De tengere caféhouder streek met zijn handjes langs zijn morsige vest en volgde hem achter de bar. ‘De commissaris moest je meer vrije tijd gunnen.’
De Cock lachte.
‘Om hier bij jou op de kruk te hangen.’
Smalle Lowietje knikte nadrukkelijk.
‘Dat bedoel ik.’
Aalglad dook hij onder de tapkast, pakte de fles fijne cognac Napoleon, die hij speciaal voor De Cock hield gereserveerd, en stak hem triomfantelijk omhoog.
‘Hetzelfde recept?’
Zonder op antwoord te wachten, bedekte hij de bodem van drie diepbolle glazen, want Lowietje dronk er altijd eentje mee.
Ze namen voorzichtig de glazen op, warmden de cognac in de holte van hun handen, snoven en proefden met kleine teugjes. Het was een ernstige, ingetogen ceremonie, die de kleine caféhouder en de beide rechercheurs bij elk samenzijn opvoerden; devoot, als gold het een religieuze gebeurtenis.
De Cock omklemde zijn glas met beide handen.
‘Ken jij ene Richard?’
‘Wat voor een Richard?’
‘Richard… een mooie jongen, die meiden achter het raam zet?’
Smalle Lowietje trok zijn schouders op.
‘Er zijn in de buurt,’ sprak hij achteloos, ‘zoveel mooie jongens met een meid achter het raam.’
De Cock grinnikte.
‘Traditie van de buurt.’
De tengere caféhouder veranderde plotseling van houding.
‘Traditie,’ herhaalde hij bitter. Om zijn dunne lippen gleed een grijns. Hij zette zijn glas neer en gebaarde wild. ‘Vroeger werden ze gewoon pooiers genoemd… soeters…[3] hielden ze nog een beetje toezicht op hun vrouwen in de business. Nu houden ze alleen hun hand op of liggen versuft of verslaafd voor Pampus.’
De Cock wachtte geduldig tot de woede bij Smalle Lowietje was weggeëbd.
‘Het is belangrijk, Lowie,’ ging hij onverstoord verder. ‘Ik wil eens met die Richard praten.’
‘Waarom?’
‘Hij heeft een Tsjechisch vrouwtje in de Oude Nieuwstraat achter een raam gezet.’
‘Een Tsjechische?’
‘Ja.’
Smalle Lowietje gniffelde.
‘Het lijkt wel of ze daar een kooi hebben opengezet,’ reageerde hij opgewonden. ‘Sinds het Oostblok is opengebarsten tref je hier steeds meer vrouwen aan, die vroeger veilig achter het ijzeren gordijn zaten te koekeloeren.’
De Cock keek Smalle Lowietje onderzoekend aan. Hij had de tengere caféhouder nog nooit zo opstandig gezien. De oude rechercheur plukte nadenkend aan zijn onderlip.
‘Heb jij wel eens animeermeisjes in dienst?’
Smalle Lowietje schudde zijn hoofd.
‘Niet in dienst.’
De Cock glimlachte.
‘Laat jij ze toe… in… eh, in jouw etablissement?’
De tengere caféhouder knikte.
‘Er zijn van die vrouwen, die niet echt in de prostitutie willen… die zich ervoor schamen om achter een raam te zitten.’
‘Maar wel bereid zijn om te animeren?’
Smalle Lowietje trok zijn rechterschouder iets op.
‘Och,’ sprak hij vergoelijkend, ‘als ze met kleine lieve knuffeltjes en vage beloften in staat zijn om de klanten in mijn etablissement veel te laten verteren, dan is mij dat wel wat waard. Vaak zorgen die meiden voor een prettig sfeertje onder je klanten.’
De Cock gaf Vledder een wenk. De jonge rechercheur tastte in de binnenzak van zijn colbert en reikte Smalle Lowietje een van de foto’s aan, die Bram van Wielingen kort voor de sectie had gemaakt.
De tengere caféhouder keek verschrikt op.
‘Katja.’
De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Katja Anna Solarsky… een jonge Tsjechische vrouw, die hier haar geluk kwam beproeven.’
Smalle Lowietje wierp opnieuw een blik op de foto.
‘Wat is er met haar gebeurd?’
De Cock liet zijn hoofd iets zakken.
‘Iemand joeg met een pistoolmitrailleur een serie kogels in haar borst.’
‘Waarom?’
