De oude rechercheur had haar met het apparaatje van Handige Henkie snel van haar knellende handboei kunnen ontdoen. Daarna had hij in het huis aan de Oude Schans voor haar naar passende kleding gezocht. Die was er niet. De wollen dekens van het bed van Mooie Richard waren een noodoplossing.
Vledder duimde opnieuw over zijn schouder.
‘Ze werd tegen haar wil vastgehouden.’
De Cock grijnsde.
‘Een intelligente opmerking… waar heb je anders een handboei voor nodig?’
Vledder wuifde afwerend.
‘Ik bedoel, Mooie Richard heeft zich schuldig gemaakt aan wederrechtelijke vrijheidsbeneming.’
De Cock knikte instemmend.
‘Duidelijk. Met een verklaring van Anuschka via een beëdigde tolk, gekoppeld aan onze bevindingen, zit er wel een veroordeling voor hem in.’
Vledder grinnikte.
‘Tenzij een advocaat meent dat onze bewijsvoering onrechtmatig is verkregen. We hadden niet het recht om de woning van Mooie Richard aan de Oude Schans binnen te dringen.’
De Cock bromde.
‘En dus,’ vulde hij cynisch aan, ‘niet het recht om deze vrouw als een slavin geketend aan haar bed te vinden en ambtelijk te constateren dat ze tegen haar wil werd vastgehouden.’
Vledder knikte.
‘Zo is het.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Het wordt langzaamaan tijd,’ riep hij kwaad, ‘dat onze edelachtbare rechters eindelijk hun verstand eens terugkrijgen en zich niet meer aan dat stompzinnige geleuter van advocaten storen. Bewijs is bewijs… tenzij het door tortuur[7] is verkregen.’
Vledder lachte om de reactie van De Cock.
‘Hoelang zal Mooie Richard haar op de Oude Schans hebben vastgehouden?’
‘Je bedoelt vanaf wanneer?’
‘Ja.’
De Cock trok zijn schouders op.
‘Mogelijk onmiddellijk na de moord op haar zuster Katja. Misschien zelfs al enige dagen daarvoor. Ik heb geen flauw idee.’ De oude rechercheur zweeg, keek geschrokken door de voorruit. ‘Waar ga je heen?’
Vledder keek hem verrast aan.
‘Naar de Warmoesstraat, naar de Kit.’
De Cock schudde zijn hoofd.
‘Geen denken aan,’ sprak hij afgemeten. ‘Draai maar om… naar de IJtunnel.’
‘De IJtunnel?’
De Cock knikte. ‘We rijden naar Purmerend… naar mijn vriend dokter Jan van Aken… die heeft daar een praktijk. Door hem laten we haar onderzoeken. Ik wil weten hoe het lichamelijk met haar is gesteld. Misschien zijn haar nieren zo ernstig aangedaan, dat wij een noodoplossing moeten zoeken.’
Vledder keek hem niet-begrijpend aan.
‘Waarom naar Jan van Aken in Purmerend? We kunnen toch hier in Amsterdam een dokter van de Geneeskundige Dienst laten komen om haar te onderzoeken?’
De Cock wreef zich achter in zijn nek.
‘Dat kan,’ antwoordde hij vermoeid. ‘Als Jan van Aken straks in Purmerend zegt, dat de toestand van Anuschka ernstig is, dan heb ik geen keus… dan gaan we terug naar Amsterdam… zal ik de officiële weg moeten volgen.’
‘En als haar toestand niet ernstig is?’
De Cock zuchtte.
‘Dan rijden we door.’
‘Waarheen?’
‘Schermerhorn.’
Vledder keek hem verbijsterd aan.
‘Schermerhorn?’
‘Ja.’
Vledder plooide zijn gezicht in een wrange grijns.
‘Je wilt haar bij die boer… bij die Klaas van het Hogereinde… onderbrengen?’
De Cock knikte.
‘Voorlopig.’
Vledder grinnikte vreugdeloos.
‘Dat kun je niet doen,’ riep hij ontsteld. ‘Anuschka Solarsky heeft geen verblijfsvergunning… ze heeft niet eens een paspoort. Ze is in ons land een ongewenste vreemdelinge… we zijn verplicht haar over te dragen aan de Vreemdelingendienst.’
‘En dan?’
‘Wat bedoel je?’
‘Wat gebeurt er als we haar aan de Vreemdelingendienst overdragen?’
Vledder zwaaide achter zich.
