Vledder knikte begrijpend.
‘Hij pleegde zelfmoord.’
De Cock nam een slok van zijn cognac.
‘Galesloot heeft die brief bewaard. Toen hij bij zijn pensionering de laden van zijn bureau opruimde, vond hij de brief tussen tal van andere paperassen en verscheurde hem ongelezen.’
Vledder zuchtte.
‘We kennen haar reactie dus niet.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘En die zullen wij nooit weten. Johanna Maria van Vlietland is twee jaar geleden gestorven.’
Fred Prins boog zich naar voren.
‘Ik begrijp er nog niets van. Pieter van Vlietland was vijf jaar toen zijn natuurlijke vader zelfmoord pleegde, waarom ging hij er vijfentwintig jaar later toe over om een aantal vrouwen te vermoorden?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Het waren niet zomaar een aantal vrouwen. Het waren de vrouwen die destijds tegen zijn natuurlijke vader een aanklacht wegens verkrachting hadden ingediend.’
De oude rechercheur zuchtte.
‘Ik zei aclass="underline" Hans-Peter ten Brave was een ambitieuze man, die veel van zijn personeel verlangde. Niemand bij het weekblad Astere wist dat hij al jaren een verhouding had met Johanna Maria van Vlietland. Veel vrouwen die bij het damesweekblad Astere werkten, zagen in hem een huwelijkskandidaat. Onder hen de kwaadaardige Sabrine Achterbroek.
‘Hans-Peter ten Brave wees haar toenaderingen resoluut van de hand. Dat was de vonk van al het kwaad. Sabrine voelde zich vernederd. Ze begon onder het vrouwelijk personeel een actie om het gezag van Ten Brave als hoofdredacteur te ondermijnen. Dat lukte. Ten Brave was streng en niet altijd even tactvol. Hij was al met diverse vrouwelijke leden van de redactie in conflict gekomen.
‘Toen Sabrine Achterbroek meende voldoende invloed te hebben, stapte ze naar de zedenpolitie en deed aangifte van verkrachting.’
Fred Prins grijnsde.
‘Tegen Ten Brave.’
De Cock knikte.
‘In haar verklaring van aangifte noemde ze ook de namen van andere vrouwelijke personeelsleden die door Ten Brave zouden zijn verkracht.’
Vledder kneep zijn lippen opeen.
‘Eensluidende verklaringen.’
De Cock schonk hem een droeve grijns.
‘Door Sabrine aan de anderen voorgekauwd.’
Fred Prins zwaaide om aandacht.
‘Dat… eh, dat begrijp ik,’ sprak hij half stotterend. ‘Sabrine en de andere vrouwen legden een valse verklaring af om die hoofdredacteur ten val te brengen. Maar hoe wist Pieter van Vlietland dat… vijfentwintig jaar later?’
‘Een brief.’
‘Wat voor een brief?’
De Cock strekte zijn handen voor zich uit en drukte de vingertoppen tegen elkaar.
‘Voordat Hans-Peter ten Brave in zijn cel zelfmoord pleegde schreef hij een afscheidsbrief aan zijn zoon… aan de toen vijfjarige Pieter van Vlietland, aan wie hij zeer was gehecht. Die brief overhandigde hij aan zijn advocaat en gebood hem de brief onder te brengen bij een gerenommeerd notariskantoor met het verzoek, die brief vijfentwintig jaar na zijn dood aan zijn zoon uit te reiken.’
‘Waarom vijfentwintig jaar?’
‘Ten Brave was van mening, dat een man pas op zijn dertigste jaar oud en wijs genoeg was om tot weloverwogen beslissingen te komen.’
Fred Prins gebaarde.
‘Pieter van Vlietland heeft die afscheidsbrief van zijn vader gekregen?’
De Cock knikte.
‘Ik heb die brief gelezen,’ sprak hij gedragen. ‘Heel indrukwekkend. Hans-Peter ten Brave beschrijft hoe hij door een hel is gegaan… Hoe de valse beschuldigingen zijn leven vernielden en hoe zijn wanhopige pogingen om zijn onschuld te bewijzen op een muur van ongeloof stukliepen. In het slot van zijn brief noemt hij de namen van de vrouwen die tegen hem hebben getuigd, en geeft hij zijn zoon de overweging om te handelen zoals zijn geweten hem ingeeft.’
Appie Keizer slikte.