De Cock zuchtte diep.
‘Daar probeer ik achter te komen.’
Smalle Lowietje gaf de foto aan Vledder terug.
‘Is… eh, is zij die vrouw,’ vroeg hij aarzelend, ‘die gisteravond laat bij het Korenmetershuisje werd neegeknald?’
De Cock knikte.
‘Dat was zij.’
‘En heeft die Richard daar iets mee te maken?’
De Cock trok zijn wenkbrauwen op.
‘Mogelijk. Ik wil graag weten waarom zij zich door hem zo gedwee in de prostitutie liet duwen.’
Smalle Lowietje keek hem verrast aan.
‘Zat Katja achter het raam?’
‘In de Oude Nieuwstraat.’
Smalle Lowietje schudde ongelovig zijn hoofd.
‘Zo was ze niet.’
‘Hoe bedoel je?’
Smalle Lowietje zwaaide afwerend.
‘Ze was niet het type van een prostituee… geen meid voor achter het raam. Ze was schuchter, bedeesd. Ik koos de mannetjes voor haar uit met wie ze moest aanpappen. Begrijp je: rustige, bedaarde, liefst wat oudere mannen, van wie geen gevaar was te duchten.’
De Cock trok rimpels in zijn voorhoofd.
‘Sinds wanneer,’ vroeg hij met een trilling van verbazing in zijn stem, ‘ben jij zo vaderlijk?’
Smalle Lowietje vouwde zijn handjes voor zijn borst.
‘Hoeveel meiden heb ik in de buurt zien komen en gaan? Katja was anders… zachter. Ik had het gevoel dat ze bescherming nodig had.’
‘Heeft die Richard haar bij jou gebracht?’
Smalle Lowietje schudde zijn hoofd.
‘Ik ken geen Richard… geen mooie Richard. Maar ik zal mijn licht eens voor je opsteken. Daar kom ik nog wel achter.’
De Cock knikte hem goedkeurend toe.
‘Hoe kwam die Katja bij jou terecht?’
Smalle Lowietje glimlachte.
‘Op een avond stapte ze hier binnen en vroeg of ze in mijn etablissement mocht bedienen.’ De tengere caféhouder gromde. ‘Ik moet geen vrouwenbediening. Dat geeft alleen maar ellende. En dat zei ik haar ook.’
De Cock zwaaide in zijn richting.
‘Je liet haar wel animeren.’
Smalle Lowietje knikte.
‘Uit medelijden… echt. Ze was erg teleurgesteld dat ik haar niet in dienst nam. In gebrekkig Duits vertelde ze mij dat ze uit Tsjechoslowakije kwam, geen verblijfsvergunning had en illegaal in Nederland verbleef.’
De Cock snoof.
‘Zoals zovelen.’
Smalle Lowietje negeerde de opmerking.
‘Ik probeerde haar duidelijk te maken, dat ze beter hier uit de buurt kon wegblijven en raadde haar aan om naar Tsjechoslowakije terug te gaan.’
‘En toen?’
Smalle Lowietje schudde zijn hoofd.
‘Ik ga niet terug, zei ze… niet voordat mijn zuster is geopereerd.’
De Cock keek hem verrast aan.’
‘Haar zuster?’
Smalle Lowietje knikte.
‘Anuschka… ze had iets aan haar nieren.’
6
Met de behaaglijke tinteling van twee bodempjes cognac in hun maag verlieten de beide rechercheurs het kleine café van Smalle Lowietje aan de Barndesteeg en slenterden vanaf de Oudezijds Achterburgwal door de Oude Kennissteeg naar het Oudekerksplein.
Er viel nog steeds een fijne motregen. Het water drupte van de kale bomen, kletterde aan de wallenkant op de daken van geparkeerde auto’s. De nattigheid deed aan de business geen afbreuk. Drommen behoeftigen schoven langs de etalages met meisjes in zachtroze belichting.
De Cock wuifde om zich heen.
‘Zie jij iets van een naderend kerstfeest?’
Vledder keek hem verwonderd aan.
‘Moet dat?’
De Cock glimlachte.
‘Ik heb in geen enkel hoerenpandje op de Wallen een kerstboom met lichtjes en ballen, kerstklokken of een kerstkrans gezien. Dat verbaast mij. Prostituees zijn in de regel sentimenteel van aard. Maar kerst en seks is blijkbaar geen gewilde combinatie.’