‘Dan wordt ze uitgeleid… het land uitgezet.’
De Cock kauwde op zijn onderlip.
‘Precies,’ sprak hij verbeten. ‘Dan ben ik mijn getuige kwijt. Als ze teruggaat naar Tsjechoslowakije heb ik geen enkel zicht meer op haar.’
‘Justitie kan haar daar toch laten oproepen… als getuige. Dat is de gebruikelijke procedure.’
De Cock schudde afkeurend zijn hoofd.
‘Daar heb ik weinig vertrouwen in. Bovendien… de mensen die bij deze zaak zijn betrokken, kennen geen scrupules… zijn meedogenloos.’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’
De Cock maakte een hulpeloos gebaar.
‘Ik weet nog steeds niet waarom Katja Anna Solarsky voor deze mensen een gevaar vormde, maar als wij deze zaak niet snel tot een oplossing brengen, dan vrees ik dat Anuschka eenzelfde lot wacht… zelfs ver van hier in Tsjechoslowakije.’
Vledder kneep zijn lippen op elkaar.
‘Afgeschoten als een stuk wild.’
De Cock knikte.
‘Dat is hun handelsmerk.’
Vledder fronste zijn wenkbrauwen.
‘Denk je dat Anuschka bij Klaas van het Hogereinde veilig is?’
De Cock trok zijn gezicht in een ernstige plooi.
‘Boeren weten hoe ze mensen moeten laten onderduiken. Onvindbaar voor wie dan ook. Daar waren ze in de oorlog al goed in.’ De oude rechercheur wees voor zich uit op de weg. ‘Pas op… hier bij Het Schouw is het linksaf naar Purmerend.’ Hij schoof de mouw van zijn regenjas iets terug en keek op zijn horloge. ‘Het is laat. We zullen Jan van Aken uit zijn bed moeten bellen.’
Vledder blikte opzij.
‘En Klaas van het Hogereinde.’
Het gezicht van De Cock versomberde.
‘De begrafenisondernemer heeft onze adjudant gebeld. Morgenmiddag wordt Katja Anna Solarsky in alle stilte in Schermerhorn begraven. De officier van justitie heeft het lijk vrijgegeven.’
Vledder keek strak voor zich uit.
‘Durf je het toch aan?’
‘Wat?’
De jonge rechercheur wuifde achter zich.
‘Haar te brengen?’
De Cock knikte.
‘Klaas van het Hogereinde is naar mijn gevoel een goed mens met een warm hart.’ De oude rechercheur draaide zich naar de achterbank van de Golf. Zijn blik gleed over een lief bleek gezichtje, omlijst door lang blond golvend haar.
‘En heel in het geniep,’ vervolgde hij glimlachend, ‘hoop ik dat zij dat warme hart ontdekt en dat Klaas bereid is om voor een tweede keer te trouwen.’
De volgende morgen stapte De Cock op het Stationsplein uit een overvolle tram en sjokte te midden van een stoet reizigers naar het brede trottoir van het Damrak. De grijze speurder zag de nieuwe dag met vertrouwen tegemoet.
Jan van Aken had zich, na een lichte verbijstering over hun late bezoek, rustig de tijd gegund om Anuschka grondig te onderzoeken. De toestand van haar nieren had hij niet verontrustend gevonden, hoewel hij het niet ondenkbaar had geacht, dat in de toekomst een niertransplantatie noodzakelijk zou blijken.
Met geneesmiddelen uit zijn privéapotheek waren ze diep in de nacht met een slapende Anuschka achterin naar Schermerhorn gereden.
Klaas van het Hogereinde had geen enkel bezwaar gemaakt. Integendeel, het vertrouwen dat de rechercheurs in hem stelden, had hem zichtbaar gestreeld. Hij had zich zonder enige terughoudendheid onmiddellijk bereid getoond om de zuster van zijn vermoorde vrouw op te nemen, te verzorgen en… zoals uitdrukkelijk van hem werd verlangd… voorlopig te verbergen.
De Cock strekte zijn rug om zijn verkreukelde spieren weer op orde te brengen. Enige dagen met slechts enkele uren nachtrust deden zich gelden.
De oude rechercheur hield zijn pas iets in en deed een gulden in het rammelende bakje van de manser, de maat van een muzikant, die op een soort carillon van stalen pijpen, gemonteerd op een gammele bakfiets, met het oog op het naderend kerstfeest vol overgave het Stille nacht, heilige nacht bracht.