‘Toen begon hij hen uit te moorden?’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Pieter van Vlietland is een begaafd journalist. Hij vond dat de betrokken vrouwen op een of andere manier moesten boeten. In een vermomming… een valse pruik en een snor… en zonder zijn ware identiteit te onthullen, nam hij contact op met Sabrine Achterbroek. Hij liet haar een kopie van de brief lezen en eiste van haar honderdduizend gulden… anders zou hij de brief aan de redactie van een krant ter publicatie aanbieden.’
Fred Prins glimlachte.
‘Chantage.’
De Cock zuchtte.
‘Chantage… inderdaad. Sabrine Achterbroek nam contact op met de andere vrouwen die in de brief werden genoemd: Yolanda van Zelhem, Sarah Harreveld, Marjolein Ridderspoor en Evelien Eikenroos.
‘Ze eiste van ieder vijfentwintigduizend gulden om de chanteur te betalen.
‘Evelien Eikenroos weigerde. Ze had aan haar man haar verleden opgebiecht en voelde zich vrij. Bovendien, zo bleek haar uit informatie, was strafbedreiging voor de destijds afgelegde meineed inmiddels verjaard.
‘Maar de anderen stortten trouw vijfentwintigduizend gulden op de rekening van Sabrine Achterbroek en Sabrine betaalde haar chanteur.’
De Cock pauzeerde even.
‘Pieter van Vlietland,’ ging hij verder, ‘was niet tevreden. Het feit dat Sabrine het chantagegeld had betaald, wees op het gelijk en de onschuld van zijn vader, maar zekerheid had hij niet.
‘Toen hij erachter kwam dat Yolanda van Zelhem in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis was opgenomen en vermoedelijk niet lang meer had te leven, nam hij… weer als de man met de snor… contact met haar op. Yvonne van Zelhem, die toch al het plan had om haar geweten te ontlasten, vertelde hem de ware toedracht.’
Vledder schudde zijn hoofd.
‘Als haar brief ons eerder had bereikt, dan had dit onderzoek niet zo lang geduurd.’
De Cock spreidde zijn handen.
‘Ons leven wordt vaak door kleine toevalligheden bepaald. Wanneer die vrouw uit de Esdoornstraat in Schagen niet intuitief had aangevoeld dat de man met de snor, die naar Evelien Eikenroos vroeg, niet veel goeds in de zin had, dan had Evelien Eikenroos vermoedelijk nu niet meer geleefd en hadden wij deze zaak nooit tot een oplossing kunnen brengen.’
Fred Prins vroeg weer om aandacht.
‘Ik ben er nog steeds niet achter,’ riep hij geprikkeld. ‘Waarom en wanneer ging Pieter van Vlietland over tot moord?’
De Cock keek hem glimlachend aan.
‘Toen Sabrine Achterbroek een huurmoordenaar in de arm nam.’
Fred Prins schudde zijn hoofd.
‘Dat snap ik niet.’
De Cock glimlachte opnieuw.
‘Toen Pieter van Vlietland van de stervende Yolanda van Zelhem de ware toedracht had vernomen en uit de secretaire in haar woning de voorgekauwde valse verklaringen had verkregen, toog hij met deze nieuwe wetenschap opnieuw naar Sabrine Achterbroek.
‘Sabrine raakte in paniek. Ze beloofde hem meer geld voor zijn stilzwijgen, hoewel ze niet wist waar dat geld vandaan moest komen.
‘In een moment van helderheid besefte Sabrine dat zij nooit van haar chanteur verlost zou worden en besloot dat hij voorgoed van de aardbodem diende te verdwijnen. Tot haar ongeluk kwam ze in contact met Blaffer Henkie, een louche huurmoordenaar.’
Vledder grinnikte.
‘Blaffer Henkie,’ zo nam hij de uitleg van De Cock over, ‘maakte gemene zaak. Toen de man met de snor, die hij zou moeten vermoorden, de woning van Sabrine Achterbroek verliet, sprak hij hem aan en vertelde dat hij een opdracht had tot moord. Hij vroeg hem hoeveel het hem waard was als Blaffer Henkie hem de naam van zijn opdrachtgever gaf.’
De Cock knikte instemmend.
‘Pieter van Vlietland,’ ging hij verder, ‘deed alsof hij op het voorstel van Blaffer Henkie inging. Hij lokte hem naar het natuurterrein Oostvaardersplassen bij Lelystad. Toen Blaffer Henkie hem de naam van zijn opdrachtgeefster had onthuld, schoot hij hem zonder wroeging neer.’