onze reputatie,’ sprak hij somber.

De Cock schudde zijn hoofd.

‘Niet als onze werkwijze uiteindelijk tot resultaten leidt.’

De oude rechercheur zweeg even. Zijn gedachten dwaalden naar zijn onderhoud met Buitendam.

‘Ik kreeg woorden met de commissaris.’

Vledder lachte.

‘Dat verbaast mij niets.’

De Cock maakte een hulpeloos gebaar.

‘Buitendam wil dat wij Bob Verhagen arresteren. Hij vindt zijn vlucht uit de woning van Marjolein Ridderspoor daartoe voldoende aanleiding.’

Vledder knikte met een ernstig gezicht.

‘Het spijt me om het je te moeten zeggen, maar volgens mij heeft de commissaris gelijk. Bob Verhagen is op een of andere manier bij al die moorden betrokken. Denk maar na: hij is de ex-echtgenoot van Sabrine Achterbroek. Hij onderhield goede relaties met Sarah Harreveld en had sinds kort een verhouding met Marjolein Ridderspoor. Als jij mij niet had tegengehouden, dan had ik hem gisteravond al gearresteerd. Hij had ons op zijn minst zijn vlucht uit de woning van Marjolein Ridderspoor moeten verklaren.’

De Cock staarde voor zich uit. De kritiek van Vledder deed hem pijn. Hij vroeg zich bezorgd af of de zienswijze van zijn jonge collega wel juist was… Of een arrestatie van Bob Verhagen hen werkelijk dichter bij de oplossing van het mysterie zou brengen.

Misschien dat enige pressie verzwegen bijzonderheden aan het licht kon brengen. Maar de gedachte dat Bob Verhagen een moordenaar was, kon bij de grijze speurder geen ingang vinden. Ondanks zijn duidelijke betrokkenheid paste Bob Verhagen niet in het beeld dat hij van de dader had.

Vledder verbrak zijn overpeinzingen.

‘We kunnen er toch niets bij verliezen,’ betoogde hij. ‘Als de commissaris wil dat wij die vent arresteren, dan doen wij dat toch?’

De Cock wuifde het voorstel weg. Handelen uit eigen verantwoordelijkheid was de basis van zijn succes als speurder.

Geruime tijd zwegen de rechercheurs, in gedachten verzonken.

Toen de telefoon op zijn bureau rinkelde, boog Vledder zich naar voren en nam de hoorn op. Zonder iets te zeggen legde hij de hoorn op het toestel terug en keek De Cock met open mond aan.

De oude rechercheur reageerde gespannen.

‘Wat is er?’

Vledder strekte zijn wijsvinger naar de vloer.

‘Beneden aan de balie heeft zich iemand gemeld.’

‘Wie?’

‘Bob Verhagen.’

De Cock keek de man, die op de stoel naast zijn bureau was gaan zitten, onderzoekend aan. Bob Verhagen zag er oud en vermoeid uit. De donkere ogen in zijn scherp gesneden gezicht leken groter en nog dieper achter zijn jukbeenderen verzonken. Zijn overhemd was vuil en op de revers van zijn colbert zaten morsige vlekken.

Met een loom gebaar legde Bob Verhagen het ochtendblad voor De Cock neer en tikte met zijn gekromde wijsvinger op het artikel van Pieter van Vlietland.